Uitsnijden van een deel van de opname
(Uitsnijden)
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde opname
uit en bewaart dit als een nieuwe opname.
De verhoudingen kunnen ook worden gewijzigd.
• Uitsnijden is alleen mogelijk voor JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt
met deze camera.
• Opnamen waarvan het formaat met deze camera al is aangepast tot S
of Z, kunnen niet worden uitgesneden.
1
Selecteer in de weergavestand een uit te snijden opname
en druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om o (Bijsnijden)
te selecteren, en druk op de knop 4.
Het uitsnijkader waarmee u bepaalt welk deel u wilt uitsnijden en welke
afmetingen dat deel krijgt, wordt weergegeven.
3
Bepaal de grootte en de positie
van het gebied dat u wilt uitsnijden
met behulp van het kader.
Beschikbare bewerkingen
E-knop
Vierwegbesturing (2345)
mc-knop
d/i-knop
MENU
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
Verplaatst het uitsnijkader.
Wijzigt de verhouding.
Roteert het uitsnijdkader (alleen als
het uitsnijdkader geroteerd kan worden).
189
7
OK