298
Verzorging van de auto
1. Keuzeschakelaar (afdicht-
middel/lucht of alleen lucht)
2. Knop aan/uit
3. Manometer
4. Knop voor verlaging
bandenspanning
5. Bus met bandafdichtmiddel
6. Slang voor afdichtmiddel/
lucht (transparant)
7. Slang alleen voor lucht
(zwart)
8. Voedingsstekker
9. Ontgrendelingsknop bus
(onder slang voor afdicht-
middel/lucht)
Als u de bandenreparatieset met
compressor bij lage temperaturen
gebruikt, warm de set dan vijf
minuten in een verwarmde
omgeving op. De band wordt dan
sneller opgepompt.
Wanneer een band lek raakt,
voorkomt u verdere schade aan
band en wiel door langzaam naar
een vlakke ondergrond te rijden.
Schakel de alarmknipperlichten in.
Zie Waarschuwingsknipper-
lichten 0 153.
Zie Wanneer een band leegloopt
0 294 voor andere belangrijke veilig-
heidswaarschuwingen.
Verwijder geen objecten die in de
band zijn doorgedrongen.
1. Haal de bandenreparatieset
met compressor uit de opberg-
ruimte. Zie Set met banden-
dichtmiddel en compressor
opbergen 0 303.
2. Haal de afdichtmiddel-/lucht-
slang (6) en de stekker (8) uit
de verpakking.
3. Zet de set op de grond.
Zorg dat het bandventiel zich
dicht bij de grond bevindt zodat
u de slang kunt aansluiten.
4. Verwijder de dop van het
ventiel van de lekke band door
deze linksom te draaien.
5. Sluit de afdichtmiddel-/lucht-
slang (6) aan op het bandven-
tiel. Draai deze rechtsom
stevig vast.
6. Sluit de stekker (8) aan op de
extra voedingsaansluiting in de
auto. Koppel alle accessoires
los van andere extra voedings-
aansluitingen. Zie Voedings-
aansluitingen 0 105.