Inhoudsopgave
Advertenties
118
Rijden en parkeren
voor een aanrijding bestaat, zet de Parking
Emergency Brake een noodstop op het
voertuig in en geeft hij visuele en auditieve
aanwijzingen.
Beperking van Parking Emergency Brake
Parking Emergency Brake kan onder de
volgende omstandigheden niet normaal
worden gebruikt:
● Voertuigsnelheid hoger dan 12 km/u.
● Snel bewegende voetgangers.
● Zwak licht.
● Regen voor meer dan 10 seconden
continu.
● Wanneer de parkeerhulpsensoren en
parkeerhulpcamera's vuil zijn of in geval
van een systeemstoring.
● Op gladde wegen zullen de botsingsver-
mijdingsprestaties van de Parking
Emergency Brake afnemen, omdat het
voertuig een langere remweg nodig
heeft.
Voor meer informatie over de beperkingen
van het parkeerhulpsysteem, zie
na
114).
WAARSCHUWING Ongevallen en risi-
co's door verkeerd gebruik van de
noodparkeerrem
► Een automatisch systeem kan in
geen enkele omstandigheid een nor-
male werking garanderen. Rij nooit in
de richting van personeel of een ob-
ject om de noodparkeerrem te tes-
ten. Er kunnen ongelukken worden
veroorzaakt, die persoonlijk letsel of
de dood tot gevolg kunnen hebben.
De parkeernoodrem kan onder inge-
wikkelde rijomstandigheden onnodig
remmen. Bijvoorbeeld bouwplaatsen,
rails, putdeksels van wegen, onder-
grondse parkeerplaatsen, water dat
voor het voertuig sproeit of spat.
OPMERKING Opmerkingen over Par-
king Emergency Brake
► Wanneer Parking Emergency Brake
is ingeschakeld, kunt u Parking
Emergency Brake uitschakelen door
het rempedaal of het gaspedaal in te
trappen.
► Als er binnen 30 seconden na het ac-
tiveren van Parking Emergency Bra-
ke geen andere handelingen worden
verricht, schakelt het systeem auto-
matisch de elektronische parkeer-
rem in.
► Na het in-/uitschakelen van Parking
Emergency Brake geeft het centrale
display de betreffende informatie
weer.
Inschakelen/uitschakelen Parking
Emergency Brake
Ga naar de instellingsinterface:
● Tik op
(→ Pagi-
cy Brake
in/uit te schakelen
Rijhulp- en veiligheidssysteem voor de
bestuurder
Rijhulpsystemen en uw
verantwoordelijkheden
Als het voertuig is uitgerust met rijhulp-
systemen, kunnen deze hulp bieden tij-
dens het rijden, parkeren en verplaatsen.
De rijhulpsystemen zijn slechts een aan-
vulling en kunnen de aandacht en het in-
schattingsvermogen van de bestuurder
niet vervangen. De bestuurder is altijd ver-
antwoordelijk voor veilig rijden. Wees u be-
wust van de veiligheidsbeperkingen bij het
gebruik van deze systemen. Alle bestuur-
ders wordt aanbevolen alle hoofdstukken
over rijhulpsystemen in de volledige digi-
tale versie van de gebruikershandleiding
te lezen om inzicht te krijgen in factoren
als functionele beperkingen en alle kennis
die moet worden opgedaan voordat deze
systemen worden gebruikt.
>
>
Rijhulp
Parking Emergen-
om Parking Emergency Brake
(→ Pagina
163).
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
