66
Openen en sluiten
Uitschakelen van het geactiveerde anti-
diefstalalarm
Wanneer het alarm afgaat, gebeurt het
volgende:
● Het alarm klinkt gedurende 30 seconden
of tot het wordt uitgeschakeld.
● De alarmknipperlichten knipperen ge-
durende 5 minuten of tot ze worden
uitgeschakeld.
Als de oorzaak van het afgaan van het
alarm niet wordt opgelost, herhaalt de
alarmcyclus zich maximaal 10 keer.
Uitschakelen van het alarm
U kunt het geactiveerde alarmsysteem op
een van de volgende manieren
uitschakelen:
● Ontgrendel het voertuig met een sleutel
of de Bluetooth-toets van de smart-app
(indien aanwezig).
● Start het voertuig.
Als u de smart-app gebruikt om het
voertuig op afstand te bedienen
(uitgezonderd ontgrendeling op af-
stand), kan het geactiveerde anti-
diefstalsysteem niet worden
uitgeschakeld.
Stuurslot (indien aanwezig)
Het stuurslot kan het moeilijk maken om
het voertuig te manoeuvreren in geval van
diefstal enz.
Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van het stuurwiel kan een mecha-
nisch geluid hoorbaar zijn.
Het stuurslot inschakelen
Wanneer de auto op afstand wordt ver-
grendeld met de sleutelhanger of smart
APP Bluetooth-sleutel (indien aanwezig), of
wanneer de auto in de slaapstand staat,
schakelt het stuurslot in.
Het stuurslot uitschakelen
Wanneer de auto wordt ontgrendeld of
wanneer de auto in een andere versnelling
dan parkeren
wordt gezet, schakelt het
stuurslot uit.
Bewegings- en kantelalarm (indien
voorzien)
Wanneer het alarm is ingeschakeld, detec-
teren bewegings- en kantelsensoren be-
wegingen van het voertuig of
veranderingen in de hoek van het voertuig
ten opzichte van de grond. Significante
veranderingen in de voertuighoek of voer-
tuigbeweging kunnen het alarm activeren.
Auto-inbraakalarm (indien aanwezig)
Wanneer het inbraakalarm is ingeschakeld,
detecteren de bewegingsdetectoren in het
interieur beweging in het voertuig, inclu-
sief de luchtstroom door de open ramen.
Wanneer het alarm volledig is ingeschakeld
en de alarmsensoren actief zijn, kan elke
significante beweging in het passagiers-
compartiment het alarm activeren.
Om te voorkomen dat het alarm per onge-
luk afgaat:
● Sluit alle ramen bij het verlaten van het
voertuig.
● Als u de klimaatregeling gebruikt, stel
dan de richting van de luchtstroom zo-
danig in dat deze niet omhoog in het
passagierscompartiment blaast.