Kenmerken van uw auto
WAARSCHUWING
•
Plaats geen accessoires of
stickers op de voorruit en en
breng
er
geen
gekleurde
coating op aan.
•
Laat de voorruit vervangen
door een officiële dealer.
•
Verwijder geen onderdelen
die bij het Smart High Beam-
systeem horen en beschadig
ze niet.
•
Zorg ervoor dat er geen water
in de Smart High Beam-unit
terechtkomt.
•
Plaats geen voorwerpen op
het
dashboard
die
reflecteren, zoals spiegels, wit
papier
enzovoort.
systeem werkt mogelijk niet
goed wanneer zonlicht wordt
gereflecteerd.
•
De Smart High Beam kan
soms niet goed werken. Houd
daarom voor uw veiligheid
altijd de wegomstandigheden
in de gaten. Als het systeem
niet normaal werkt, wissel dan
handmatig tussen groot- en
dimlicht.
3-94
Richtingaanwijzers
Als u richting wilt aangeven, beweeg
de hendel dan omlaag als u links
afslaat en omhoog als u rechts
licht
afslaat, in stand (A). Beweeg de
hendel gedeeltelijk naar beneden of
Het
naar boven en houd hem vast in
stand (B) om een wisseling van
rijstrook aan te geven. De hendel
keert terug naar de stand OFF als hij
wordt losgelaten of wanneer de auto
weer rechtuit rijdt.
Wanneer een controlelampje blijft
branden, niet knippert of abnormaal
knippert, kunnen één of meer
lampen doorgebrand zijn en dienen
deze vervangen te worden.
Functie one-touch
passeerknipperlicht
Beweeg de hendel iets en laat hem
dan weer los om de functie one-
touch passeerknipperlicht in te
schakelen. De richtingaanwijzers
knipperen 3, 5 of 7 keer.
U
kunt
de
passeerknipperlicht in-/uitschakelen
of het aantal keren knipperen
selecteren (3, 5 of 7) met de modus
Gebruikersinstellingen
LCDdisplay. Zie "LCD-display" in
OTLE045284
dit
hoofdstuk
informatie.
functie
one-touch
op
het
voor
meer