Inhoudsopgave
Advertenties
Indien voorzien van een handge-
schakelde versnellingsbak blijft de
cruisecontrol tijdens het schakelen
actief. De cruisecontrol wordt uitge-
schakeld als het koppelingspedaal
gedurende enkele seconden wordt
ingetrapt.
Als het Traction Control System
(TCS) oftewel de tractieregeling
begint met het beperken van de
mate van wielslip terwijl u cruisecon-
trol gebruikt, wordt de cruisecontrol
automatisch uitgezet. Zie Tractiere-
geling/Elektronische stabiliteitsrege-
ling (ESC) 0 212. Zodra de
verkeersomstandigheden een veilig
gebruik toelaten, kunt u de cruise-
control weer aanzetten.
Als er wordt geremd, wordt cruise-
control uitgeschakeld.
1
: Druk hierop om cruisecontrol in
of uit te schakelen. Op de instru-
mentengroep licht een wit lampje op
wanneer de cruisecontrol is
ingeschakeld.
RES/+ : Als in het geheugen een
rijsnelheid is opgeslagen, druk de
knop dan kort in om deze snelheid
te hervatten of houd de knop
ingedrukt om te accelereren.
Gebruik deze knop om de rijsnel-
heid te verhogen als cruisecontrol al
actief is.
Rijden en bedienen
SET/- : Druk kort in om de rijsnel-
heid in te stellen en cruisecontrol te
activeren. Gebruik deze knop om de
rijsnelheid te verlagen als cruisecon-
trol al actief is.
: Indrukken om cruisecontrol uit
te schakelen zonder de ingestelde
snelheid uit het geheugen te wissen.
De meetwaarde kan op de digitale
snelheidsmeter in Engelse of
metrieke eenheden worden weerge-
geven. Zie Dashboard 0 108.
Cruisecontrol instellen
1
Als
aanstaat terwijl het systeem
niet gebruikt wordt, kan SET/ of
RES/+ per ongeluk worden
ingedrukt en wordt de cruisecontrol
actief terwijl u dat niet wilt. Zorg dat
1
de knop
uit is wanneer u de
cruisecontrol niet gebruikt.
1
1. Druk op
om het cruise-sys-
teem aan te zetten.
2. Versnel tot de gewenste
snelheid.
3. Druk kort op SET/ op het
stuurwiel.
221
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
