Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

282
Verzorging van de auto
Voorzichtig
(Vervolg)
lucht direct op de banden. Inspec-
teer banden altijd voor gebruik.
Zie Banden controleren 0 287.

Bandenspanning

Voor een optimale werking
moeten de banden op de juiste
spanning zijn gebracht.
Voorzichtig
Zowel een te lage als te hoge
bandenspanning is onwense-
lijk. Een te lage bandenspan-
ning kan leiden tot:
Overbelasting en
oververhitting van de
band, met een klapband
tot gevolg.
Voortijdige of onregel-
matige slijtage.
Slecht rijgedrag.
Hoger brandstofverbruik.
Een te hoge bandenspanning
kan leiden tot:
Abnormale slijtage.
Slecht rijgedrag.
Stug rijgedrag.
Onnodige schade
vanwege slecht wegdek.
Op het informatielabel voor
banden en laadvermogen van
de auto staan de originele
banden en de juiste koude
bandenspanningen vermeld. De
aanbevolen bandenspanning is
de minimaal vereiste banden-
spanning die nodig is bij
maximale belading van de auto.
Zie Belastingslimieten
auto 0 187.
(Vervolg)
Voorzichtig
(Vervolg)
De wijze waarop de auto is
beladen, heeft invloed op het
rijgedrag en het rijcomfort. De
auto mag nooit zwaarder
beladen zijn dan het gespecifi-
ceerde gewicht.
Wanneer controleren?
Controleer de banden minimaal
eenmaal per maand.
Werkwijze voor controle
Gebruik een nauwkeurige
handmeter om de bandenspan-
ning te controleren. De juiste
bandenspanning kan niet
worden vastgesteld door de
banden te bekijken. Controleer
de bandenspanning bij koude
banden. Dit betekent dat
gedurende de laatste drie uur
niet met de auto is gereden of
niet meer dan 1,6 km (1 mijl) is
afgelegd.
Verwijder het ventieldopje van
het ventiel. Druk de banden-
spanningsmeter stevig op het
ventiel om de spanning te

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave