Pagina 2
........23 Gordelspanner....... 35 originele smart-onderdelen....23 Belastingslimiet Gebruiksveiligheid..
Pagina 3
Inhoud In- en uitschakelen Problemen met de sleutels....55 passagiersairbag ......40 Deuren.
Pagina 4
Inhoud Inschakelen/uitschakelen van de anti- Bagagebevestigingsgesp voor diefstalbeveiliging......65 kofferbak ........76 Uitschakelen van het geactiveerde anti- Opmerkingen over de diefstalalarm ..
Pagina 5
Inhoud Instellen van de In-/uitschakelen van de omgevingsverlichting ..... 88 klimaatregeling ......94 Ruitenwissers en sproeisysteem voor de De klimaatregeling instellen op voorruit .
Pagina 6
Inhoud Opmerkingen over het Hill Assist ........123 rijden ......... 107 Hill Descent Control (HDC) .
Pagina 7
Centrale display ......155 smart metgezel ....... 172 Overzicht en werking ......155 Spraakbesturing ..
Pagina 8
Inhoud Pechhulp en adviesdienst Opmerkingen over rouleren van de bellen ......... 177 wielen.
Pagina 9
Inhoud Opmerkingen over de Specificaties zitplaatsen ....214 hoogspanningsaccu..... . . 202 Zekeringen ........203 Zekeringen vervangen .
Pagina 10
Indicatie- en waarschuwingslampjes stuurbekrachtiging/geen stuurbe- Indicatielampje Dimlicht aan krachtiging (rood) (groen) Waarschuwingslampje Storing air- Waarschuwingslampje Storing bag (rood) dimlicht (geel) Indicatielampje Storing aanhan- Indicatielampje Grootlicht aan germodule (geel) (blauw) Indicatielampje Linker richting- Waarschuwingslampje Storing aanwijzer (groen) grootlicht (geel) Indicatielampje Rechter richting- Indicatielampje Automatisch aanwijzer (groen) grootlicht aan/Indicatielampje Adaptief...
Pagina 11
(groen) Waarschuwingslampje Storing rijstrookassistent (geel) Waarschuwingslampje Storing adaptieve cruisecontrol (grijs) Indicatielampje Rijstrookassistent of Waarschuwing verlaten van rijstrook Indicatielampje smart Pilot Assist uitgeschakeld (geel) gereed (grijs wit) Indicatielampje Waarschuwing Indicatielampje smart Pilot Assist kruisend verkeer achter/botsingver- aan (groen) mindering achter/waarschuwing deur...
Pagina 12
Als het voertuig moet worden opgestart met startkabels, raadpleeg dan de onder- Niet alle soorten koelvloeistof zijn geschikt werpen over het opstarten met voor deze auto en ga naar een smart er- startkabels. kende servicepartner als er koelvloeistof moet worden bijgevuld of vervangen.
Pagina 13
Bij voertuigen met rechtse besturing verschilt de lay-out van de onderdelen en de bedieningselementen dienovereenkomstig. smart behoudt zich het recht voor om wij- zigingen aan te brengen in: ● Ontwerp ● Configuratie ● Technische kenmerken...
Pagina 14
Symbolen Deze gebruikershandleiding bevat de vol- gende symbolen: WAARSCHUWING Gevaar door het niet in acht nemen van de waarschuwingen Waarschuwingen vestigen uw aandacht op gevaren die de gezondheid of het le- ven van u of anderen in gevaar kunnen brengen. ►...
Pagina 16
In één oogopslag Interieur Cockpit → → Lichtschakelaar Centrale display → Achterklepschakelaar Schakelaars op middelste display → → Lichtcombinatieschakelaar Opbergvak in middencon- sole voorin → Schakelaar voor ruitenwisserbediening → Bekerhouders in middenconsole → Informatiedisplay voor de → bestuurder Handschoenenkast → →...
Pagina 17
In één oogopslag → Lichtschakelaar Schakelaars op middelste display → → Achterklepschakelaar Opbergvak in middencon- sole voorin → Versnellingspook in → stuurkolom Bekerhouders in middenconsole → Informatiedisplay voor de → bestuurder Handschoenenkast → → Camera voor bewaking van Bedieningsknoppen op bestuurdersstatus stuurwiel links →...
Pagina 18
In één oogopslag Waarschuwingslampjes en indicatielampjes Indicatielampje Dimlicht aan Elektrische stuurbekrachtiging (groen) (EPAS) – Waarschuwingslampje Storing stuurbekrachtiging/geen stuurbe- Waarschuwingslampje Storing krachtiging (rood) dimlicht (geel) Waarschuwingslampje Storing air- Indicatielampje Grootlicht aan bag (rood) (blauw) Indicatielampje Storing aanhan- Waarschuwingslampje Storing germodule (geel) grootlicht (geel) Indicatielampje Linker richting- Indicatielampje Automatisch...
Pagina 19
(groen) Storing Driver Monitoring System of camera geblokkeerd (geel) Waarschuwingslampje Storing adaptieve cruisecontrol (grijs) Waarschuwingslampje Storing rijstrookassistent (geel) Indicatielampje smart Pilot Assist gereed (grijs wit) Indicatielampje Rijstrookassistent of Waarschuwing verlaten van rijstrook Indicatielampje smart Pilot Assist uitgeschakeld (geel) aan (groen)
Pagina 20
In één oogopslag Bedieningspaneel boven het hoofd → → Zonneklep links Zonneklep rechts → → Leeslampen vooraan Binnenkant achteruitkijkspiegel → Zonneschermschakelaar → SOS-noodoproepknop → Brillendoos Deurbedieningspaneel en stoelverstelling → → Deurklink Bestuurdersraam → → Ontgrendel het Passagiersraam voertuig vooraan → Raam tweede rij links→...
Pagina 21
In één oogopslag → → Raam tweede rij Pas de positie van het rechts kussen van de stoel aan → → Hoofdsteun van de stoel Pas de positie van het rugleuning van de stoel → Verstel de lendensteun van de stoel Exterieur Externe uitrusting Verlichting...
Pagina 22
In één oogopslag Noodgevallen en storingen → → Bedrijfsvloeistoffen Laadkap met de volgende labels → Trekhaak → Waarschuwingslabel voor → Waarschuwingslicht voor opladen gevaar QR-code voor → → SOS-noodoproepknop reddingskaart → Wielen en banden EHBO-kit → Bandenreparatieset → Waarschuwingsdriehoek → QR-code voor →...
Pagina 23
Gebruik van gecertificeerd papier U kunt de elektronische gebruikershand- smart hecht belang aan het milieu en kiest leiding raadplegen via het centrale display. papier uit een betrouwbare bron. Dit ge- Ga naar de gebruikershandleiding-...
Pagina 24
► Voer nooit zelf reparaties of laswerk- wijdering van batterijen zaamheden uit. ► Neem contact op met een door smart Batterijen bevatten stoffen die schade- geautoriseerde servicepartner voor lijk zijn voor het milieu. wijzigingen aan accessoires.
Pagina 26
(bijvoorbeeld: oranje kabelboom en ► Neem onmiddellijk contact op met de aangesloten onderdelen). een door smart geautoriseerde ser- ► Raak na een ongeval geen hoog- vicepartner voor inspectie en spanningsonderdelen aan. reparatie.
Pagina 27
Daardoor kan de bedrijfsveilig- werkzaamheden. heid van het voertuig in het gedrang smart raadt u aan om uw auto naar een komen. door smart geautoriseerde servicepartner ► Sluit de diagnoseverbinding van het te brengen voor inspectie en de volgende...
Pagina 28
B-stijl aan de bestuurderszijde. een door smart erkende servicepartner. Bij een ongeval of noodsituatie kunnen reddingsdiensten de QR-codes gebruiken Gebruik de smart APP of bezoek een smart om snel de juiste reddingskaart voor uw erkende servicepartner voor voertuig te vinden. De huidige reddings- informatieverandering.
Pagina 29
Algemene opmerkingen Hardware Assy - telematic node Radar - voorwaartse en achterwaartse detectie Neusoft Group (Dalian) Co., Ltd, No. 901-7 Huangpu Road, Ganjingzi District, Dalian Ci- Veoneer US, Inc., 26360 American Drive, ty, Liaoning Province, Volksrepubliek China Southfield MI 48034, VS TPMS Radar - detectie obstakels zijkant Schrader Electronics Ltd, 11 Technology...
Pagina 30
Registratie van voertuiggegevens in verband kunnen worden gebracht met een specifieke persoon. smart respecteert en zet zich in voor de bescherming van de privacy van de ge- Wij kunnen de geregistreerde gegevens in bruiker. De in deze handleiding beschreven...
Pagina 31
Algemene opmerkingen zoals de aangewezen IT-systemen van de gegevensbeschermingsbeleid en de ge- fabrikant. Het verzamelen, verwerken en bruiksvoorwaarden van die dienstverlener. gebruiken van persoonsgegevens buiten De fabrikant heeft geen invloed op de ge- de dienstverlening om is alleen toegestaan gevens die in dergelijke gevallen worden op basis van een wettelijke vergunning of uitgewisseld.
Pagina 32
Het is ook niet mogelijk het seerde servicepartner voor inspectie en risico op verwondingen door het opblazen reparatie.
Pagina 33
► Raak de onderdelen van de airbag niet aan. Er is sprake van ► Laat uitgeklapte airbags zo snel mo- een zijdelingse gelijk vervangen door een door botsing of een smart geautoriseerde Zijwaartse airbag frontale botsing servicepartner. met hoge snelheid onder een hoek waarbij aan de...
