MOTOROLIE
Controle van het motoroliepeil
1. Neem alle voorzorgsmaatregelen
van de oliefabrikant in acht.
2. Controleer of de auto horizontaal
staat.
3. Start de motor en laat deze op de
normale
bedrijfstemperatuur
komen.
4. Zet de motor uit en wacht
ongeveer 5 minuten zodat de olie
naar het carter terug kan lopen.
5. Trek de peilstok uit de houder,
veeg hem schoon en steek hem
weer geheel in de houder.
6. Trek de peilstok opnieuw uit de
houder en controleer het peil. Het
vloeistofniveau moet zich tussen
F (vol) en L (leeg) bevinden.
OPDE076067
7. Als het peil zich bij of op de L
bevindt, moet u olie bijvullen tot de
F.
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie.
(Zie "Aanbevolen smeermiddelen
en hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
OPDEN077007
7
7-11