Inhoudsopgave
Advertenties
16
Kort en bondig
Interieurverlichting
Bediening binnenverlichting
De knop van deze functie zit aan de
linkerkant van het instrumentenpa-
neel. Draai de knop rechtsom of
linksom om de lichten feller te laten
branden of te dimmen. Draai de
knop volledig rechtsom om de
binnenverlichting aan te zetten.
Interieurverlichting
Wanneer u een portier of de achter-
klep/kofferruimte opent, gaat de
binnenverlichting aan.
Om de interieurverlichting aan of uit
te zetten, draait u de helderheids-
knop op het instrumentenpaneel
volledig rechtsom of linksom.
Leeslampen
De leeslampen bevinden zich op de
dakconsole. De lampen gaan aan
wanneer u een portier opent. Als de
portieren zijn gesloten, drukt u op
de lampknoppen om de afzonder-
lijke lampen in te schakelen.
Voor meer informatie over de
binnenverlichting, zie Instrumenten-
paneelverlichting, regeling 0 154.
Verlichting aan buiten-
zijde
De lichtschakelaar zit op de
richtingaanwijzerhendel.
Er zijn vier standen.
: Schakelt alle lampen uit.
AUTO : Zet de rijverlichting in de
automatische modus. De
AUTO-modus schakelt de rijverlich-
ting in en uit naar gelang de sterkte
van het beschikbare daglicht.
: Schakelt de parkeerverlichting
en alle lampen in, behalve de
koplampen.
: Schakelt de koplampen in,
samen met de parkeerverlichting en
de instrumentenverlichting.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
