Waar zitten de airbags?
Bestuurdersairbag
en voorpassagiersairbag
(indien van toepassing)
■
Bestuurdersairbag
■
Knie-airbag bestuurder
■
Knie-airbag bestuurder
Uw auto is uitgerust met een
aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
en driepuntsgordels voor de bestuurder
en de voorpassagier.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden in
OPDEN037033
het midden van het stuurwiel, in het
onderste gedeelte van het stuurkussen,
en in het dashboardpaneel aan
passagierszijde,
dashboardkastje.
Op de afdekking van de airbags zijn in
reliëf de letters "AIR BAG" aangebracht.
Het
doel
veiligheidssysteem is om de bestuurder
en de voorpassagier extra bescherming
OPDEN037034
te bieden bij een frontale aanrijding van
een zekere zwaarte, ter aanvulling op
de bescherming die geboden wordt
door de veiligheidsgordel.
OPD036041
boven
het
van
het
aanvullend
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel
door
een
zich
opblazende
airbag
voor
te
beperken,
moeten de volgende
voorzorgs-
maatregelen getroffen worden:
•
Alle inzittenden moeten altijd
hun veiligheidsgordel dragen:
de gordel houdt de inzittende
zo goed mogelijk op zijn
plaats.
•
Zet uw stoel zo ver mogelijk
naar achteren, waarbij u de
auto nog wel onder controle
moet kunnen blijven houden.
•
Leun nooit tegen het portier
of de middenconsole.
•
Laat de voorpassagier zijn
voeten of benen nooit op het
dashboard zetten.
(Vervolg)
2
2-49