Pagina 34
Veiligheid van de inzittenden Als de gordelspanners in werking worden van het voertuig het volgende in acht gesteld of de airbags worden geactiveerd, nemen: hoort u een knal en kan er ook een kleine ● De veiligheidsgordel mag niet verdraaid hoeveelheid kruit vrijkomen.
Pagina 35
Er kan bij- voorbeeld lichamelijk letsel ontstaan bij ► Neem na een ongeval onmiddellijk een ongeval, een noodstop of contact op met een door smart ge- stuurbewegingen. autoriseerde servicepartner voor in- spectie en reparatie van het ► Bevestig kinderen jonger dan 12 jaar veiligheidssysteem.
Pagina 36
Vastmaken van de veiligheidsgordels beoogde beschermende functie niet meer vervullen. Als snel of hard aan de veiligheidsgordel ► Neem contact op met een door smart wordt getrokken, blokkeert het oprolme- geautoriseerde servicepartner om chanisme van de veiligheidsgordel en komt de gordelspanners onmiddellijk te de veiligheidsgordel niet verder los.
Pagina 37
Bij een ongeval kunnen de airbags, de Veiligheidsgordelverklikker gordelspanners en andere bijbehorende onderdelen beschadigd raken. Neem Het voertuig is uitgerust met een veilig- contact op met een door smart geauto- heidsgordelverklikkerfunctie. Het waar- riseerde servicepartner voor inspectie schuwingslampje voor het dragen van de en reparatie.
Pagina 38
► Neem contact op met een door smart geautoriseerde servicepartner om uitgeklapte airbags te laten Airbags vervangen. Overzicht van airbags...
Pagina 39
► Voeg zelf geen deuren of deuronder- kapstok. delen toe of wijzig deze niet. ● Er bevinden zich geen mobiele naviga- ► Neem contact op met een door smart tieapparatuur, mobiele telefoons, be- geautoriseerde servicepartner voor kerhouders enz. in het gebied van het de betreffende werkzaamheden.
Pagina 40
Airbag aan de Hoofd en borstkas ► Neem contact op met een door smart verste zijde geautoriseerde servicepartner om Status van de passagiersairbag uitgeklapte airbags te laten vervangen.
Pagina 41
12 jaar en kleiner dan 1,35 meter te uit te schakelen. verbeteren, raadt smart u aan het vol- De schakelaar voor de airbag van de pas- gende in acht te nemen: sagier voorin bevindt zich aan de passa- ●...
Pagina 42
Veiligheid van de inzittenden ● Het kinderbeveiligingssysteem moet Let op risico's, vermijd gevaren aangepast zijn aan de leeftijd, het ge- wicht en de grootte van het kind. Bevestigingssystemen voor kinderbeveiligingssystemen in het Uit de statistieken blijkt dat het meestal voertuig veiliger is om het kinderbeveiligingssys- teem op een zitplaats op de tweede rij te Gebruik alleen de volgende bevestigings-...
Pagina 43
► Plaats kinderbeveiligingssystemen onmiddellijk. altijd op de juiste manier, ook als u ► Neem contact op met een door smart ze niet gebruikt. geautoriseerde servicepartner om ► Neem altijd de installatie-instructies de bevestigingssystemen voor de...
Pagina 44
Veiligheid van de inzittenden Vermijd direct zonlicht Let op het volgende wanneer u stopt of parkeert WAARSCHUWING Risico op brand- wonden wanneer het kinderbeveili- WAARSCHUWING Risico op ongeval- gingssysteem wordt blootgesteld len en verwondingen door kinderen aan direct zonlicht die zonder toezicht in het voertuig worden achtergelaten Als het kinderbeveiligingssysteem aan direct zonlicht wordt blootgesteld, kun-...
Pagina 45
Veiligheid van de inzittenden ● Probeer de positie van de stoel aan te Geschiktheid van de stoelen voor de passen en de hoofdsteun te verwijderen bevestiging van wanneer de rugleuning van het kinder- kinderbeveiligingssystemen beveiligingssysteem niet past bij de Wanneer u een kinderbeveiligingssysteem vorm van de stoel en interfereert met op de bijrijderstoel voorin gebruikt, moet u de hoofdsteun van de stoel tijdens de...
Pagina 46
Veiligheid van de inzittenden Het ISOFIX-kinderbeveiligingssysteem valt ● C - ISO/R3: Naar achteren gericht kin- in de ISOFIX-maatcategorie die is beschre- derbeveiligingssysteem voor peuters ven in VN-reglement nr 16, bijlage 17, aan- van volledige grootte. hangsel 2: ● D - ISO/R2: Naar achteren gericht kin- ●...
Pagina 47
Veiligheid van de inzittenden Zitplaats tweede rij Bijrijderstoel voorin passagier Passa- Gewicht Grootte- Groep Passa- Zitplaats kind klasse giersair- Zitplaats giersair- tweede rij bag uit- tweede rij bag inge- buiten- gescha- midden schakeld kant keld De groottecategorie van het kinderbeveiligingssysteem staat vermeld op het plaatje van het kinderbeveiligingssysteem.
Pagina 48
Veiligheid van de inzittenden ● Bij gebruik van een kinderbeveiligings- Opmerkingen over de installatie van een systeem in de gewichtscategorie 0/0+ kinderbeveiligingssysteem en het naar achteren gericht kinderbe- veiligingssysteem in de gewichtscate- WAARSCHUWING Risico op letsel gorie l op een tweede zitrij, moet u de doordat het kussen van de stoel en voorstoel zo verstellen dat deze het de rugleuning van de zitplaatsen op...
Pagina 49
Veiligheid van de inzittenden Montage van een ISOFIX- of een i-Size- kinderbeveiligingssysteem WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of overlijden als het gewicht van het kind de toelaatbare brutomassa overschrijdt Bij Isofix-kinderbeveiligingssystemen waarbij het kind wordt vastgezet met behulp van de in het kinderbeveiligings- systeem geïntegreerde veiligheidsgor- del, mag het gewicht van het kind de toelaatbare brutomassa van het kinder-...
Pagina 50
Veiligheid van de inzittenden Bevestigen van de TOP TETHER aan de zitplaatsen op de tweede rij WAARSCHUWING Risico op letsel of overlijden als de rugleuning van de tweede zitrij niet is vergrendeld na- dat de TOP TETHER-veiligheidsgor- del is geïnstalleerd Als de rugleuningen van de tweede zitrij niet vergrendeld zijn, kunnen deze bij een ongeval, een noodstop of plotseling...
Pagina 51
Veiligheid van de inzittenden fabrikant van het kinderbeveiligingssys- en sluit de gordeltong in het gordelslot. teem in acht. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet verdraaid zit. Maak de veiligheidsgordel 3. Leid de TOP TETHER-gordel door de van het voertuig stevig vast aan het ruimte tussen de twee hoofdsteunstan- kinderbeveiligingssysteem volgens de gen onder de hoofdsteun...
Pagina 52
Veiligheid van de inzittenden kinderbeveiligingssystemen op de Kinderslot bijrijderstoel voorin WAARSCHUWING Risico op ongeval- WAARSCHUWING Risico op letsel of len en verwondingen door kinderen overlijden als een naar achteren ge- die zonder toezicht in het voertuig richt kinderbeveiligingssysteem worden achtergelaten wordt gebruikt terwijl de passa- giersairbag is ingeschakeld Als kinderen zonder toezicht in het...
Pagina 53
Veiligheid van de inzittenden Open de interface voor voertuiginstellin- > > - Snelle bediening Kinderslot gen, tik op Kinderslot links/kinderslot rechts om het kinderslot in/uit te schakelen. Veilig reizen met huisdieren in de auto Opmerkingen over huisdieren in het voertuig Als er huisdieren meereizen in het voer- tuig, neem dan de aanwijzingen voor het reizen met huisdieren in acht.
Pagina 54
Bluetooth-toets van de smart-app (indien ● Starten van het voertuig aanwezig). ► Laat kinderen nooit zonder toezicht U kunt zich via de smart-app voor de Blue- achter in het voertuig. tooth-toets registreren en vervolgens het ► Neem bij het verlaten van het voer-...
Pagina 55
(→ Pagina 163). De eigenaar kan de sleutel van het voer- Verwijderen en installeren van de tuig delen met anderen via de smart-app. mechanische sleutel Voertuig opnieuw vergrendelen Verwijderen van de mechanische sleutel Als er gedurende een bepaalde periode...
Pagina 56
4. Plaats een nieuwe batterij in het batte- is vereist. rijvak, plaats het deksel van het batte- Neem contact op met een door smart ge- rijvak, steek een geschikt gereedschap autoriseerde servicepartner voor het ver- in de gleuf van het deksel van het bat- vangen van de batterij.
Pagina 57
Als u uw sleutelhanger of mechanische 1. Ontgrendelen: druk op de toets sleutel verliest 2. Vergrendelen: druk op de toets ● Neem contact op met een door smart Als het voertuig is vergrendeld zoals hier- erkende servicepartner. onder, kan de bovenstaande handeling...
Pagina 58
Openen en sluiten Naderen om te ontgrendelen/weglopen om te vergrendelen in of uitschakelen Ga naar de instellingsinterface: > > - ● Tik op Instellingen voertuig > Controle van het voertuig Naderen om te ontgrendelen Weglopen om te ver- grendelen om Benaderen om te ont- grendelen/Weglopen om te vergrendelen in/uit te schakelen (→...
