Download Print deze pagina

SMART 1 2023 Gebruikershandleiding pagina 110

Advertenties

Starten van het voertuig
WAARSCHUWING Risico op verwon-
dingen als de voertuiginstellingen
worden aangepast terwijl het voer-
tuig in beweging is
Vooral in de volgende situaties kunt u
de controle over het voertuig verliezen:
● Als u de bestuurdersstoel, het stuur-
wiel, de hoofdsteun of de spiegels
verstelt terwijl het voertuig in bewe-
ging is.
● Als u uw veiligheidsgordel vastmaakt
terwijl het voertuig in beweging is.
► Stel de bestuurdersstoel, de hoofd-
steun, het stuurwiel en de spiegels
in en draag de veiligheidsgordel op
de juiste manier voordat u het voer-
tuig start.
1. Na het ontgrendelen van het voertuig
en het openen van het bestuurderspor-
tier kunnen de ramen en de multimedia
normaal worden gebruikt.
2. Trap het rempedaal in, schakel naar rij-
den
of achteruit
lampje
op het
bestuurdersinformatiedisplay gaat
branden en het voertuig kan nu normaal
rijden.
OPMERKING Controleer de rijom-
standigheden voordat u het voertuig
start
► Controleer en bevestig dat het rem-
pedaal tot de bodem kan worden in-
gedrukt voordat u het voertuig start.
► Controleer of de omgeving voldoet
aan de voorwaarden voor het starten
van het voertuig, zo niet, start het
voertuig dan niet.
► Zorg ervoor dat de sleutel in het
voertuig zit.
Noodstart voertuig
Als de batterij van de keyfob bijna leeg is
en het systeem de sleutel niet kan detec-
teren, verschijnt er een bericht op het
, het indicatie-
Rijden en parkeren
centrale display om u eraan te herinneren
dat de sleutel niet wordt gedetecteerd.
Start het voertuig als volgt:
1. Druk op de toets
kast om de afdekking te openen
2. Plaats de keyfob in het vakje van de
armsteun zoals aangegeven op de foto.
3. Trap het rempedaal in, schakel naar rij-
den
of achteruit
lampje
op het
bestuurdersinformatiedisplay gaat
branden en het voertuig kan nu normaal
rijden.
Als het na 3 pogingen niet lukt het
voertuig te starten, wacht dan 3 mi-
nuten en probeer het opnieuw.
Als u er na 2 pogingen nog steeds
niet in slaagt het voertuig te starten,
stop dan met proberen om schade
aan uw voertuig te voorkomen en
neem contact op met een door smart
geautoriseerde servicepartner.
Uitschakelen van het voertuig
1. Zorg ervoor dat het voertuig stilstaat.
2. Schakel naar parkeren
3. De bestuurder verlaat het voertuig via
het bestuurdersportier met de sleutel.
4. Vergrendel het voertuig met de sleutel
en schakel het voertuig uit.
109
van de armsteun-
.
, het indicatie-
.

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor SMART 1 2023

Deze handleiding is ook geschikt voor:

#1 2022