op de centrale display om het zonne-
scherm aan te passen.
● Instelling head-up display: tik op
om de head-up display in of uit te
schakelen.
Helderheid en hoogte aanpassen: tik op
Helderheid en Hoogte aanpassen, of ge-
bruik de knoppen
op het stuur om de helderheid aan te
passen, en
aan te passen.
Hoekaanpassing: tik op Hoek, of gebruik
de toetsen
stuur om de hoek aan te passen.
● Verstelling passagiersstoel voor: tik op
om het zitkussen of de rugleuning
te verstellen.
Omgevingslicht
WAARSCHUWING Risico op interfe-
rentie veroorzaakt door het centrale
display
U kunt worden afgeleid als u tijdens het
rijden de geïntegreerde informatie- en
communicatieapparatuur bedient. U
kunt de controle over het voertuig
verliezen.
► Als u hier niet zeker van bent, let
dan op de weg- en verkeersomstan-
digheden, zet de auto veilig stil en
bedien vervolgens het centrale
display.
Ga naar de instellingeninterface:
● Tik in de hoofdinterface op
instellingsinterface te openen.
● Veeg op het centrale display naar links
vanaf rechts of tik op
catie-interface te openen, tik op
om de instellingeninterface te openen.
Omgevingslicht wordt gebruikt om ervoor
te zorgen dat het interieur van de auto
niet te donker is tijdens het rijden, en ook
om een aangename rijomgeving te
creëren.
● Omgevingslicht aan/uit: tik op
het omgevingslicht aan/uit te zetten.
en
rechts
en
om de hoogte
en
rechts van het
om de
om de appli-
● Omgevingslicht aanpassen: tik op Aan-
gepast om de kleur van het omgevings-
licht (enkel, dubbel en thema) naar
wens aan te passen.
Wanneer de tweekleurenmodus is
ingesteld en de kleurinteractie-
functie wordt ingeschakeld, ver-
andert het tweekleurengebied
van het omgevingslicht interactief
van kleur volgens het ontwerp.
● Rijmodus: tik op Rijmodus, en het omge-
vingslicht verandert van kleur in ver-
schillende rijmodi.
● Helderheid: versleep de helderheidsbalk
om de helderheid van het omgevings-
licht aan te passen.
● Instelling omgevingslicht: tik op
om het omgevingslicht in te stellen door
het omgevingslicht van de hoffelijkheid,
het omgevingslicht van de steminterac-
tie, het omgevingslicht van de klimaat-
regeling en het omgevingslicht van de
afstandsmeter in of uit te schakelen.
Lichten
WAARSCHUWING Risico op interfe-
rentie veroorzaakt door het centrale
display
U kunt worden afgeleid als u tijdens het
rijden de geïntegreerde informatie- en
communicatieapparatuur bedient. U
kunt de controle over het voertuig
verliezen.
► Als u hier niet zeker van bent, let
dan op de weg- en verkeersomstan-
digheden, zet de auto veilig stil en
bedien vervolgens het centrale
display.
Ga naar de instellingsinterface:
● Tik in de hoofdinterface op
instellingsinterface te openen.
● Veeg op het centrale display naar links
vanaf rechts of tik op
catie-interface te openen, tik op
om de instellingeninterface te openen.
om
Centrale display
om de
om de appli-
161