Pagina 59
Dubbel slot (indien aanwezig) Als de hendel niet kan worden uitge- Overzicht van Double Lock trokken, neem dan contact op met een door smart geautoriseerde Zodra de Double Lock is ingeschakeld, kan servicepartner. de deur niet van binnenuit worden geopend.
Pagina 60
● Tik op de toets op het centrale display. ● Druk op de Bluetooth-toets van de smart-app (indien aanwezig). ● Voertuigen uitgerust met een elektrisch bediende achterklep met voetschop: neem de keyfob mee en trap onder de achterbumper.
Pagina 61
► Stop het sluiten van de achterklep Wanneer de auto de sleutelhanger of op een van de volgende manieren: smart APP Bluetooth-sleutel detecteert, kunt u de hefdeur openen, sluiten of stop- ˗ Druk op de toets op de pen door onder de achterbumper te sleutel.
Pagina 62
Openen en sluiten ● Ga bij het schoppen op minstens 30 Instellen van de openingshoek van het centimeter afstand van het voertuig hefportier staan. Handmatig aanpassen van de ● Raak de bumper bij het schoppen niet openingshoek van het hefportier aan.
Pagina 63
Openen en sluiten 2. Druk op de clip en verwijder het paneel- WAARSCHUWING Gevaar voor be- knelling wanneer kinderen de ramen bedienen Kinderen kunnen ingesloten raken als ze de ramen bedienen, vooral als er geen toezicht is. ► Activeer het kinderslot van de achterruit.
Pagina 64
Openen en sluiten ● Bij het openen van een deur, waarvan > > Tik op Snelle bediening het raam helemaal onderaan zit, gaat alle ramen te sluiten (→ Pagina 160). het raam iets omhoog om trillen te Alle ramen openen voorkomen.
Pagina 65
Openen en sluiten Houd de ontgrendelingsknop op de cen- gaat u als volgt te werk om de ruiten trale vergrendeling in het voertuig inge- opnieuw in te leren: drukt, de ramen gaan open. ˗ Trek de schakelaar omhoog en laat de schakelaar 3 seconden nadat de ruit Druk op de knop op de sleutelhanger,...
Pagina 66
Wanneer het antidiefstalsysteem is inge- Om het zonnescherm automatisch te slui- schakeld, gaat het alarm af in de volgende...
Pagina 67
(indien aanwezig). Auto-inbraakalarm (indien aanwezig) ● Start het voertuig. Wanneer het inbraakalarm is ingeschakeld, Als u de smart-app gebruikt om het detecteren de bewegingsdetectoren in het voertuig op afstand te bedienen interieur beweging in het voertuig, inclu- (uitgezonderd ontgrendeling op af- sief de luchtstroom door de open ramen.
Pagina 68
Zitplaatsen en opbergruimte ● De achterkant van het hoofd rust tegen Zitplaatsen het midden van de hoofdsteun en het contactpunt is gelijk met de ogen. Opmerkingen over de juiste positie van de bestuurdersstoel ● U kunt het stuurwiel bereiken met uw armen licht gebogen.
Pagina 69
Zitplaatsen en opbergruimte Elektrisch verstellen van de stoelen WAARSCHUWING Risico op letsel vooraan door verkeerde instelling van de stoelen WAARSCHUWING Risico op verwon- dingen als de voertuiginstellingen ► Zorg ervoor dat de stoelen vooraan worden aangepast terwijl het voer- vergrendeld zijn voordat u gaat rij- tuig in beweging is den.
Pagina 70
Zitplaatsen en opbergruimte WAARSCHUWING Risico op letsel door verkeerde instelling van de stoelen ► Zorg ervoor dat de stoelen vooraan vergrendeld zijn voordat u gaat rij- den. Anders kan bij een ongeval of een noodstop persoonlijk letsel ontstaan. ► Verstel de stoel nooit als het voer- tuig in beweging is.
Pagina 71
Zitplaatsen en opbergruimte Verstellen van de zitplaatsen op de Rugleuningen van de tweede zitrij in-/ tweede rij uitklappen Type I De stoel naar voorwaarts/achterwaarts verstellen: til de hendel op, schuif de Rugleuningen inklappen stoel naar voren of naar achteren en zet de stoel vast in de juiste stand.
Pagina 72
Zitplaatsen en opbergruimte Trek aan het lipje en duw de rugleuning steun: druk op de toets en steek te- naar achteren tot de aanslag. Controleer gelijkertijd een geschikt stuk na de aanpassing of de rugleuning stevig gereedschap in het gat en duw omh- vastzit.
Pagina 73
Zitplaatsen en opbergruimte Nadat Easy Entry/Exit is ingescha- keld, wordt Easy Entry/Exit niet meer geactiveerd als de bestuurder de stoelpositie bij het in- of uitstappen handmatig aanpast. Stuurwiel Handmatig verstellen van het stuurwiel WAARSCHUWING Risico op verwon- dingen als de voertuiginstellingen worden aangepast terwijl het voer- 1.
Pagina 74
Zitplaatsen en opbergruimte De gewenste geheugenfunctie kan de po- WAARSCHUWING Risico op beknelling sities van de bestuurdersstoel, de buiten- bij gebruik van de geheugenfunctie spiegels en het head-up display opslaan. om de stoel in te stellen De in het geheugen opgeslagen po- Wanneer u de geheugenfunctie gebruikt sitie zal veranderen als u van per- om de stoel te verstellen, kunnen u en...
Pagina 75
Zitplaatsen en opbergruimte De rijeigenschappen van een beladen Opbergruimte voertuig zijn afhankelijk van de verdeling van de lading binnen het voertuig. Neem Opmerkingen over beladen van het de volgende richtlijnen in acht bij het la- voertuig den en vervoeren: ● Overschrijd het bruto voertuiggewicht WAARSCHUWING Risico op verwon- niet.
Pagina 76
Zitplaatsen en opbergruimte Het brilcompartiment in het midden van de hemel openen Druk op in de richting van de pijl om het brilcompartiment in het midden van de 1. Om teopenen: trek de handgreep hemel te openen. omhoog en til de achterklep omhoog. Uitklappen van de armsteun van de 2.
Pagina 77
Zitplaatsen en opbergruimte Installeren en verwijderen van de Bagagebevestigingsgesp voor kofferbak kofferbakscheider Wanneer u lading in de het kofferbak laadt, moet u deze goed opbergen en de bagage- bevestigingsgespen gebruiken om deze vast te zetten. Lees de opmerkingen over het laden van het voertuig (→...
Pagina 78
Zitplaatsen en opbergruimte USB-poort OPMERKING De uitgangsspanning is 5 V (tot 9 V bij snelladen), en de maximale uitgangs- stroom is ongeveer 3 A. De USB-poorten bevinden zich in het op- bergvak onder het centrale display. Speciale poort voor opladen, die tot 18 Til het deksel op en plaats de W snelladen kan leveren (voor mobiele...
Pagina 79
Zitplaatsen en opbergruimte De mobiele telefoon draadloos opladen Mobiele telefoon draadloos opladen Opmerkingen over draadloos opladen OPMERKING Schade door draadloos opladen ► Zorg ervoor dat metalen voorwerpen ver verwijderd zijn van het laadbord. Metalen voorwerpen kunnen de op- laadkaart oververhitten en zelfs on- Als uw telefoon draadloos opladen onder- gelukken veroorzaken.
Pagina 80
Zitplaatsen en opbergruimte Vloermatten niet opvolgen van deze instructie kan leiden tot verlies van controle Vloermatten over het voertuig, met persoonlijk letsel of de dood tot gevolg. WAARSCHUWING Risico op ongeval- ► Berg alle voorwerpen in het voertuig len door verkeerd geïnstalleerde goed op, zodat ze niet op de plaats vloermatten kunnen komen waar de voeten van...
Pagina 81
Licht en zicht Druk op de schakelaar om het posi- Buitenverlichting tielicht en de achterste kentekenplaatver- lichting tegelijk in te schakelen. Informatie over het verlichtingsysteem en uw verantwoordelijkheden Druk op de schakelaar om het dim- licht, het positielicht en de kentekenplaat- De verschillende verlichtingssystemen van verlichting tegelijk in te schakelen.
Pagina 82
Licht en zicht De richtingaanwijzer knippert 3 keer. Bediening van de combischakelaar 2. Continu knipperen: druk de combischa- kelaar voorbij het weerstandspunt in de richting van de pijl In-/uitschakelen van de alarmknipperlichten Richtingaanwijzer rechts AAN/UIT: tik op de toets Groot licht In geval van een aanrijding of een Groot licht knippert noodstop kunnen de alarmknipper-...
Pagina 83
Licht en zicht ● Wanneer de automatische koplamp niet via de sensor. Wanneer het licht zwak is, kan deze functie automatisch het dimlicht, in de stand staat: schakel de com- de positielichten en het achterlicht inscha- bischakelaar eenmaal in de richting van kelen.
Pagina 84
Licht en zicht Automatische koplamp Belasting Selectie Alle inzittenden (bestuurder + voorpassagier + 3 achterpassagiers) Bij GVWR met alle inzittenden (be- stuurder + voor- passagier + 3 achterpassagiers + achterlading) Druk op de knop om de automatische Bij GVWR met la- koplamp in te schakelen.
