Inhoudsopgave
Advertenties
1
Zet de functiekiezer op u.
De camera gaat over op de stand u.
2
Draai aan de e-knop.
Selecteer het vervagingsniveau uit
drie niveaus.
Controleer het wazigheidseffect
in de opname door deze te bekijken
in de weergavestand.
• Beweeg de camera niet tijdens het maken van de opname.
• Indien u de camera tijdens het maken van de opname met de hand
vasthoudt, stel [Shake Reduction] dan in op k (Aan).
• Vervagingscontrole werkt misschien niet zo effectief zoals u verwacht indien
u een ander objectief dan een AF-objectief gebruikt.
• De volgende functies zijn niet beschikbaar bij Vervagingscontrole:
- Continuopnamen, Opnamen met Afstandsbediening of
Belichtingsbracketing
- Dubbelopnamen
- HDR-opname
- Smart effect
- Momentcontrole
• Het wazigheidseffect is in de volgende situaties misschien anders
dan verwacht:
- indien het contrast over het geheel gezien laag is
- bij fonteinen en andere voorwerpen die constant van kleur
of vorm veranderen
- bij bewegende onderwerpen
- bij kleine onderwerpen
- bij onderwerpen aan de rand van het scherm
- bij retrobelichting en andere gelijksoortige omstandigheden
- bij gebruik van een speciale filter
- bij onderwerpen die ver weg zijn (opnamen op een afstand
voor portretfoto's van de borst omhoog wordt aanbevolen)
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
1/
1/
83
[
[
37 ]
37 ]
4
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
