Veiligheidssysteem van uw auto
• Iedere keer als u op de toets drukt,
verandert de temperatuurinstelling
voor de stoel als volgt:
→
UIT
HOOG (
LAAG (
)
MIDDEN (
• Door
bij
ingeschakelde
stoelverwarming langer dan 1,5
seconden op de toets te drukken,
wordt
de
stoelverwarming
uitgeschakeld.
• De standaardinstelling voor de
stoelverwarming is UIT als het
contact in stand ON wordt gezet.
i
Informatie
Als de toetsen voor de
stoelverwar-
ming in stand AAN staan, wordt de
stoelverwarming automatisch in- of
uitgeschakeld, afhankelijk van de
temperatuur van de stoel.
2-22
VEILIGHEIDSGORDELS
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe de veiligheidsgordels op de juiste
manier gebruikt worden. Verder
worden er zaken behandeld die
)
achterwege moeten worden gelaten
bij
het
gebruik
veiligheidsgordels.
)
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordel
Doe altijd uw veiligheidsgordel om
en zorg ervoor dat al uw passagiers
dat ook doen voordat u wegrijdt.
Airbags
zijn
aanvulling op de veiligheidsgordels
als extra veiligheidsvoorziening en
niet ter vervanging ervan. In de
meeste landen is het gebruik van
veiligheidsgordels
inzittenden verplicht.
ALLE inzittenden moeten de
veiligheidsgordel dragen als de
auto in beweging is. Neem de
van
de
volgende voorzorgsmaatregelen
bij het afstellen en dragen van de
veiligheidsgordels:
•
Kinderen tot en met 13 jaar
moeten
achterstoel plaatsnemen en de
gordel op de juiste manier
dragen.
ontworpen
als
•
Laat kinderen nooit op de
voorpassagiersstoel meerijden,
tenzij
uitgeschakeld. Als een kind op
de voorpassagiersstoel zit,
door
alle
moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden gezet en
moet het kind goed vast
worden gezet.
•
Vervoer een baby of kind
NOOIT op de schoot van een
andere inzittende.
•
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat.
WAARSCHUWING
altijd
op
een
de
airbag
is
(Vervolg)