136
Rijden en parkeren
Hands-off alarm
Wanneer de Emergency Lane Keep Assist is
geactiveerd, moet de bestuurder het stuur
altijd met beide handen vasthouden. Als
Lane Departure Prevention geen handen
op het stuur detecteert wanneer het voor
de eerste keer wordt geactiveerd, ver-
schijnt er geen herinneringsbericht op het
bestuurdersinformatiedisplay en worden
de betreffende rijstrooklijnen blauw. Als
Lane Departure Prevention in de volgende
periode opnieuw wordt geactiveerd en nog
steeds detecteert dat de handen van de
bestuurder niet aan het stuurwiel zijn, ver-
schijnt het bijbehorende waarschuwings-
bericht op het
bestuurdersinformatiedisplay, vergezeld
van een akoestisch alarm, totdat de be-
stuurder het voertuig overneemt. Het
alarm is uitgeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen Lane Keeping
Assist
>
● Tik op
sist in/uit te schakelen.
● Ga naar de instellingsinterface:
>
Tik op
Rijhulp
Assist
om Lane Keeping Assist in/uit te
schakelen
(→ Pagina
om Lane Keeping As-
>
>
Veiligheid
Lane
163).
OPMERKING
► Nadat de Lane Keeping Assist is in-
geschakeld, gaat, als het systeem
uitvalt, het controlelampje
het bestuurdersinformatiedisplay
branden.
► Nadat de Lane Keeping Assist is uit-
geschakeld, gaat het controlelampje
op het bestuurdersinformatie-
display branden.
► Wanneer de Lane Keeping Assist niet
geactiveerd is, zijn de rijstrooklijnen
op het bestuurdersinformatiedisplay
grijs.
► Wanneer Lane Keeping Assist de
rijstrookmarkeringen detecteert en
klaar is om te werken, zijn de rijst-
rookmarkeringen die op het be-
stuurdersinformatiedisplay worden
weergegeven grijs.
► Wanneer Lane Keeping Assist een
alarm geeft, zijn de rijstrooklijnen die
op het bestuurdersinformatiedisplay
worden weergegeven rood.
► Wanneer Lane Keeping Assist een
koppelinterventie op het stuur initi-
eert, zijn de rijstrooklijnen op het
bestuurdersinformatiedisplay blauw.
Lane Change Assist (LCA)
Lane Change Assist bestaat uit de vol-
gende subsystemen:
● Blind Spot Detection (BSD): wanneer de
Blind Spot Detection een of meer voer-
tuigen detecteert, waarschuwt het sys-
teem de bestuurder door het verlicht of
knippert van het waarschuwingslampje
op de achteruitkijkspiegel en het alarm-
beeld op het
bestuurdersinformatiedisplay.
● Coming Vehicle Warning (CVW): Wan-
neer het Coming Vehicle Warning-sys-
teem detecteert dat er snel naderende
voertuigen op de rijstroken aan weers-
zijden zijn, waarschuwt het systeem de
bestuurder door het waarschuwings-
lampje op de achteruitkijkspiegel en het
alarmbeeld op het
op