De Objectieffuncties instellen
U kunt de objectieffuncties instellen. De beschikbare functies zijn
afhankelijk van het geplaatste objectief.
Instelling van ND-filter
Instellen of de ND Filter die in het objectief ingebouwd is, gebruikt wordt.
1
Druk op de knop M in opnamemodus.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [ND-filter]
te selecteren, en druk op de knop 4.
Het scherm [ND-filter] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (45)
om [Uit] of [Aan] te selecteren,
en druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
• U kunt de instelling ook wijzigen vanuit het [A Opnamemodus 1] menu.
• De functie is vast ingesteld op [Uit] indien het objectief geen ND-filter heeft.
ND-filter
ND-filter
Uit
Uit
Annul.
Annul.
MENU
163
5
OK
OK
OK