Pagina 1
Digitale camera Bedieningshandleiding Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Pagina 2
Q-vatting-objectieven zijn de objectieven die met deze camera gebruikt kunnen worden. Auteursrechten Opnamen die zijn gemaakt met de PENTAX Q10 en voor een ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties.
Pagina 3
Voor dit product is een licentie verkregen conform de AVC Patent Portfolio License voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik door consumenten voor (i) het coderen van video in overeenstemming met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video die door een consument is gecodeerd voor persoonlijke activiteiten en/of is verkregen van een aanbieder die gelicentieerd is om AVC-video aan te bieden.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pagina 5
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken. • Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pagina 6
• Laat de camera niet vallen en stel deze ook niet bloot aan hevige schokken. Dat kan ertoe leiden dat de camera defect raakt. • Gebruik de batterijlader D-BC68P uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI68. Het opladen van andere batterijen kan een explosie of verhitting tot gevolg hebben of kan ertoe leiden dat de batterijlader beschadigd raakt.
Houd de camera en accessoires uit de buurt van kleine kinderen Waarschuwing • Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine kinderen. 1. Als het product valt of per ongeluk wordt bediend, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken. • Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging van de CMOS-sensor. (Hieraan zijn kosten verbonden.) • Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken om de prestaties van het product...
De camera opbergen • Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op. •...
Pagina 10
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Zie p.234 voor bijzonderheden. Bedankt voor uw medewerking.
Inhoudstafel Voor een veilig gebruik van de camera..........2 Aandachtspunten tijdens het gebruik........... 5 Inhoudstafel ..................9 Samenstelling van de handleiding ............. 15 Voordat u de camera gaat gebruiken De inhoud van het pakket controleren ........... 18 Namen en functies van de onderdelen .......... 19 Opnamestand ..................
Pagina 12
Basisbediening Basishandelingen bij opnamen............58 De camera de optimale instellingen laten bepalen ......58 Gebruik van een zoomobjectief ............60 Werken met de ingebouwde flitser ..........61 De flitsinstelling instellen..............61 Opnamen maken met de flitser ............64 Opnamen bekijken................. 66 Opnamen weergeven.................
Pagina 13
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen........108 Opnamen maken met de functie Shake Reduction ......108 Opnamen maken met de zelfontspanner ......... 110 Opnamen maken met de afstandsbediening (los verkrijgbaar) ..112 Continuopnamen maken.............. 115 Continuopname................
Pagina 14
De Objectieffuncties instellen ............163 Instelling van ND-filter ..............163 Objectiefvervorming corrigeren ............164 Weergavefuncties Bediening van weergavefuncties ..........166 Palet van de weergavestand items ..........166 Items van het menu Weergeven ............167 De weergavemethode instellen ........... 168 Vergroten van opnamen .............. 169 Weergave van meerdere opnamen ..........
Andere instellingen wijzigen Werken met het menu Instellen ........... 204 Items van het menu Instellen ............204 Camera-instellingen..............206 De Geluidseffecten, Datum en Tijd en Weergavetaal instellen..206 Weergave van monitor en menu's instellen ........210 Instellingen selecteren om op te slaan in de camera (Geheugen)..215 De menu’s resetten................
Pagina 16
Bijlage Standaardinstellingen ..............244 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties ..251 Gebruik van een K-vatting-objectief ..........252 De CMOS-sensor reinigen............254 Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden (Stof verwijderen) ................254 Foutberichten................255 Problemen oplossen ..............258 Belangrijkste Specificaties ............261 Index ....................
Samenstelling van de handleiding Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken. 1 Voordat u de camera gaat gebruiken Beschrijft de geleverde accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen. 2 Voorbereidingen Beschrijft de eerste stappen van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen.
Pagina 18
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd. Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel. Geeft nuttige informatie. Geeft aan dat bij gebruik van de camera voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen.
Voordat u de camera gaat gebruiken Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voordat u de camera in gebruik neemt. De inhoud van het pakket controleren ....18 Namen en functies van de onderdelen ....19 Functie-instellingen wijzigen ........32...
