Inhoudsopgave
Advertenties
36
Veiligheid van de inzittenden
veiligheidsgordels automatisch aan, waar-
door de inzittenden beter worden vastge-
zet en de voorwaartse helling van de
inzittenden wordt verminderd. In geval van
een ernstige aanrijding kunnen de gordel-
riemen langzaam worden uitgetrokken na-
dat de veiligheidsgordels zijn
voorgespannen of vergrendeld, waardoor
de druk van de veiligheidsgordel op de
borstkas van de inzittenden kan worden
verminderd.
De buitenste veiligheidsgordels van de
tweede rij zijn uitgerust met gordelspan-
ners om de veiligheidsgordels aan te span-
nen en zo de voorwaartse helling van de
inzittenden te verminderen.
Als de gordelspanners en de airbags tij-
dens een aanrijding niet in werking treden,
betekent dit niet dat ze defect zijn. Het
kan zijn dat de intensiteit of het type van
de botsing niet voldoet aan de
activatievoorwaarden.
WAARSCHUWING Risico op letsel of
overlijden door activering van
gordelspanners
Zodra een gordelspanner in werking is
getreden, moet hij worden vervangen.
Bij een ongeval kunnen de airbags, de
gordelspanners en andere bijbehorende
onderdelen beschadigd raken. Neem
contact op met een door smart geauto-
riseerde servicepartner voor inspectie
en reparatie.
Belastingslimiet veiligheidsgordel
In geval van een ernstige aanrijding kun-
nen de veiligheidsgordels langzaam wor-
den uitgetrokken nadat de
veiligheidsgordels zijn voorgespannen of
vergrendeld, waardoor de druk van de vei-
ligheidsgordel op de borst van de inzit-
tende kan worden verminderd.
Bij voertuigen die zijn uitgerust met een
adaptieve-belastingsbegrenzingsfunctie
voor de veiligheidsgordels, kunnen de vei-
ligheidsgordels de schakeltijd van de hoge
en lage krachtbegrenzing bepalen naar
gelang van de grootte van de inzittenden.
Als wordt vastgesteld dat de inzittende
klein is, kan de lage krachtbegrenzing
eerder worden ingeschakeld om overma-
tige druk op de borstkas van de inzittende
te voorkomen. Voor een grotere inzittende,
zal het later worden ingeschakeld.
Veiligheidsgordels tweede rij
Veiligheidsgordel tweede rij
Gordelvergrendeling
De gordelvergrendeling op elke buitenste
zitplaats van de tweede rij is er voor het
comfort. De gebruikers kunnen kiezen of
zij deze al dan niet gebruiken, afhankelijk
van hun behoeften.
Trek niet te hard aan de gordelver-
grendeling om te voorkomen dat de
vergrendeling eraf valt en de behui-
zing kapot gaat. De juiste werking
van de vergrendeling komt hierdoor
in gevaar.
Veiligheidsgordelverklikker
Het voertuig is uitgerust met een veilig-
heidsgordelverklikkerfunctie. Het waar-
schuwingslampje voor het dragen van de
veiligheidsgordel (
dersinformatiedisplay herinnert alle inzit-
tenden eraan dat zij hun veiligheidsgordels
correct moeten dragen. Bovendien kan er
een waarschuwingstoon klinken. Tegelij-
kertijd wordt op het bestuurdersinforma-
tiedisplay de zitplaats met de losgemaakte
veiligheidsgordel in de vorm van een af-
beelding aangegeven.
Wanneer de bestuurder en de passagier de
veiligheidsgordel niet correct dragen, gaat
het waarschuwingslampje voor het dragen
van de veiligheidsgordel (
Wanneer de rijsnelheid hoger is dan onge-
veer 10 km/u of nadat een bepaalde af-
stand vooruit is gereden, gaat, als de
veiligheidsgordel niet is vastgemaakt, het
waarschuwingslampje voor de
) op het bestuur-
) branden.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