Pagina 85
Licht en zicht actuele licht-, zicht- en gemakkelijker maken voetgangers langs verkeersomstandigheden. de weg waar te nemen. Het is ingeschakeld onder de volgende Bochtverlichting voorwaarden: Bochtverlichting zorgt voor een betere ● De automatische koplamp verlichting van bochten. ingeschakeld. ● De functie adaptieve voorverlichting is ingeschakeld.
Pagina 86
Licht en zicht Adaptive High Beam houdt geen rekening Automatic High Beam met de weg-, weers- of verkeersomstandigheden. WAARSCHUWING Gevaar voor onge- In de volgende gevallen kan de opsporing vallen wanneer Automatic High Beam worden beperkt: is ingeschakeld ● Slecht zicht, zoals bij mist, zware regen Automatic High Beam kan de volgende of sneeuw.
Pagina 87
Licht en zicht Automatic High Beam inschakelen Gebruikerslicht Druk op de schakelaar Buitenverlichting Wanneer Automatic High Beam ingescha- Wanneer het voertuig ontgrendeld is, gaan keld is, gaat de indicator op het be- het dimlicht, de positielichten en het ach- stuurdersinformatiedisplay branden. terlicht aan.
Pagina 88
Licht en zicht Inschakelen/uitschakelen van het Interieurverlichting leeslampje via het centrale display Instellen van de binnenverlichting ● Ga naar de snelkoppelingsinterface: Veeg omlaag op het centrale display of > WAARSCHUWING Risico op verwon- tik op om het leeslampje aan dingen als de voertuiginstellingen of uit te zetten (→...
Pagina 89
Licht en zicht Instellen van de omgevingsverlichting Ruitenwissers en sproeisysteem voor de voorruit Omgevingslicht wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat het interieur van de auto Bediening van de ruitenwisser vooraan niet te donker is tijdens het rijden, en ook om een aangename rijomgeving te creëren.
Pagina 90
Licht en zicht De ruitenwisser vooraan in de onder- Bediening van de ruitenwisser achter houdsmodus zetten: Open de instellingsinterface, tik op Auto- > status Onderhoud wisser voor om de on- derhoud wisser voor-modus in of uit te schakelen. Vervangen van de voorste ruitenwisserbladen WAARSCHUWING Gevaar voor be- knelling als de ruitenwissers aan-...
Pagina 91
Licht en zicht 1. Klap de ruitenwisserarm weg van de 1. Lijn een nieuw ruitenwisserblad uit met achterruit. de wisserarm in de richting van de pijl 2. Verwijder het ruitenwisserblad en schuif de clip in de vergrendelde de wisserarm in de richting van de stand.
Pagina 92
Licht en zicht Handmatig antiverblinding van de Achteruitkijkspiegels binnenspiegel Afstellen van de buitenspiegels WAARSCHUWING Risico op verwon- dingen als de voertuiginstellingen worden aangepast terwijl het voer- tuig in beweging is Vooral in de volgende situaties kunt u de controle over het voertuig verliezen: ●...
Pagina 93
Licht en zicht ● Ga naar de instellingsinterface: De binnenspiegel handmatig verstellen > > Tik op Snelle bediening de buitenspiegels in/uit te klappen (→ Pagina 160). Handmatig inklappen Duw de buitenspiegel handmatig naar bin- nen en de buitenspiegel klapt in; duw de buitenspiegel handmatig naar buiten en de buitenspiegel klapt uit.
Pagina 94
Licht en zicht Trek het uit de houder in de richting van de pijl en draai het naar de deur. Wanneer de kap van de make-upspiegel wordt geopend, gaat de spiegellamp aan.
Pagina 95
Klimaatregelingsysteem Ga naar de interface van de Overzicht van het klimaatregeling. klimaatregelingsysteem Veeg naar boven op het centrale display of Fysieke knoppen van de klimaatregeling tik op om de klimaatregelingsinterfa- ce te openen. Afhankelijk van de configu- Schakel de overeenkomstige functies van ratie van het voertuig is de interface van de klimaatregeling in door de fysieke toet- de klimaatregeling verdeeld in verschil-...
Pagina 96
Klimaatregelingsysteem De klimaatregeling instellen op AUTO Ontdooien van de achterruit Tik op de toets in het middelste ge- In de AUTO-modus wordt het interieur van deelte van het display om de ontdooiing het voertuig op een constante tempera- van de achterruit in te schakelen om ijs en tuur gehouden.
Pagina 97
Klimaatregelingsysteem Instellen van de verwarmingstijd van de Stel de levensduur van het cabineluchtfil- bestuurders-/passagiersstoel ter opnieuw in Ga naar de instellingsinterface: Als het cabineluchtfilter is vervangen, tikt u op Reset, waarna het cabineluchtfilter > > - ● Tik op Instellingen voertuig 100% aangeeft.
Pagina 98
Laat het onderhoud openingen te sluiten. altijd uitvoeren bij een door smart geauto- 2. Instellen van de luchtuitlaten aan de riseerde servicepartner. passagierszijde: beweeg de schuifjes...
Pagina 99
Klimaatregelingsysteem naar de zijkanten van de passagiersstoel Ventilatie armleuningbak in de maximale stand om de luchtope- ningen te sluiten. Instellen van de luchtuitlaat aan de achterkant Schakelaar voor aanpassing van de luchtuitlaat Luchtuitlaat 1. Instellen van de luchtuitlaat achteraan: 1. Open de armleuningbak. beweeg de schuifjes omhoog, om- 2.
Pagina 100
Opladen van het voertuig lichaam). Gebruik zo nodig isolerende Opladen van de hoogspanningsaccu handschoenen en neem zo spoedig mo- gelijk contact op met een door smart Opmerkingen over het opladen van de geautoriseerde servicepartner voor hoogspanningsaccu inspectie. Let op het volgende bij het opladen van ●...
Pagina 101
Opladen van het voertuig ● Gebruik de elektronische apparatuur op OPMERKING Versnelde veroudering een logische manier. van de hoogspanningsaccu door ● Onderhoud het voertuig regelmatig. veelvuldig opladen tot het volle vermogen De oplaadtijd van een hoogspanningsaccu kan variëren tijdens de levensduur van de Laad de hoogspanningsaccu niet te vaak accu.
Pagina 102
Opladen van het voertuig Oplaadpoort voor het voertuig en Reisschema oplaadmethoden WAARSCHUWING Risico op interfe- De hoogspanningsaccu kan zowel met wis- rentie veroorzaakt door het centrale selstroom als met gelijkstroom worden display opgeladen. Als u de functies op het centrale display bedient terwijl u rijdt, kunt u worden af- geleid van de verkeerssituatie, waar- door u de controle over de auto kunt...
Pagina 103
Opladen van het voertuig De gebruiker kan max. één eenmalig sche- 1. Veeg naar links of rechts om de SOC- ma instellen. doelwaarde in te stellen. 4. Selecteer een reistijd in het tijdmenu en 2. Tik op om de interface van het tik op Opslaan.
Pagina 104
● Het aandrijfsysteem is niet gestart. ► Laat een beschadigd oplaadpistool ● De oplaadkabel is niet uitgerekt. zo snel mogelijk vervangen door een door smart geautoriseerde servicepartner. ► Sluit de oplaadkabel nooit aan op een beschadigde oplaadpoort van het voertuig.
Pagina 105
Opladen van het voertuig Wanneer het voertuig tijdens het opladen wordt ingeschakeld, ver- schijnt er naast het accuniveau een oplaadindicatielampje op het be- stuurdersinformatiedisplay. Let op alle informatie die op het bestuur- dersinformatiedisplay wordt weergegeven. Afhankelijk van de temperatuur kunt Opladen met wisselstroom: u tijdens het opladen de ventilator 1.
Pagina 106
Opladen van het voertuig 2. Open de noodontgrendelingsklep van 3. Trek de ring naar beneden om de op- het oplaadpistool laadpoort te ontgrendelen. 4. Trek het oplaadpistool naar buiten.
Pagina 107
Rijden en parkeren Hierdoor kunnen andere weggebruikers Rijden (met name voetgangers en fietsers) uw voertuig beter horen. Opmerkingen over elektrische voertuigen ● Wanneer het voertuig sneller rijdt dan 20 km/u, wordt de waarschuwing voor lage snelheid uitgeschakeld. WAARSCHUWING Risico op chemi- sche brandwonden en vergiftiging ●...
Pagina 108
Rijden en parkeren ● Ga naar de instellingsinterface: WAARSCHUWING Risico op een onge- > > Tik op Snelbediening Energiere- val of letsel door rijden onder invloed generatief remmen om het energiere- van alcohol en drugs generatieniveau van Energieregeneratief remmen aan te Rijden onder invloed van alcohol of passen.(→...
Pagina 109
Rijden en parkeren Opmerkingen over het rijden met Fording dakbelasting, aanhangwagen of volle WAARSCHUWING Risico op ongeval- belading len door fording Wanneer met een voertuig wordt gereden met beladen dakdrager, met aangekop- Probeer nooit door diep of bewegend pelde aanhanger of in volledig beladen water te gaan.
Pagina 110
► Controleer of de omgeving voldoet neem contact op met een door smart aan de voorwaarden voor het starten geautoriseerde servicepartner. van het voertuig, zo niet, start het voertuig dan niet.
Pagina 111
Rijden en parkeren alcoholslot om de aansluiting van het alco- In sommige bedrijfsmodi kan de holslot te vergemakkelijken. stroom van het voertuig niet worden uitgeschakeld met de bovenstaande Raadpleeg voor informatie over een handelingen. De bedrijfsmodus moet bepaald alcoholslot de gebruikers- dan eerst worden uitgeschakeld.