De inhoud van het pakket controleren Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn bijgeleverd. Flitsschoenbeschermer F Dop cameravatting Draagriem (gemonteerd op de camera) (gemonteerd op de camera) O-ST131 Oplaadbare lithium- Batterijlader Netsnoer ionbatterij D-LI68 D-BC68P USB-kabel Software (CD-ROM)
Namen en functies van de onderdelen Luidspreker Index (rode stip) op objectiefvatting AF-hulplicht/ Zelfontspannerlampje Ingebouwde flitser Riembevestiging CMOS-sensor Kaartklep Microfoon Afstandsbedieningssensorr Objectiefinformatiecontacten Afstandsbedieningssensor Flitsschoen LED voor schrijven Riembevestiging naar/lezen van de kaart Batterijklep Monitor HDMI-aansluitpunt (Type D) Klepje van Klep de aansluitingen verbindingskabel PC/AV-aansluiting...
Opnamestand Hier ziet u welke onderdelen gebruikt worden en hoe ze werken in opnamestand. De standaardfabrieksinstelling voor elk onderdeel wordt hier uitgelegd, maar sommige onderdelen hebben meerdere functies en de werking ervan is afhankelijk van de geselecteerde instelling.
1 E-knop 9 mc (Belichtingscorrectie) -knop Stelt de sluitertijd, het diafragma en de belichtingscorrectie in. Druk deze knop in om de waarden (p.87) voor belichtingscorrectie U kunt het menu wijzigen indien en diafragma in te stellen. een menuscherm getoond wordt. (p.88, p.90) (p.35) 0 d/i (Snelinstelling/...
1 E-knop 6 d/i (Snelinstelling/ Wissen)-knop Gebruik deze stand om een opname te vergroten (p.169) of Druk deze knop in om opnamen meerdere opnamen tegelijkertijd te wissen, of om de waarden weer te geven (p.170). te resetten die worden ingesteld. (p.67, p.159) 2 Ontspanknop Druk deze knop tot halverwege...
Monitorscherm Afhankelijk van de camerastatus kan de volgende informatie op de monitor worden weergegeven. Het helderheidsniveau en de kleur van de monitor kunnen worden aangepast. (p.214) Opnamestand De huidige opnamefunctie-instellingen worden tijdens het maken van opname op de monitor getoond. U kunt de weergavestijl wijzigen door op de knop M te drukken.
Pagina 27
Standaardweergave (Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 001/999 001/999 +1.7 +1.7 37 ] 37 ] 37 ] 37 ] 2000 2000 F2.8 F2.8 1600 1600...
Pagina 28
Bedieningspaneel Druk in de opnamestand op de knop M om het bedieningspaneel op te roepen en instellingen te wijzigen. (p.33) A-stand Aangepaste opname Aangepaste opname Helder Helder [ 65535 ] [ 65535 ] C-stand Aangepaste opname Aangepaste opname Helder Helder [ 65535 ] [ 65535 ] Functienaam...
Pagina 29
Weergavestand De camera toont telkens andere informatie wanneer u tijdens weergave de knop M indrukt. Opname, bestandsindeling en bedieningsindicaties Standaardweergave worden weergegeven. Op het scherm worden de opname en het histogram Histogramweergave (Helderheid/RGB) weergegeven. Niet beschikbaar tijdens weergave van video. (p.28) Weergave Op het scherm worden details van de opname-instellingen van detail-info...
Pagina 30
Histogramweergave De volgende histogrammen kunnen worden weergegeven bij weergave van foto-opnamen. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”. 100-0001 100-0001 100-0001 100-0001 2000...
Pagina 31
Weergave van detail-info (Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.) Foto 100-0001 100-0001 +1.0 +1.0 ±0 ±0 2000 2000 F2.8 F2.8 1600 1600 +1.5 +1.5 ±0 ±0 18 19 G1A1 G1A1 ±0 ±0 22 23 24 50mm 50mm...
Gebruik van het Histogram Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt (Donker) ← Helderheid → (Helder) het aantal pixels. Donkere Lichte De vorm en indeling gedeelten...
Bedieningsindicaties Op de monitor worden met de hieronder getoonde indicaties de knoppen aangeduid die op dat moment kunnen worden gebruikt. Voorbeeld) Vierwegbesturing (2) Ontspanknop Vierwegbesturing (3) 3-knop Vierwegbesturing (4) M-knop Vierwegbesturing (5) Snelinstelling/Wissen-knop 4-knop mc-knop E-knop • Het beeld op de monitor kan afwijken van de uiteindelijke opname indien de helderheid van het onderwerp hoog of laag is.
