Inhoudsopgave
Advertenties
108
Rijden en parkeren
Opmerkingen over het rijden met
dakbelasting, aanhangwagen of volle
belading
Wanneer met een voertuig wordt gereden
met beladen dakdrager, met aangekop-
pelde aanhanger of in volledig beladen
toestand, veranderen de rij- en stuurei-
genschappen van het voertuig. De vol-
gende punten moeten in gedachten
worden gehouden:
● Overschrijd nooit het maximaal toege-
stane draagvermogen van het dak en
het trekvermogen van het voertuig. De
technische gegevens in deze handlei-
ding moeten worden gevolgd.
● Verdeel de dakbelasting gelijkmatig en
plaats zwaardere lasten onderaan.
● Rijd voorzichtig en vermijd plotseling
starten, plotseling remmen, plotseling
sturen en snel draaien.
Opmerkingen over rijden op nat en glad
wegdek
Zodra er water op de weg staat, kan hy-
droplaning optreden. In geval van zware
regen of andere weersomstandigheden die
kunnen leiden tot aquaplaning, dient u de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen:
● Verminder de snelheid
● Vermijd bandensporen
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen
● Rem voorzichtig
Opmerkingen over remmen op met zout
behandelde wegen
Het remeffect is beperkt op met zout be-
handelde wegen:
● Bij het rijden op met zout behandelde
wegen kan zich een zoutlaag vormen op
de remschijven en remblokken. Hierdoor
wordt de remweg langer of functioneert
slechts één kant van de rem normaal.
Bewaar een grotere veilige afstand tot de
voorligger.
Voorkom zoutophoping:
● Trap regelmatig op de rem en let op de
verkeersomstandigheden.
Fording
WAARSCHUWING Risico op ongeval-
len door fording
Probeer nooit door diep of bewegend
water te gaan. Het niet in acht nemen
van deze instructie kan leiden tot verlies
van controle over het voertuig, per-
soonlijk letsel of de dood.
Rijden door een overstroomd gebied kan
schade aan het voertuig veroorzaken. Con-
troleer de waterdiepte voordat u door het
overstroomde gebied rijdt. Het is ten
strengste verboden door een overstroomd
gebied te gaan waarvan de waterdiepte
groter is dan de onderrand van de auto.
Wanneer u door overstroomde gebieden
rijdt, rijd dan langzaam en stop niet. Het
remvermogen en de grip kunnen beperkt
zijn. Met het oog op de veiligheid moeten
na fording de volgende handelingen wor-
den verricht,
● Druk het rempedaal voorzichtig droog
en controleer of de rem goed werkt.
● Draai het stuurwiel om te controleren of
de stuurbekrachtiging goed werkt.
Controleer de functies van de volgende
onderdelen:
● Hoorn
● Buitenlamp
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