Pagina 112
Rijden en parkeren ● Highway Assist gebruiken. ● De standaardmodus voor dagelijks ge- bruik. De comfortmodus is standaard in- ● Front Collision Mitigation wordt geschakeld wanneer het voertuig wordt geactiveerd. gestart, en biedt de meest comfortabele ● Automatic Parking Assist is geactiveerd. rijervaring.
Pagina 113
Rijden en parkeren Achteruit Versnellingspook Neutraal Versnellingspook in stuurkolom Rijden WAARSCHUWING Risico op ongeval- Schakelen naar parkeren len en verwondingen door kinderen Trap het rempedaal in en druk vervolgens die zonder toezicht in het voertuig op de toets , het bestuurdersinforma- worden achtergelaten tiedisplay geeft aan.
Pagina 114
Rijden en parkeren bestuurdersinformatiedisplay ver- WAARSCHUWING Risico op ongeval- schijnt, laat het rempedaal los en nu kan len en verwondingen door kinderen het voertuig vrij worden bewogen. die zonder toezicht in het voertuig worden achtergelaten OPMERKING Schade aan het voertuig als het wegrolt Als kinderen zonder toezicht in het voertuig worden achtergelaten, kunnen...
Pagina 115
Rijden en parkeren 5. Verlaat het voertuig en sluit het af. Elektrische parkeerrem Automatisch aantrekken van de elektrische parkeerrem De elektrische parkeerrem wordt inge- schakeld als het voertuig in de parkeer- stand staat De elektrische parkeerrem treedt ook in 2 panoramische camera's op de werking in de volgende omstandigheden: buitenspiegels.
Pagina 116
Neem on- pen, kunnen leiden tot foutieve waar- middelijk contact op met een door schuwingen en het weglaten van smart erkende servicepartner. obstakels. Parkeerhulp vooraan ● De parkeerhulpsensoren detecteren geen platte voorwerpen op de grond,...
Pagina 117
Rijden en parkeren Nadat het voertuig is gestart, worden de Beperkingen van Automatic Parking Assist achtersensoren automatisch geactiveerd Als een van de volgende omstandigheden wanneer u het voertuig in zijn achteruit zich voordoet, stopt de Automatic Parking en de voertuigsnelheid lager is dan Assist en wordt deze gedwongen uit te 15 km/u.
Pagina 118
Rijden en parkeren ● Het gebruik van bandenkettingen. parkeerplaatsen. Als de snelheid van het voertuig hoger is dan 25 km/h, verschijnt Voor meer informatie over de beperkingen op het centrale display een vertragingsbe- van de Automatic Parking Assist, zie over- richt en moet de snelheid van het voertuig zicht van het parkeerhulpsysteem (→...
Pagina 119
Rijden en parkeren voor een aanrijding bestaat, zet de Parking OPMERKING Opmerkingen over Par- Emergency Brake een noodstop op het king Emergency Brake voertuig in en geeft hij visuele en auditieve aanwijzingen. ► Wanneer Parking Emergency Brake Beperking van Parking Emergency Brake is ingeschakeld, kunt u Parking Emergency Brake uitschakelen door Parking Emergency Brake kan onder de...
Pagina 120
Rijden en parkeren het bestuurdersassistentiesysteem moge- Sensoren van het rijhulpsysteem lijk niet goed: Het voertuig is uitgerust met meerdere ra- ● Installeer nooit accessoires zoals kente- dars en camera's, die worden gebruikt om kenplaatdecoratie of stickers in de ra- de afstand tussen de voorligger en uw dar, camera en omgeving.
Pagina 121
Remmen na botsing (PIB) contact op te nemen met een smart er- Na een voertuigbotsing start Remmen na kende servicepartner. Als in een derge-...
Pagina 122
Overzicht Electronic Stability Control play, is er een storing in het elektronische Sport Mode stabiliteitscontrolesysteem. Neem contact op met een door smart geautoriseerde De bestuurder kan de Electronic Stability servicepartner voor reparatie. Control Sport Mode selecteren voor een veel actievere rijervaring.
Pagina 123
Rijden en parkeren WAARSCHUWING Ongevallenrisico door verkeerd gebruik van Park As- sist 360 Camera ► Personen, voorwerpen en obstakels die op het centrale display worden weergegeven, kunnen dichter bij de auto lijken dan ze in werkelijkheid zijn. ► De parkeerhulpcamera's zijn ontwor- pen om te helpen bij het parkeren.
Pagina 124
Rijden en parkeren Stuurbekrachtiging Cornering Brake Control De bekrachtigde stuurinrichting vermin- Cornering Brake Control kan de remdruk dert de hoeveelheid kracht die nodig is om op de binnenwielen regelen wanneer het het stuurwiel te draaien voor een betere voertuig remt in een bocht om te voorko- controle over het voertuig, en biedt ver- men dat de binnenwielen te vroeg blokke- schillende bekrachtigingskrachten afhan-...
Pagina 125
Druk op de knop links op het ling naar beneden rijdt. stuur en selecteer smart Pilot Assist/ Wanneer de snelheid van het voer- Adaptive Cruise Control/Cruise Control/ tuig hoger is dan 60 km/u, schakelt...
Pagina 126
Cruise Control in de Druk op de knop links op het gereedstand staat, en de snelheid van het stuur en selecteer smart Pilot Assist/ voertuig niet langer regelt. Adaptive Cruise Control/Cruise Control/ Speed Limiting, afhankelijk van de configu- In een van de volgende gevallen wordt ratie van het voertuig.
Pagina 127
Rijden en parkeren ● De bestuurder houdt de snelheid van langzaam voertuig voor u bevindt, regelt het voertuig langer dan 1 minuut hoger het systeem automatisch het voertuig om dan de ingestelde snelheid. de snelheid op de ingestelde snelheid te brengen.
Pagina 128
Neem voertuig niet normaal detecteren, contact op met een door smart er- waardoor het voertuig kan versnel- kende servicepartner voor aanver- len, en dus moet de bestuurder dit wante operaties.
Pagina 129
Druk op de knop links op het links op het stuurwiel om de volgafstand stuur en selecteer smart Pilot Assist/ van het voertuig aan te passen. Het Adaptive Cruise Control/Cruise Control/ laagste niveau is niveau 1 en het hoogste Speed Limiting, afhankelijk van de configu- niveau is niveau 3.
Pagina 130
Rijden en parkeren snelheidsbord op de weg wordt gedetec- ● Elektrische parkeerrem is ingeschakeld. teerd en de momenteel ingestelde snel- ● De wielen verliezen tractie. heid hoger is dan de snelheidsbeperking, ● De voertuigsnelheid overschrijdt de in- de doelsnelheid automatisch aanpassen gestelde snelheid en duurt langer dan aan de snelheidsbeperking.
Pagina 131
Als het gas- bedienen. pedaal op dat moment wordt ingedrukt, Inhalen vermijden: start het voertuig en moet de bestuur- Wanneer Highway Assist (smart Pilot As- der het voertuig overnemen en op veilig rijden letten. sist , weergegeven op het bestuur-...
Pagina 132
Rijden en parkeren Wanneer de functie is geactiveerd (→ Pa- WAARSCHUWING Risico op ongeval- gina 137) zorgt het systeem er automa- len bij gebruik van Highway Assist tisch voor dat het voertuig van rijstrook wisselt. ► Highway Assist is slechts een hulp- middel en kan volledig automatisch rijden niet realiseren.
Pagina 133
Druk op de knop links op het wanneer u onder de volgende omstandig- stuur en selecteer smart Pilot Assist/ heden rijdt: Adaptive Cruise Control/Cruise Control/ ● Wegen met kleine bochten (zoals oprit- Speed Limiting, afhankelijk van de configu- ten en ringwegen).
Pagina 134
Druk op de knop links op het stuur van het voertuig geen snelheidsverho- om smart Pilot Assist weer in te schakelen. ging toelaat. Het groene lampje op het bestuur- ● Hoe hoger de snelheid van het voertuig, dersinformatiedisplay gaat branden.
Pagina 135
Rijden en parkeren afstand te bewaren, en houdt hij het voer- zal het systeem de bestuurder eraan her- tuig op de huidige rijstrook met stuurhulp. inneren het voertuig op de rijstrook onder controle te houden door het stuurwiel te Bij het actieve systeem moet de bestuur- laten trillen of geluids- en visuele signalen der voortdurend het stuurwiel bedienen te sturen.
Pagina 136
Rijden en parkeren Als de bestuurder het voertuig niet onder rijstrook en start een noodstop, wanneer controle heeft en het systeem detecteert het voertuig rijdt op een weg met duidelij- dat het voertuig de rijstrooklijn gaat over- ke rijstrooklijnen of wegbegrenzing, het schrijden, zal Lane Departure Warning de systeem detecteert dat het voertuig af- bestuurder eraan herinneren door het...
Pagina 137
Rijden en parkeren Hands-off alarm OPMERKING Wanneer de Emergency Lane Keep Assist is geactiveerd, moet de bestuurder het stuur ► Nadat de Lane Keeping Assist is in- altijd met beide handen vasthouden. Als geschakeld, gaat, als het systeem Lane Departure Prevention geen handen uitvalt, het controlelampje op het stuur detecteert wanneer het voor het bestuurdersinformatiedisplay...