Functie-instellingen wijzigen Functie-instellingen kunt u wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel of de menu’s. In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen. De Richtingsknoppen gebruiken In de opnamestand kunt u de gevoeligheid, witbalans, flitsinstelling en transportstand instellen door de vierwegbesturing (2345) in te drukken.
Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname. Het bedieningspaneel gebruiken Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen controleren op de monitor. U kunt ook overschakelen naar het bedieningspaneel en instellingen wijzigen. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [JPEG kwaliteitsniveau] wordt ingesteld.
Druk op de knop 4. JPEG kwaliteitsniveau JPEG kwaliteitsniveau Het instellingenvenster van het geselecteerde item wordt weergegeven. 37 ] Gebruik de vierwegbesturing (45) JPEG kwaliteitsniveau JPEG kwaliteitsniveau of de e-knop om een instelwaarde te selecteren. Annul. Annul. MENU Druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel.
De menu's gebruiken In dit gedeelte wordt beschreven hoe de volgende menu’s worden gebruikt: [A Opnamemodus], [C Video], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling]. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Ruisond. hoge ISO-wrd] wordt ingesteld in het menu [A Opnamemodus 2]. Druk op de knop 3 in de opnamestand.
Pagina 38
Druk op de vierwegbesturing (5). HDR-opname HDR-opname De beschikbare instellingen worden in het Dubbelopnamen Dubbelopnamen pop-up menu of het submenu getoond. Intervalopname Intervalopname Instelling D-range Instelling D-range Ruisond. hoge ISO-wrd Ruisond. hoge ISO-wrd Vervormingscorrectie Vervormingscorrectie Einde Einde MENU Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
Pagina 39
• U kunt instellen of eerst de menutab moet worden weergegeven die u de laatste keer had geselecteerd, of dat altijd eerst het menu [A Opnamemodus 1] moet worden weergegeven. (p.212) • Raadpleeg de pagina’s hierna voor meer informatie over elk menu. - Menu [A Opnamemodus] 1p.71 - Menu [C Video] 1p.75 - Menu [Q Weergeven] 1p.167...
Voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op. De draagriem bevestigen ........40 De batterij plaatsen ..........41 Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen ..47 Een objectief bevestigen ........49 De camera aan- en uitzetten ........51 Eerste instellingen ..........52...
De draagriem bevestigen Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp. Bevestig het andere uiteinde van de riem eveneens op de hiervoor beschreven manier.
De batterij plaatsen Plaats de batterij in de camera. Gebruik de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI68 die exclusief voor deze camera is ontwikkeld. De batterij opladen Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange tijd niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
• Gebruik de batterijlader D-BC68P uitsluitend voor het opladen van D-LI68 batterijen. Het opladen van andere batterijen kan schade en oververhitting veroorzaken. • Vervang in de volgende gevallen de batterij door een nieuwe: - Indien het indicatielampje knippert of niet meer brandt na het correct plaatsen van de batterij - Indien de batterij sneller leeg is na het opladen (de batterij heeft het einde van de levensduur bereikt)
Pagina 45
Schuif de klep van het batterijcompartiment in de richting van de pijl en open vervolgens de klep (1→2). Plaats de batterij met de markering 2 naar het objectief gericht totdat de batterij op zijn plaats wordt vergrendeld. Als u de batterij wilt verwijderen, duwt u de batterijvergrendelingsknop met uw vinger in de richting van de pijl (3).
Indicatie batterijniveau U kunt het resterende batterijniveau aflezen op het scherm van de monitor. Monitorscherm Batterijniveau w (groen) Batterij is vol. x (groen) Batterij is bijna vol. y (geel) Batterij raakt leeg. F (rood) Batterij is bijna leeg. Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera [Batterij leeg] uitgeschakeld.
De netvoedingsadapter gebruiken (los verkrijgbaar) We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapterset K-AC115 (los verkrijgbaar) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op een computer of audiovisueel apparaat. De netvoedingsadapterset K-AC115 bevat netvoedingsadapter D-AC115, DC-koppeling D-DC115, en een netsnoer. Controleer of de camera is uitgezet.
Pagina 48
Sluit de DC-koppeling en de netvoedingsadapter aan. Sluit de netvoedingsadapter aan op het netsnoer. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. • Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken. • Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten zijn op de aansluitpunten. De SD-geheugenkaart of gegevens kunnen beschadigd raken indien de verbinding wordt verbroken terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
Een SD-geheugenkaart plaatsen/ verwijderen Deze camera gebruikt een commercieel beschikbare SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart. Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen. • Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/ lezen van de kaart brandt. •...
