Luchtroosters
Ventilatieopeningen
Gebruik het wieltje op de luchtroos-
ters om de richting van de lucht-
stroom te veranderen.
Tips voor een goede werking
Maak de inlaatopeningen onder
de voorruit vrij van ijs, sneeuw of
bladeren die de luchtstroom naar
de auto kunnen blokkeren.
Het gebruik van motorkapspoi-
lers die niet door GM zijn
goedgekeurd, kan de prestaties
van het systeem negatief
beïnvloeden.
Houd de ruimte onder het
dashboard en de luchtdoorlaat
onder de voorstoelen vrij van
voorwerpen om de lucht in de
auto effectiever te laten circu-
leren.
Bedieningsorganen voor klimaatregeling
Onderhoud
Luchtfilter passagiers-
ruimte
Het interieurluchtfilter verwijdert
bepaalde deeltjes, zoals pollen en
stof, uit de lucht. Een vermindering
van de luchtstroom kan erop wijzen
dat het filter moet worden
vervangen. Dit kan vaker
voorkomen in stoffige gebieden. Zie
Gepland onderhoud 0 319.
Voorzichtig
Als u zonder interieurluchtfilter
rijdt, kunnen water en kleine
voorwerpen, zoals papier en
bladeren, in uw klimaatregeling
worden gezogen en daar schade
veroorzaken. Zorg dat u het oude
filter altijd door een nieuw filter
vervangt.
Het interieurluchtfilter zit aan de
passagierszijde van de motorruimte
bij het koelvloeistofreservoir. Zie
Overzicht motorruimte 0 237.
Om het luchtfilter te controleren of
vervangen:
1. Maak de borgclips van het
deksel van het interieurlucht-
filter los. Het kan nodig zijn de
PVC-slangen even uit de buurt
te houden om bij het luchtfilter-
deksel te kunnen.
2. Verwijder het deksel.
167