Pagina 138
Rijden en parkeren bestuurdersinformatiedisplay te laten ● Lane Change Assist kan kleinere objec- branden of knipperen. ten niet detecteren. In-/uitschakelen van Lane Change Collision Warning Beep Ga naar de instellingsinterface: > > ● Tik op Hulp bij het rijden Assis- >...
Pagina 139
Rijden en parkeren bestuurder het stuurwiel draait in een po- WAARSCHUWING Risico op een onge- ging een aanrijding te ontwijken, werkt val door het gebruik van Automated Autonomous Emergency Brake niet. Lane Change Assist Bedrijfsomstandigheden van Autonomous Emergency Brake: ► Automated Lane Change Assist is ●...
Pagina 140
Rijden en parkeren 4. Autonomous Emergency Brake: Autono- personenauto's, enz.) die voor uw voertuig mous Emergency Brake wordt geacti- rijden. veerd bij een directe botsing. Het Bij het detecteren van een voetganger/ systeem kan een botsing vermijden of fietser moet Front Collision Mitigation de de snelheid van een botsing verminde- volgende exacte informatie verkrijgen: ren door een maximale remkracht toe te...
Pagina 141
Rijden en parkeren kunnen de werking van het systeem buiten het bereik van de sensordetectie verminderen. ligt. ● Beperkt zicht op camera/radar: het ● Als het voertuig langzaam achter uw zicht op de camera en de radar is be- voertuig nadert en te laat wordt perkt.
Pagina 142
Rijden en parkeren OPMERKING Let op het volgende bij OPMERKING Het gebruik van Front het gebruik van Front Cross Traffic Cross Traffic Alert kan worden beïn- Alert vloed wanneer: ► Front Cross Traffic Alert is een rij- ► Front Cross Traffic Alert voert een hulpsysteem dat niet altijd in alle si- zelfcontrole uit bij het starten, waar- tuaties goed werkt.
Pagina 143
Rijden en parkeren ● Sla nooit tegen de sensor of het omrin- is voor een zijwaartse aanrijding. Indien gende gebied. nodig wordt automatisch geremd. Als het voertuig naar de achteruit wordt ● De scheuren/krassen of steenslag in het gebied van de voorbumper voor de geschakeld en de voertuigsnelheid 0- voorste hoekradar beïnvloeden de...
Pagina 144
Rijden en parkeren ● Sla nooit tegen de sensor of het omrin- wanneer u het portier opent, verschijnt er gende gebied. een melding op het bestuurdersinforma- tiedisplay om de bestuurder of passagier ● De scheuren/krassen of steenslag in het eraan te herinneren te stoppen met het achterbumpergebied achter de achter- openen van het portier om de aanrijding te radar beïnvloeden de werking van de...
Pagina 145
Beperkingen van Evasive Maneuver Assist servicepartner. Anders werkt Door Opening Warning mogelijk niet De functies van Evasive Maneuver Assist normaal.
Pagina 146
Rijden en parkeren Traffic Sign Recognition is ontworpen om u snelheidslimiet/het verkeersbord mo- te herinneren aan de geldende verkeersre- gelijk verkeerd of niet wordt herkend. gels en u te helpen zich aan de wettelijke Traffic Sign Recognition heeft in sommige snelheid en de plaatselijke verkeersbeper- gevallen beperkingen: kingen te houden.
Pagina 147
Rijden en parkeren De camera van het Driver Monitoring Sys- Waarschuwing vermoeidheid bestuurder bevindt zich op de stuurkolom aan Wanneer het systeem detecteert dat de de achterzijde van het stuurwiel. bestuurder zich in een toestand van lichte vermoeidheid bevindt, knippert de rode in- Het Driver Monitoring System is ontworpen om de status van de bestuurder te detec- dicator...
Pagina 148
Afstand tot leegstand ► Rij voorzichtig. ► Parkeer het voertuig zo snel mogelijk Tijdens het opladen/ontladen toont het en neem contact op met een smart bestuurdersinformatiedisplay erkende servicepartner. WAARSCHUWING Risico van storin- gen door informatiesystemen en...
Pagina 149
Bestuurdersdisplay Statusweergave deuropening Bediening van het bestuurdersinformatiedisplay Houd u bij de bediening van het bestuur- dersinformatiedisplay aan de wettelijke voorschriften van het land of de regio waarin u rijdt. Als de auto in de parkeerstand /rijstand /achteruitrijstand staat en een van de portieren, de motorkap, de achterklep of de afdekking van de laadpoort wordt geopend, wordt de statusindicator van het...
Pagina 150
Als tijdens het rijden waarschuwingslamp- jes blijven branden, dient u het voertuig op een veilige plaats te parkeren en contact Indicatielampje achterste mis- op te nemen met een door smart geautori- tlichten: wanneer de achterste mistlichten seerde servicepartner. zijn ingeschakeld, gaat het indicatielampje branden.
Pagina 151
Het kan gevaarlijk zijn om met het voertuig te blijven rijden. Indicatielampje rijklaar: wanneer het voertuig normaal kan rijden, gaat het indicatielampje branden.
Pagina 152
Het kan ge- vaarlijk zijn om met het voertuig te blijven rijden.
Pagina 154
Bestuurdersdisplay plaats en neem contact op met een door Overzicht van het head-updisplay smart geautoriseerde servicepartner voor Head-updisplay projecteert beeldinforma- inspectie. tie op de voorruit vóór de bestuurder. ISA-foutindicatielamp: als Intelli- gente snelheidsassistent niet goed werkt, brandt de waarschuwingslamp. Head-up display...
Pagina 155
Bestuurdersdisplay Ga naar de instellingsinterface: Inschakelen/uitschakelen van het sneeuwmodus > > Snelle bediening Head-up ● Tik op display om de aanpassingsinterface te Ga naar de instellingeninterface: openen (→ Pagina 160). > > > - ● Tik op Algemeen Weergave Helderheid en hoogteverstelling Sneeuwmodus om de sneeuwmodus in/ uit te schakelen...
Pagina 156
Centrale display Als u een gepolariseerde zonnebril Overzicht en werking draagt, kan het moeilijk zijn om de informatie op het centrale display te Opmerkingen bij de werking het centrale lezen. display Metaalhoudende vaste stoffen kun- WAARSCHUWING Risico op interfe- nen radiosignalen blokkeren. Breng rentie veroorzaakt door het centrale geen metaalhoudende vaste stoffen display...
Pagina 157
Centrale display Via het centrale display kunt u in- Hoofdinterface: de hoofdinterface kan stellingen zoals de multimedia, be- bevatten: multimedia/aardemodel/na- paalde voertuigfuncties en de vigatie/luchtkwaliteit/weer/rijmodus. klimaatregeling bedienen. Tik dubbel op de kleine vos-avatar voor interactie. Wanneer de betreffende functie van het voertuig is ingeschakeld, worden op de statusbalk de volgende pictogrammen weergegeven:...
Pagina 158
Functie uitschakelen: Cruise Con- om tripinformatie te resetten. trol/Adaptive Cruise Control/Speed Li- miting/Highway Assist uitschakelen. Functie inschakelen: Cruise Con- trol/Adaptive Cruise Control/Speed Li- miting/Highway Assist inschakelen. Multimedia muten. Spraakbedieningsknop: kort in- drukken om spraakinvoer in/uit te schakelen; ingedrukt houden om smart...
Pagina 159
Centrale display ● Parkeerhulpcamera: tik op om de Snelkoppelingsinterface parkeerhulpcamera's in/uit te schakelen. Snelkoppelingsinterface ● Alle ramen sluiten: tik op om alle WAARSCHUWING Risico op interfe- ramen volledig te sluiten. rentie veroorzaakt door het centrale ● Alle ramen openen: tik op om alle display ramen volledig te openen.
Pagina 160
Centrale display Nadat de ruststand is ingeschakeld, zet de omgevingsverlichting, de stoelverwar- het systeem de klimaatregeling voor u op ming en de stoelventilatie uit en stelt het AUTO en sluit het de ramen, het zonne- de rijmodus in op de ECO modus. scherm en de leeslampjes.
Pagina 161
Centrale display ● Tik in de hoofdinterface op om de ● Tik in de hoofdinterface op om de instellingsinterface te openen. instellingsinterface te openen. ● Veeg op het centrale display naar links ● Veeg op het centrale display naar links vanaf rechts of tik op om de appli- vanaf rechts of tik op...
Pagina 162
Centrale display op de centrale display om het zonne- ● Omgevingslicht aanpassen: tik op Aan- scherm aan te passen. gepast om de kleur van het omgevings- licht (enkel, dubbel en thema) naar ● Instelling head-up display: tik op wens aan te passen. om de head-up display in of uit te schakelen.
Pagina 163
● Sterrenmodus: tik op Sterrenmodus om Gesimuleerd geluid: kies Uit, smart Original de sterrenmodus in of uit te schakelen. of Classic. ● Leeslampje: tik op Leeslampje om de Volume aanpassen op basis van snelheid: leeslampjes aan/uit te zetten.
Pagina 164
Centrale display Bluetooth te bekijken, de Bluetooth te ver- Lane Keeping Assist: tik op Lane Keeping wijderen, de Bluetooth naar wens opnieuw Assist om Lane Keeping Assist in/uit te te selecteren, enz. schakelen. Wi-Fi: tik op Wi-Fi om Wi-Fi in of uit te Parking Emergency Brake: tik op Parking schakelen, het verbonden netwerk en het Emergency Brake om de Parking Emergen-...
