Achteruitkijkspiegels
Afstellen van de buitenspiegels
WAARSCHUWING Risico op verwon-
dingen als de voertuiginstellingen
worden aangepast terwijl het voer-
tuig in beweging is
Vooral in de volgende situaties kunt u
de controle over het voertuig verliezen:
● Als u de bestuurdersstoel, het stuur-
wiel, de hoofdsteun of de spiegels
verstelt terwijl het voertuig in bewe-
ging is.
● Als u uw veiligheidsgordel vastmaakt
terwijl het voertuig in beweging is.
► Stel de bestuurdersstoel, de hoofd-
steun, het stuurwiel en de spiegels
in en draag de veiligheidsgordel op
de juiste manier voordat u het voer-
tuig start.
Open de interface voor voertuiginstellin-
gen, tik op
Snelle bediening
kijkspiegel
stel de achteruitkijkspiegel in
met toetsen aan de rechterkant van het
stuurwiel.
Wanneer het stoelgeheugen is ingescha-
keld en een stoelpositie is opgeslagen,
wordt de positie van de buitenspiegels
synchroon in het geheugen opgeslagen.
Wanneer de stoelgeheugenfunctie de vol-
gende keer wordt gebruikt, worden de
buitenspiegels automatisch aangepast aan
de in het geheugen opgeslagen positie.
De in het geheugen opgeslagen po-
sitie zal veranderen als u van per-
soonlijke account verandert.
Automatische antiverblinding van de
buitenspiegels
De buitenspiegels hebben een automati-
sche antiverblindingsfunctie. De lenzen
verminderen de helderheid van het licht
dat door de achteruitkijkspiegel wordt
weerkaatst, zodat een anti-verblindings-
functie wordt bereikt.
Handmatig antiverblinding van de
binnenspiegel
Druk op de hendel
van de binnenspiegel om de zichthoek te
veranderen en de anti-verblindingsfunctie
te bereiken. Trek de hendel
de binnenspiegel in de normale stand te
zetten en de antiverblindingsfunctie uit te
schakelen.
Automatische antiverblinding van de
binnenspiegel
>
Achteruit-
De automatische antiverblindingsfunctie
van de binnenspiegel kan het achterlicht
waarnemen en het gereflecteerde licht van
de binnenspiegel automatisch dimmen.
De automatische antiverblindingsfunctie
wordt onder een van de volgende omstan-
digheden uitgeschakeld:
● Achteruit is ingeschakeld.
● Het voertuig is uitgeschakeld.
OPMERKING
► De automatische antiverblindings-
functie werkt alleen als het binnen-
vallende licht van de binnenspiegel
niet door andere voorwerpen wordt
beïnvloed.
► Om te voorkomen dat de functie van
de binnenspiegel wordt belemmerd,
is het verboden labels of een ritten-
registratieapparaatop de lens van de
binnenspiegel te plakken.
Licht en zicht
91
aan de onderkant
terug om