Waarschuwing
Het is gevaarlijk om het voertuig
te verlaten als de schakelhendel
niet volledig in de stand P (Park)
staat en de handrem niet stevig is
aangetrokken. Het voertuig kan
dan wegrollen.
Verlaat daarom het voertuig niet
als de motor draait. Als de motor
nog draait, kan het voertuig
plotseling gaan rijden. Voor u en
anderen bestaat dan gevaar voor
persoonlijk letsel. Om ervoor te
zorgen dat het voertuig, ook op
een tamelijk vlakke ondergrond,
niet kan gaan rijden, moet u de
handrem aantrekken en de
schakelhendel naar stand P
(Park) bewegen. Zie Schakelen
naar parkeerstand 0 196.
Zorg ervoor dat de schakelhendel
volledig in stand P (Parkeren) staat
wanneer u de motor start.
De auto heeft een schakelblokkering
voor de automatische versnel-
lingsbak. Trap het rempedaal
volledig in en druk vervolgens de
schakelhendelknop in voordat u
vanuit stand P (Parkeren) schakelt
wanneer de motor draait. Als u niet
uit stand P (Parkeren) kunt
schakelen, verminder dan de druk
op de schakelhendel en druk de
schakelhendel volledig in stand P
(Parkeren) terwijl u het rempedaal
ingetrapt houdt. Druk vervolgens de
schakelhendelknop in en beweeg
de schakelhendel in een andere
versnelling. Zie Schakelen uit
parkeerstand 0 197.
R : Gebruik deze versnelling om
achteruit te rijden.
Voorzichtig
De versnellingsbak kan bescha-
digd raken als naar R (Reverse,
Achteruit) wordt geschakeld
terwijl de auto vooruit rijdt. De
reparatiekosten hiervoor worden
niet gedekt door de autogarantie.
Schakel pas naar R (Reverse,
Achteruit) als de auto stilstaat.
Rijden en bedienen
Om het voertuig heen en weer te
laten schommelen, teneinde los te
raken uit sneeuw, ijs of zand, zonder
hierbij de versnellingsbak te bescha-
digen, zie Als de auto vast is komen
te zitten 0 186.
N : In deze stand is de motor niet
gekoppeld met de wielen. Om de
motor opnieuw te starten wanneer
de auto al rijdt, gebruikt u alleen N
(neutraal). Wanneer de auto moet
worden gesleept, raadpleegt u De
auto slepen 0 306.
Waarschuwing
Het is gevaarlijk om naar een
aandrijfversnelling te schakelen
als de motor met hoog toerental
draait. De auto kan dan vooruit
schieten, tenzij u het rempedaal
stevig hebt ingetrapt. U kunt dan
de macht over het stuur verliezen
en personen of obstakels raken.
Schakel daarom niet naar een
aandrijfversnelling als de motor
met hoog toerental draait.
201