Wat te doen in een noodgeval
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder dat de banden op de
juiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het
waarschuwingslampje
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje
storing TPMS is gecombineerd met
het
waarschuwingslampje
bandenspanning.
Wanneer
systeem een storing signaleert,
knippert het waarschuwingslampje
gedurende ongeveer een minuut en
blijft het daarna continu branden.
Zolang de storing blijft bestaan, blijft
dit zo doorgaan, ook wanneer de
auto weer wordt gestart.
Wanneer het controlelampje storing
brandt, kan het systeem mogelijk
niet naar behoren een te lage
bandenspanning
signaleren
aangeven. Storingen in het TPMS
kunnen
verschillende
hebben, waaronder het plaatsen,
vervangen of wisselen van banden
of velgen waardoor het TPMS niet
goed werkt.
6-10
AANWIJZING
In de volgende situaties raden we
u aan het systeem door een
officiële HYUNDAI-dealer na te
lage
laten kijken.
1. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampj
e
storing TPMS
gedurende 3 seconden branden
nadat het contact in stand ON is
gezet of de motor is gestart.
lage
het
2. Het
controlelampje
TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
heeft geknipperd.
3. Het
waarschuwingslampje
positie lage bandenspanning
blijft branden.
of
oorzaken
gaat
niet
OPDEN047202
storing
Wanneer de waarschuwingslampjes
van het bandenspanningscontrole
systeem
waarschuwingsmelding op het LCD-
scherm in het instrumentenpaneel
wordt
weergegeven,
bandenspanning
meerdere band(en) aanmerkelijk te
laag.
Het
positie lage bandenspanning geeft
aan welke band een te lage
bandenspanning heeft doordat het
bijbehorende lampje gaat branden.
Waarschuwings-
lampje lage
bandenspanning
Waarschuwings-
lampje
positie lage
bandenspanning
en aanduiding
bandenspanning
branden
en
er
een
is
de
van
een
of
waarschuwingslampje