Veiligheidssysteem van uw auto
(Vervolg)
•
Plaats kinderzitjes op de juiste
manier en zo ver mogelijk van
het portier vandaan.
•
Plaats geen voorwerpen op de
airbag. Bevestig ook geen
voorwerpen rond de gedeelten
waar de geactiveerde airbags
uit komen, zoals het portier, de
zijruit, de voor- en achterstijl en
de dakzijrail.
•
Hang hier alleen kleding aan, en
zeker geen harde of breekbare
voorwerpen.
Anders kan bij een ongeval de
auto beschadigd raken of kan
persoonlijk letsel ontstaan.
•
Laat passagiers niet met het
hoofd of andere delen van het
lichaam
tegen
het
leunen, hun armen uit het raam
steken of voorwerpen tussen
de portieren en de zitplaatsen
steken.
•
Open of repareer de curtain
airbags niet.
2-54
Hoe werkt het airbagsysteem?
De onderdelen van het aanvullend
veiligheidssysteem zijn:
(1) Bestuurdersairbagmodule/
Knie-airbagmodule bestuurder*
(2) Voorpassagiersairbagmodule
(3) Zijairbagmodules/zijairbagsensoren
portier
(4) Curtain airbagmodules
(5) Blokkeerautomaat met
gordelspanner achter
(indien van toepassing)
(6) Blokkeerautomaten met
gordelspanners
(7) Waarschuwingslampje AIRBAG
(8) Airbagmodule (SRSCM)/
rollover-sensor
(9) Airbagsensoren voor
(10) Druksensoren opzij
(11) Controlelampje voorpassa-
giersairbag ON/OFF
(alleen voorpassagiersairbag)
(12) ON/OFF-schakelaar
voorpassagiersairbag
De SRSCM controleert constant alle
componenten van het systeem als
OPDE037063
het contact in stand ON staat, om te
bepalen of een aanrijding zwaar
genoeg is om de airbags of de
gordelspanners te activeren.