Pagina 165
Centrale display ● Veeg op het centrale display naar links Aanraken om te ontgrendelen: tik op Eén kant of Alle deuren om Aanraken om te vanaf rechts of tik op om de appli- ontgrendelen in te stellen. catie-interface te openen, tik op Ontgrendel het voertuig in de P-versnel- om de instellingeninterface te openen.
Pagina 166
Als het voertuig nog steeds niet kan worden bijgewerkt, neem ● Tik in de hoofdinterface op om de dan contact op met een smart er- instellingsinterface te openen. kende servicepartner. ● Veeg op het centrale display naar links vanaf rechts of tik op...
Pagina 167
Centrale display Talen en eenheden Taal: stel de displaytaal van het centrale display in. Tijdzone: stel de tijdzone in die op het cen- trale display wordt weergegeven. Temperatuur: stel de temperatuureenheid in als Celsius of Fahrenheit. Snelheid: stel de snelheidseenheid in als km/h of mph.
Pagina 168
Centrale display Onderhoud oplaadtemperatuur: tik tijdens het opladen op Onderhoud oplaadtempe- ratuur om het onderhoud van de oplaad- temperatuur in of uit te schakelen. Resterende reisafstand: tik op Resterende reisafstand om de status van de afstands- weergave in te stellen als Standaard en Dynamisch.
Pagina 169
Centrale display Metaalhoudende vaste stoffen kun- Rit B nen radiosignalen blokkeren. Breng geen metaalhoudende vaste stoffen WAARSCHUWING Risico op interfe- aan op de voorruit, omdat de werk- rentie veroorzaakt door het centrale ing van het systeem hierdoor kan display worden beïnvloed. U kunt worden afgeleid als u tijdens het Ga naar de navigatie-interface: rijden de geïntegreerde informatie- en...
Pagina 170
Centrale display ● Bluetooth-muziek Multimedia ● USB-muziek Overzicht van de multimedia ● Geluidseffecten Gebied voor functiewerking WAARSCHUWING Risico op interfe- rentie veroorzaakt door het centrale Lokale radio display WAARSCHUWING Risico op interfe- U kunt worden afgeleid als u tijdens het rentie veroorzaakt door het centrale rijden de geïntegreerde informatie- en display...
Pagina 171
Centrale display ● Lokale radiozender: weergave van lokale Play/stop: selecteer start, stop of ● radiozenders. ga verder met afspelen. ● Nationale radiozender: toon nationale Volgende: naar het volgende ra- ● radiostations. diostation gaan. Favorieten: selecteer de spelende ● Radiozenders zoeken: klik erop om ●...
Pagina 172
Centrale display Vorige: naar het vorige radiosta- Play/stop: selecteer start, stop of ● ● tion gaan. ga verder met afspelen. Play/stop: selecteer start, stop of Volgende: naar het volgende num- ● ● ga verder met afspelen. mer gaan. Volgende: naar het volgende ra- Selecteer een map om af te spelen: ●...
Pagina 173
Centrale display smart metgezel Spraakbesturing U kunt de voertuigfuncties met uw stem bedienen via de spraakassistent. U hoeft alleen uw commando te zeggen, en het systeem helpt u de operatie te voltooien. Druk op de rechterknop op het stuur, of zeg een wekwoord, zoals Hallo, slim, en wacht tot het systeem een prompt geluid laat horen.
Pagina 174
Centrale display ● Vaardigheidsbibliotheek ● Contacten: tik op Contacten om te zoe- ken naar contacten die u wilt bellen of verwijderen. Telefoon ● Kiezen: tik op Kiezen om nummers in te voeren en contacten toe te voegen. Telefoonfunctie WAARSCHUWING Risico op interfe- Fotoalbum rentie veroorzaakt door het centrale display...
Pagina 175
U kunt bestanden invoeren of uitvoeren van de mobiele telefoon via een USB-verbinding. Log in door de QR-code te scannen met U kunt invoer of uitvoerbestanden verwij- smart APP deren, verplaatsen, verzamelen, hernoe- men en delen, hun details bekijken of andere bewerkingen uitvoeren. Zoeken Tik op zoeken om naar bestandsnamen te zoeken.
Pagina 176
Neem contact op met een door smart ge- atmosferische turbulentie of in gebie- autoriseerde servicepartner voor informa- den die niet volledig door het internet tie over de beschikbare service in uw worden gedekt.
Pagina 177
Hulp bij pech ● Wanneer de toegang tot het internet of ● Rijrichting. de stroomvoorziening in het voertuig ● Voertuigsnelheid. niet beschikbaar is, werkt de noodop- ● Aantal personen in het voertuig. roep niet. ● Batterijstatus. ● Net als bij mobiele telefoons is het mo- ●...
Pagina 178
Hulp bij pech recht op toegang tot de gegevens en, in Informatie over de TPS en andere voorkomend geval, op correctie, verwijde- aanvullende diensten ring of afscherming van de betrokken ge- De verwerking van persoonsgegevens via gevens. Een derde die de gegevens TPS/andere diensten met toegevoegde verkrijgt, moet deze correctie, verwijdering waarde moet voldoen aan de in de Richtlij-...
Pagina 179
200 meter in geval van regen of mist. Gebruik het veiligheidsvest volgens het Bevestigingspunt voor brandblussers etiket op het vest. Het voertuig is uitgerust met een brand- Het veiligheidsvest moet in de volgende blusapparaat; raadpleeg een smart gevallen worden vervangen:...
Pagina 180
● U hebt met extreem lage banden- serbevestigingsbeugel en brand- spanning of lekke banden gereden. blusser moet installeren. ► Rijd niet verder. ► Raadpleeg een door smart geautori- seerde servicepartner. Lekke band Opbergplaats van de bandenreparatieset De bandenreparatieset bevindt zich in het voorvak.
Pagina 181
Als het voertuig niet kan worden gestart reparatieset. Neem contact op met een omdat de 12V-accu leeg is, kan een start- door smart geautoriseerde servicepartner kabel worden gebruikt. als zich tijdens het gebruik een probleem Voertuig-startkabels voordoet.
Pagina 182
► Bevestig, vervoer en verplaats het voertuig op de juiste manier. accu pluspool van het reddingsvoertuig. smart is niet verantwoordelijk voor schade aan het voertuig als gevolg van 5. Sluit het andere uiteinde van de rode onjuiste bediening tijdens het startkabel aan op de pluspool van de transport.
Pagina 183
Vervoer het voertuig nooit op een ma- met behulp van trekhaken/kleine nier die niet door smart is aangegeven. wielen/hulpwielen op de goedge- Neem de volgende instructies in acht, keurde transporter worden geladen.
Pagina 184
Hulp bij pech 1. Het voertuig wordt in parkeerstand gezet en van buitenaf vergrendeld. 2. Het voertuig wordt geschakeld naar rij- of achteruit Montage van de trekhaak Montage van de trekhaak vooraan 1. Open de motorkap (→ Pagina 193). 5. Schroef de trekhaak erin en draai hem vast.
Pagina 185
Hulp bij pech 5. Schroef de trekhaak erin en draai hem vast. 6. Plaats na gebruik de trekhaak en de af- dekking van de achtertrekhaak terug in hun oorspronkelijke stand. Type 2 1. Open de motorkap (→ Pagina 193). 2. Open de afdekking van de voorste bagageruimte.
Pagina 186
Sneeuwkettingen mogen alleen worden tekenen van schade ziet, laat dan uw wie- gebruikt op besneeuwde of ijzige wegen of len en banden controleren bij een smart wanneer de plaatselijke wet- en regelge- erkende servicepartner. ving dit vereist, en de voertuigsnelheid...
Pagina 187
► Raadpleeg bij onduidelijkheden over ● Banden kunnen oververhit raken en het gebruik van sneeuwkettingen vervormen. een smart erkende servicepartner. ● De actieradius van het voertuig kan ► worden verminderd. Dit voertuig is niet uitgerust met snee- ►...
Pagina 188
> - ● Tik op Staat van het voertuig ► Gebruik een bandenafdichtmiddel of Staat van de band en raak Reflesh aan neem contact op met een door smart om de bandenspanning te controleren geautoriseerde servicepartner. (→ Pagina 164). Bandenspanningstabel...
Pagina 189
Opmerkingen over het vervangen van tuig kunnen storen, worden wielen en banden geïnstalleerd. Raadpleeg een door smart geautoriseerde servicepartner voor informatie over toege- OPMERKING stane wiel-/bandcombinaties. ► Controleer de bandenspanning re- WAARSCHUWING Gevaar voor onge-...
Pagina 190
Banden die niet door smart voor het voer- zijn. Daarom kan de rijveiligheid niet tuig zijn goedgekeurd of die niet correct worden gegarandeerd. worden gebruikt, kunnen de bedrijfsveilig- ►...
Pagina 191
Rouleer de wielen elke 5.000 km tot 8.000 smart geautoriseerde servicepartner. km, afhankelijk van de profielslijtage. Let Neem tegelijkertijd de volgende informa- er bij het rouleren van het wiel op dat de...
Pagina 192
Wielen en banden ● Bewaar de verwijderde wielen op een koele, droge en bij voorkeur donkere plaats. ● Bescherm de banden tegen contact met olie, vet of brandstof. De wielsierdeksel verwijderen 1. Open de motorkap (→ Pagina 193). 2. Open het deksel van het voorvak 2.
