Mogelijk herkent het AEB-systeem
bij het rijden op een bochtige weg
een voertuig op de andere rijstrook.
In dit geval alarmeert het systeem de
bestuurder mogelijk onnodig en
wordt onnodig geremd.
Let tijdens het rijden altijd op de weg-
en rijomstandigheden. Trap indien
nodig het rempedaal in om de
rijsnelheid te verlagen en een veilige
tussenafstand te bewaren.
Trap daarnaast indien nodig het
gaspedaal in om te voorkomen dat
de auto onnodig door het systeem
decelereert.
Controleer of de wegomstandigheden
een veilige werking van de AEB
mogelijk maken.
OAE056101
- Rijden op een helling
De prestaties van de AEB nemen af
bij het op- of afrijden van een helling
omdat het systeem een voorligger op
dezelfde
rijstrook
herkent. De AEB kan onnodig een
waarschuwingsmelding
waarschuwingsalarm
helemaal
geen
melding
of
geven.
Als de AEB na de top plotseling een
voorligger signaleert, kan er sterk
gedecelereerd worden.
Kijk altijd voor u tijdens het op- of
afrijden van een helling en trap indien
nodig het rempedaal in om uw
rijsnelheid te reduceren en een veilige
tussenafstand te houden.
OPDE056102
- Wisselen van rijstrook
Wanneer een voorligger van rijstrook
wisselt, wordt de auto mogelijk niet
direct
mogelijk
niet
gesignaleerd, met name wanneer de
auto plotseling van rijstrook wisselt.
of
Bewaar in dit geval altijd voldoende
geven
of
afstand tot de voorligger, zodat u de
waarschuwings-
auto veilig tot stilstand kunt brengen
waarschuwingsalarm
en trap indien nodig het rempedaal in
om uw rijsnelheid te verlagen.
OAE056103
door
het
AEB-systeem
5-63
5