• Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is,
en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn,
kunt u de RAW-opname opslaan tijdens momentcontrole of weergave.
Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen,
dan wordt de overeenkomende vermelde opname opgeslagen.
- u (Vervagingscontrole)
- Digitaal filter
- Smart Effect
U kunt RAW-opnamen niet opslaan tijdens Continuopname,
Belichtingsbracketing, Dubbelopnamen of HDR-opname.
• Zie "Weergavefuncties" (p.165) voor meer informatie over de functies
van de weergavestand.
Eén opname wissen
U kunt opnamen één voor één wissen.
• Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (p.221)
1
Druk op de knop Q en toon de opname die u wilt wissen.
2
Druk op de knop d/i.
Het scherm voor bevestiging van
het wissen verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing (2)
om [Wissen] te selecteren.
Selecteer een bestandsindeling die u wilt
wissen bij opnamen die zijn gemaakt
in de indeling RAW+.
RAW-opname met Vervagingscontrole
uitgeschakeld
RAW-opname zonder filtereffect
RAW-opname met afwerktint [Helder]
100-0001
100-0001
Wissen
Wissen
Annuleren
Annuleren
OK
OK
OK
67
3