Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

SMART 1 2023 Gebruikershandleiding pagina 133

Inhoudsopgave

Advertenties

132
Rijden en parkeren
het traject van het voorste voertuig,
en het voorste voertuig volgt het
voorste voertuig om langzaam zijde-
lings te bewegen. U moet speciale
aandacht besteden aan de verkeers-
omstandigheden aan de kant van
het voertuig.
Beperking van Highway Assist
Highway Assist (smart Pilot Assist
weergegeven op het bestuurdersinforma-
tiedisplay) werkt mogelijk niet normaal
wanneer u onder de volgende omstandig-
heden rijdt:
● Wegen met kleine bochten (zoals oprit-
ten en ringwegen).
● Kruisende wegen of splitsingen (veran-
dering van het aantal rijstroken, zoals
één naar twee en twee naar drie, en op
kruispunten)
● Wegwerkzaamheden.
● Bestrating met beschadigde of ondui-
delijke rijstrooklijn.
● De bestuurder neemt het voertuig over.
● De rijbaan is bedekt met zand, stof, wa-
ter, sneeuw, enz.
● Er zijn wielsporen op een regenachtige
of besneeuwde dag of wielsporen ver-
oorzaakt door het remmen van andere
voertuigen.
● Wegbegrenzing, stoeprand, enz.
● Er zijn continue lineaire projecties op de
weg, zoals de schaduw van hekwerken
en vangrails.
Highway Assist gebruiken
Omstandigheden voor het gebruik van
Highway Assist (smart Pilot Assist
weergegeven op het
bestuurdersinformatiedisplay):
● Deuren, motorkap en hefdeur moeten
gesloten zijn.
● Maak de veiligheidsgordel van de be-
stuurder vast.
● De werking van het remsysteem is
normaal.
● De elektrische parkeerrem wordt
ingeschakeld.
● De Electronic Stability Control is niet
uitgeschakeld.
● De voertuigsnelheid overschrijdt de
ontwerpsnelheid niet.
● De versnellingspositie is in de rijstand
.
● De camera en het radargebied aan de
voorzijde zijn niet bedekt met stof, re-
gen, ijs, sneeuw of ander vuil.
,
● Hill Descent Control is niet geactiveerd.
● De rijmodus is niet BRABUS-modus.
Druk op de knop
stuur en selecteer smart Pilot Assist/
Adaptive Cruise Control/Cruise Control/
Speed Limiting, afhankelijk van de configu-
ratie van het voertuig. Druk op de knop
links op het stuur om de geselec-
teerde functie te activeren en in te
schakelen.
Druk op de knop
om de geselecteerde functie te activeren
en in te schakelen. Nadat de functie is ge-
activeerd en het groene lampje
het bestuurdersinformatiedisplay gaat
branden, wordt de huidige rijsnelheid in-
gesteld als de vaste snelheid.
Highway Assist aanpassen
Wanneer Highway Assist (smart Pilot As-
sist
, weergegeven op het bestuur-
dersinformatiedisplay) aanstaat, kunt u de
doelsnelheid en het interval van de volgaf-
stand naar behoefte instellen.
Druk na het inschakelen van Highway As-
sist op de knop
stuurwiel om de volgafstand van het voer-
tuig aan te passen. Het laagste niveau is
niveau 1 en het hoogste niveau is niveau 3.
,
Wanneer het laagste/hoogste niveau is ge-
selecteerd, is nogmaals drukken ongeldig.
De bestuurder kan de snelheid van de
Adaptive Cruise Control aanpassen via de
knop
Druk op de knop
kort indrukken verhoogt de snelheid met 1
km/u, lang indrukken verhoogt de snelheid
met 5 km/u.
links op het
links op het stuur
links op het
links op het stuurwiel.
links op het stuur:
op

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor SMART 1 2023

Deze handleiding is ook geschikt voor:

#1 2022

Inhoudsopgave