1 E-knop
Gebruik deze stand om een
opname te vergroten (p.169) of
meerdere opnamen tegelijkertijd
weer te geven (p.170).
2 Ontspanknop
Druk deze knop tot halverwege
in om over te gaan naar
de opnamestand.
3 Q (Weergeven)-knop
Hiermee activeert
u de opnamestand.
4 Aan/uit-knop
Druk deze knop in om de camera
in of uit te schakelen (p.51).
5 mc
(Belichtingscorrectie)-knop
Als de bestandsindeling van de
laatst gemaakte opname JPEG
is, en de gegevens van
de opname nog in het
buffergeheugen aanwezig zijn,
kunt u de opname tijdens
weergave ook in de RAW-
indeling opslaan door op deze
knop te drukken. (p.67)
6 d/i (Snelinstelling/
Wissen)-knop
Druk deze knop in om opnamen
te wissen, of om de waarden
te resetten die worden ingesteld.
(p.67, p.159)
7 4-knop
Bevestigt de instelling die u hebt
geselecteerd in het menu
of weergavescherm.
8 Vierwegbesturing
(2345)
Gebruik deze regelaar
om de cursor te verplaatsen
of items te wijzigen in menu's
of het weergavescherm.
Druk op de vierwegbesturing (3)
om het weergavepalet
op te roepen. (p.166)
9 3-knop
Toont het menu
[Q Weergeven 1] (p.167).
0 M-knop
Wijzigt de weergavestijl
op de monitor. (p.27)
23
1
1