Pagina 193
Als er geen winter- of vierseizoe- nenbanden zijn gemonteerd, neem dan Het berg-/sneeuwvloksym- contact op met een smart Authorized Ser- bool is zichtbaar op de zij- vice Partner voor advies. wand van winterbanden. WAARSCHUWING Risico op ongeval-...
Pagina 194
Onderhoud en verzorging Optillen van het voertuig Voorste gedeelte Hefpunten voor voertuigen Openen en sluiten van de motorkap WAARSCHUWING Gevaar voor onge- vallen door rijden met ontgrendelde motorkap Een ontgrendelde motorkap kan open- gaan en het zicht belemmeren tijdens het rijden. ►...
Pagina 195
Onderhoud en verzorging 1. Laat de motorkap zakken en laat hem WAARSCHUWING Gevaar voor ver- van ongeveer 20 centimeter hoog vallen. wonding door bewegende 2. Als de motorkap nog steeds iets kan onderdelen worden opgetild, opent u de motorkap Zelfs als het voertuig is uitgeschakeld, opnieuw en sluit u hem met meer kracht kunnen sommige onderdelen, zoals de totdat hij correct kan worden...
Pagina 196
3. Als het koelvloeistofpeil lager is dan de gemarkeerde positie , inspecteert u de koelvloeistof of vult u deze bij een door smart geautoriseerde servicepart- ner bij. Vul de koelvloeistof niet tot boven de ge- markeerde positie Het ruitensproeiersysteem bijvullen 2.
Pagina 197
Onderhoud en verzorging Opmerkingen over het gebruik van Reiniging en onderhoud hogedrukreiniging Opmerkingen over het schoonmaken van het voertuig WAARSCHUWING Risico op ongeval- len bij gebruik van een hogedrukrei- niger met ronde sproeiers WAARSCHUWING Gevaar voor onge- vallen door verminderde remwerking De waterstraal van een rondsproeier na reiniging van het voertuig (vuilfrees) kan uitwendig onzichtbare...
Pagina 198
● Poets het voertuig en de wie- len niet. ● Gebruik alleen carwashes die voldoen aan de laatste tech- nische normen Matte ● Gebruik nooit verfreinigers, afwerking poets- of polijstmiddelen, glansbehoudende middelen zoals was. ● Laat lakreparaties uitvoeren bij een smart erkende servicepartner.
Pagina 199
► Schakel de ruitenwissers en het merkt tussen het oppervlak met voertuig uit voordat u de voorruit of decoratieve folie en het oppervlak zonder de ruitenwisserbladen reinigt. decoratieve folie. Ga naar een smart erkende service- partner om de decoratieve folie te behandelen of te repareren.
Pagina 200
Onderhoud en verzorging Neem de volgende opmerkingen in acht: Onderdelen Voorkom schade aan het Reiniging en onderhoud voertuig. ● Gebruik nooit een zure wiel- reiniger om het door het rem- men veroorzaakte stof te verwijderen. Het kan wielbou- ten en remonderdelen beschadigen.
Pagina 201
Onderhoud en verzorging Opmerkingen over het schoonmaken van oplosmiddelen bevatten om de cock- het interieur pit te reinigen. WAARSCHUWING Risico op letsel WAARSCHUWING Risico op letsel of door afbrekende plastic onderdelen overlijden van gebleekte na gebruik van onderhoudsmiddelen veiligheidsgordels op basis van oplosmiddelen Het bleken of verven van veiligheidsgor- Onderhouds- en schoonmaakmiddelen dels kan deze sterk verminderen.
Pagina 202
► Indien u per ongeluk in contact komt dat u alleen de 12 V-accu gebruikt die door met het zuur van de 12 V-accu, spoel smart voor uw voertuig is getest en goed- het zuur dan grondig weg met veel gekeurd. Deze 12 V-accu's bieden een ver-...
Pagina 203
De 12 V batterij vervangen Neem contact op met een door smart ge- autoriseerde servicepartner om de 12 V- Neem contact op met een gekwalificeerd accu los te koppelen.
Pagina 204
Als de oplaad- Voor de vervanging van alle zekeringen status laag is, laadt u de accu op. wordt aanbevolen de vereiste reparaties te laten uitvoeren bij een smart erkende servicepartner. Risico op explosie. Wanneer u hoogspanningsaccu's weggooit, mag u ze niet verbranden, open vuur gebruiken of roken.
Pagina 205
OPMERKING Voortijdige slijtage door vens in deze handleiding gelden voor het verkeerde verzorging basismodel van de auto zonder accessoi- res; raadpleeg een erkende smart service- Onjuiste verzorging kan leiden tot partner voor meer informatie. voortijdige slijtage van de voertuigon- derdelen en het voertuig zijn rijvergun- Aandrijvingsvorm ning doen verliezen.
Pagina 206
Voertuigidentificatienummer (VIN) op het opgehaald. dwarsmembraan van de passagiersstoel Neem indien nodig contact op met een door smart geautoriseerde servicepartner. Serienummer e-motor Klap de vloerafdekking weg voor toegang tot het opgedrukte voertuigidentificatie- nummer (VIN) Voertuigidentificatienummer (VIN) op de onderste rand van de voorruit.
Pagina 207
Serienum- aan de onderkant van de behuizing van de mers van e-motoren verschillen per e-motor. voertuig en kunnen afwijken van het hier getoonde nummer. Raadpleeg een door smart geautoriseerde servicepartner voor gedetailleerde informatie.
Pagina 208
● Remvloeistof voorkomen dat het energiesysteem ● Ruitensproeiervloeistof warmte uitstraalt wanneer de buiten- Gebruik alleen door smart goedgekeurde temperatuur hoog is. producten. smart garantie omvat geen ► Gebruik slimme goedgekeurde schade veroorzaakt door het gebruik van koelvloeistof.
Pagina 209
OPMERKING Schade aan het aircon- verlichting door verkeerde ditioningsysteem door ongeschikte ruitensproeiervloeistof aircocompressorolie Ongeschikte ruitensproeiervloeistof kan ► Gebruik alleen door smart goedge- het plastic oppervlak van de buitenver- keurde aircocompressorolie. lichting beschadigen. ► Meng nooit erkende aircocompres- ► Gebruik ruitensproeiervloeistof die sorolie met andere olie.
Pagina 210
Technische gegevens Volume olievulling Voertuigparameters airconditioningcompressor Afmetingen voertuig Airconditionin- Model gcompressorolie Warmtepomp 300 g Niet-warmtepomp 150 g Zonder sportkit Met sportkit Item Lengte 4270 mm 4300 mm Breedte (zonder de 1822 mm achteruitkijkspiegels) Hoogte (zonder de 1636 mm dakrails) Wielbasis 2750 mm Spoor voorwiel 1585 mm...
Pagina 211
Technische gegevens Navigeerbaarheid Zonder sportkit Met sportkit Item Benaderings- 18,2° 16,1 ° hoek 30,5 ° 29,5 ° Vertrekhoek Maximale helling* 235 / 50 R18 235 / 45 R19 Item Geen belasting Volle belasting Geen belasting Volle belasting Minimale bodemvrijheid 181 mm 155 mm 182 mm 160 mm...
Pagina 212
Technische gegevens Gewicht en laadvermogen Items (zonder de Voertuigen met Voertuigen met achterwielaandrijving trekhaak) vierwielaandrijving Leeggewicht 1800 kg 1788 kg 1900 kg Maximummassa in 2225 kg 2213 kg 2325 kg beladen toestand - totaal Maximummassa in 990 kg 987 kg 1100 kg beladen toestand - vooraan...
Pagina 213
Technische gegevens Specificaties hoogspanningsaccu Specificatie Item Nominale spanning 392 V Nominaal vermogen 169 A-h Aantal kernen Gewicht (zonder koelvloeistof) 390 kg Specificaties inzake 12 V-accu Specificatie Item Nominale spanning 12 V Nominaal vermogen 50 A-h Specificaties E-motor Specificaties E-motor Item TZ220XSA01 TZ184XY180 TZ180XSB01...
Pagina 214
Vrije slag rempedaal 2 - 8 mm Vervang de remvloeistof regelmatig om de efficiëntie van het remsysteem te garanderen. Het wordt aanbevolen om de remvloeistof te laten vervangen door een door smart geautoriseerde servicepartner. Gebruikelijke service-interval van de remfrictiesets Specificatie Item...
Pagina 215
Technische gegevens Vereiste voor dynamisch evenwicht van het wiel Specificatie Item Enkelzijdig residu ventiel ≤ 8 g Aanbevolen bandenspanning Specificatie Item Geen belasting Volle belasting 235 / 45 R19 250 kPa 290 kPa 235 / 50 R18 250 kPa 290 kPa Specificaties zitplaatsen Parameters voor de voorste zitplaatsen Item...
Pagina 216
Technische gegevens Item Elektrische verstelling van Handmatige verstelling de voorste zitplaatsen van de voorste stoelen 32,5 mm naar boven of 32,5 32,5 mm naar boven of 32,5 mm naar beneden ten op- mm naar beneden ten op- Verstelbereik van het kus- zichte van de ontworpen zichte van de ontworpen sen van de stoel...
Pagina 217
Gedetailleerde publicatie-informatie Internet Ga voor meer informatie over smart voer- tuigen en door smart geautoriseerde ser- vicepartners naar de officiële website van smart: http://www.smart.com Fabrikant van het voertuig Zhejiang Haoqing Automobile Manufactu- ring (Xi'an Branch) Co., Ltd. 666 Geely Avenue, Jingwei New Town, Eco-...