Pagina 50
Druk de SD-geheugenkaart verder naar binnen om deze te verwijderen. Sluit de klep van het kaartcompartiment en schuif deze vervolgens in de richting van de pijl (3→4). Zie “Geschatte beeldopslagcapaciteit” (p.267) voor meer informatie over het geschatte aantal opnamen die op een SD-geheugenkaart opgeslagen kunnen worden.
• De camerabehuizing en objectiefvatting bevatten informatiecontacten voor het objectief. Vuil, stof of roest kan het elektrisch systeem beschadigen. Neem voor professionele reiniging contact op met een PENTAX servicecentrum. • Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
Pagina 52
Zorg dat de richttekens objectiefvatting (de rode puntjes: 3) op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vast klikt. Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
De camera aan- en uitzetten Druk op de aan/uit-knop. De camera wordt ingeschakeld. Druk opnieuw op de aan/uit-knop om de camera uit te schakelen. • Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is. • De netvoeding wordt automatisch uitgeschakeld indien u binnen een vooraf bepaalde tijd geen handelingen uitvoert (Auto Uitsch.).
Eerste instellingen De eerste keer dat de camera ingeschakeld wordt, zal het scherm [Language/u] worden getoond. Volg onderstaande procedure om de taal die op de monitor wordt getoond en de actuele datum en tijd in te stellen. Als bij inschakeling van de camera Datum instellen Datum instellen het scherm [Datum instellen] verschijnt,...
Selecteer met de vierwegbesturing Thuistijd Thuistijd (45) een plaats. Draai aan de e-knop om een andere regio te selecteren. Zie “Lijst met steden voor Wereldtijd” Amsterdam Amsterdam Zomertijd Zomertijd (p.209) voor steden die als thuistijd Annul. Annul. kunnen worden geselecteerd. MENU Druk op de vierwegbesturing (3) om [Zomertijd] te selecteren, en gebruik de vierwegbesturing (45) om O of P...
De datum en tijd instellen Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in. Druk op de vierwegbesturing (5) Datum instellen Datum instellen en selecteer een datumformaat Datumnotatie Datumnotatie dd/mm/jj dd/mm/jj met de vierwegbesturing (23). Dat, Dat, 01/01/2012 01/01/2012 Kies [dd/mm/jj], [mm/dd/jj] of [jj/mm/dd].
Pagina 57
Druk op de vierwegbesturing (3) Datum instellen Datum instellen om [instellingen voltooid] te Datumnotatie Datumnotatie dd/mm/jj dd/mm/jj selecteren en druk op de knop 4. Dat, Dat, 10/10/2012 10/10/2012 De camera keert terug naar Tijd Tijd 10:00 10:00 de opnamestand en is gereed instellingen voltooid instellingen voltooid voor het maken van een opname.
Basisbediening Dit hoofdstuk legt de basisprocedures uit voor opnamen door de functiekiezer in te stellen op n (Auto Picture) zodat de camera op basis van het onderwerp de optimale instellingen kan selecteren. Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen De camera de optimale instellingen laten bepalen De camera is uitgerust met verschillende opnamestanden, scherpstelstanden en transportstanden. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken. Zet de functiekiezer op n. De camera bepaalt de meest geschikte opnamestand voor het onderwerp.
Pagina 61
In de stand n (Auto Picture) wordt automatisch de optimale opnamestand geselecteerd uit de standen U (Standaard), c (Portret), s (Landschap), b (Macro), . (Portret bij nacht), K (Zonsondergang), d (Blauwe hemel) of x (Bos). (p.79) Druk de ontspanknop helemaal in. De opname wordt gemaakt.
Gebruik van een zoomobjectief Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste grootte en maak de opname. Draai de zoomring rechtsom of linksom. De hoek van de weergave wijzigt. De volgende functies kunnen op de camera ingesteld worden afhankelijk van het gebruikte objectief.
Werken met de ingebouwde flitser Gebruik een flitser om opnamen te maken bij zwakke belichting of met achtergrondlicht. De ingebouwde flitser werkt optimaal op een afstand van circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Vignettering (de hoeken van de opname worden dan zwart vanwege een gebrek aan licht) kan optreden bij een afstand van minder dan 0,7 m (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid.
