AANWIJZING
Om oververhitting van de motor
en/of transmissie te voorkomen:
• Houd
de
motortemperatuur
goed in de gaten als u met een
aanhanger een steile helling
(meer dan 6%) oprijdt. Als de
koelvloeistoftemperatuurmeter
naar de "130" gaat, breng de
auto dan zo spoedig mogelijk op
een veilige plaats tot stilstand
om de motor te laten afkoelen.
Zodra de motor voldoende is
afgekoeld, kunt u uw weg
vervolgen.
• Als u een aanhanger trekt terwijl
de
auto
en
de
aanhanger
maximaal beladen zijn, kan de
motor of transmissie oververhit
raken. Laat de motor in dat geval
stationair draaien totdat deze
voldoende afgekoeld is. Zodra
de
motor
of
transmissie
voldoende is afgekoeld, kunt u
uw weg vervolgen.
(Vervolg)
• Als uw auto een aanhanger
trekt, kan de rijsnelheid veel
lager zijn dan die van de andere
weggebruikers, met name als u
een helling op rijdt. Ga op een
helling omhoog op de rechter
rijstrook rijden als uw auto een
aanhanger
rijsnelheid aan de maximaal
toegestane snelheid voor auto's
met een aanhanger, de steilheid
van de helling en het gewicht
van uw aanhanger aan.
(Vervolg)
Parkeren op een helling
Als u een aanhanger achter de auto
hebt gekoppeld is het niet verstandig
om uw auto op een helling te
parkeren.
Is het niet anders mogelijk dan de
auto op een helling te parkeren, doe
trekt.
Pas
uw
dit dan als volgt:
1. Zet de auto op de parkeerplaats.
2. Zet de selectiehendel in de
3. Trek de parkeerrem aan en sluit
4. Plaats wielblokken onder de
Draai het stuurwiel in de richting
van de stoeprand (rechtsom als u
parkeert op een aflopende helling,
linksom op een stijgende helling).
vrijstand.
de auto af.
wielen van de aanhanger aan de
lage zijde.
5
5-115