Download Print deze pagina

SMART 1 2023 Gebruikershandleiding pagina 117

Advertenties

116
Rijden en parkeren
Nadat het voertuig is gestart, worden de
achtersensoren automatisch geactiveerd
wanneer u het voertuig in zijn achteruit
zet
en de voertuigsnelheid lager is dan
15 km/u. Het geluidswaarschuwingssignaal
wordt ingeschakeld als het voertuig zich
op ongeveer 1,5 meter van het achterste
object bevindt.
Automatic Parking Assist (APA)
Overzicht van Automatic Parking Assist
(APA)
Automatic Parking Assist kan automatisch
zoeken naar parkeerplaatsen aan beide zij-
den van het voertuig en de bestuurder
vragen te stoppen wanneer een beschik-
bare parkeerplaats is gevonden. Nadat het
voertuig tot stilstand is gekomen, dient u
de instructies van het systeem te volgen.
Automatic Parking Assist berekent het
parkeertraject en regelt de besturing,
snelheid, versnelling, enz. van het voertuig
om het voertuig langzaam naar de gekozen
parkeerplaats te rijden.
Als bestuurder moet u zich houden
aan de plaatselijke wet- en regelge-
ving en de volledige verantwoorde-
lijkheid nemen voor veilig parkeren.
Zelfs als de automatische parkeer-
hulp is ingeschakeld, is het altijd uw
verantwoordelijkheid om in te grij-
pen door het stuurwiel vast te hou-
den of het rempedaal in te trappen
wanneer dat nodig is.
Automatic Parking Assist ondersteunt 3
soorten parkeerplaatsen: schuine parkeer-
plaatsen, verticale parkeerplaatsen en pa-
rallelle parkeerplaatsen.
Beperkingen van Automatic Parking Assist
Als een van de volgende omstandigheden
zich voordoet, stopt de Automatic Parking
Assist en wordt deze gedwongen uit te
stappen. U moet het voertuig nu
overnemen.
● Voorwerpen rondom het voertuig die
tijdens het parkeren kunnen worden
geïdentificeerd:
˗ Cilindervormige voorwerpen met een
diameter van meer dan 75 cm en een
hoogte van 1 m.
˗ Muren die groter zijn dan 40 cm x
40 cm x 100 cm.
˗ Lage voorwerpen die groter zijn dan
25 cm x 25 cm x 25 cm.
˗ Vierkante pilaren met een zijlengte
van meer dan 30 cm en een hoogte
van 1 m.
˗ Stoepranden/verhogingen van 20 cm
hoog, 1,2 m lang en met een hoek van
80° tot 90°.
˗ Draadgaas van 1 m x 1 m, met een
gatdiameter van 3 cm en een draad-
diameter van 3 mm.
● Wees in de volgende situaties bij het
voertuig of op de parkeerplaats voor-
zichtig met het gebruik van de parkeer-
hulp. Houd de omgeving goed in de
gaten bij gebruik van de parkeerhulp en
wees altijd voorbereid om in te grijpen.
˗ Let bijvoorbeeld op bij hangende
brandleidingen, brandkranen, stenen
pilaren, grenspalen, slagbomen, hek-
ken, bloembedden, lantaarnpalen,
stoepranden, verhogingen en
winkelwagentjes.
˗ Smalle parkeerplaatsen, onregelmatig
gevormde parkeerplaatsen, parkeer-
plaatsen zonder parkeerbord, par-
keerplaatsen op een helling,
parkeerplaatsen met een ingescha-
kelde parkeervergrendeling, parkeer-
plaatsen met kuilen en putten,
parkeerplaatsen bij een stoeprand of
verhoging die hoger is dan het chas-
sis en parkeerplaatsen bij greppels en
geulen.
● De parkeerplaats is te klein.
● Het parkeerproces is te hard rijden of
duurt te lang.

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor SMART 1 2023

Deze handleiding is ook geschikt voor:

#1 2022