Pagina 64
Welke flitsfuncties kunnen worden geselecteerd, is afhankelijk van de opnamestand. Opnamestand Selecteerbare flitsinstelling C/i/E/F/a C/i/E/F/G/H/I/a C/i/E/F/I/a *1 Vastgezet op a in de stand K (Zonsondergang), d (Blauwe hemel), A (Nachtopname), Z (HDR-nachtbeeld), p (HDR), y (Retroverl. silhouet), U (Kaarslicht), n (Podiumbelichting) of E (Museum). Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (4).
De flitsintensiteit corrigeren U kunt de flitsintensiteit instellen van 2.0 tot +1.0. – De volgende flitscorrectiewaarden kunnen in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW worden ingesteld, afhankelijk van het gebruikte objectief. Stapinterval Flitscorrectiewaarde –2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0 1/3LW –2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0 1/2LW...
Opnamen maken met de flitser Selecteer een flitsinstelling. Schuif de uitklapschakelaar van de flitser in de richting van de pijl. De ingebouwde flitser klapt uit. Druk de ontspanknop tot halverwege in. De flitser wordt opgeladen. Druk de ontspanknop helemaal in. De opname wordt gemaakt.
Pagina 67
• Indien u de ingebouwde flitser niet wilt laten flitsen terwijl deze ingetrokken is, stel [10. Flitsen bij intrekking] dan in op [Flitser niet af laten gaan] in het menu [A Pers.instelling 2]. • U kunt geen opnamen maken wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
Opnamen bekijken Opnamen weergeven U kunt gemaakte opnamen weergeven op het scherm. Druk op de knop Q. De weergavestand wordt geactiveerd en de laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor (bij video wordt het eerste frame van de video weergegeven op de monitor).
• Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt u de RAW-opname opslaan tijdens momentcontrole of weergave. Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen, dan wordt de overeenkomende vermelde opname opgeslagen.
Pagina 70
JPEG wissen Alleen de JPEG-opname wordt gewist. RAW wissen Alleen de RAW-opname wordt gewist. RAW+JPEG wissen Wist opnamen in beide bestandsindelingen. Druk op de knop 4. De opname wordt gewist. U kunt meerdere opgeslagen opnamen in één keer wissen. Zie “Wissen van Meerdere opnamen” (p.179) voor bijzonderheden.
Opnamefuncties In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de camera besproken. Werken met de opnamefuncties ......70 Selecteren van de juiste opnamestand ....78 Instelling van de belichting ........85 Scherp stellen ............98 Controle van de scherptediepte (Preview) ...107 De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen ..108 Continuopnamen maken ........115...
Werken met de opnamefuncties U kunt de opname-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel, het menu [A Opnamemodus], menu [C Video] of menu [A Pers.instelling]. Zie “Functie-instellingen wijzigen” (p.32) voor meer informatie over het werken met de menu's en richtingsknoppen Instelling van de richtingsknoppen Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345)
Opnamestand - Menu-onderdelen De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd in de menu’s [A Opnamemodus 1-3]. Druk in de opnamestand op de knop 3 om het menu [A Opnamemodus 1] op te roepen.
Pagina 74
Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld Aangepaste opname p.145 kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt. Past een digitaal filtereffect toe Digitaal filter p.149 bij het maken van opnamen. Stelt de horizontale en verticale Verhoudingen verhouding van opnamen in.
Pagina 75
Menu Onderdeel Functie Pagina Maakt het maken van opnamen HDR-opname met een groot dynamisch bereik p.143 mogelijk. Creëert een opname door meerdere opnamen te nemen Dubbelopnamen p.119 en deze tot een enkele opname samen te voegen. Maakt opnamen met een ingesteld Intervalopname interval vanaf een vastgesteld p.116...
Pagina 76
Menu Onderdeel Functie Pagina Wijst functies toe aan Snelkeuze p.152 het snelkeuzewiel. Wijst functies toe aan de knop Knop Snelinstelling p.159 d/i. Stelt de monitorweergave Beeldopties lcd p.211 in voor de opnamestand. Stelt de weergave-instellingen Momentcontrole p.213 van momentcontrole in. Bepaalt welke instellingen moeten Geheugen worden opgeslagen wanneer...
Videomenu De volgende opties kunnen worden ingesteld in het menu [C Video 1]. Druk op de knop 3 wanneer de functiekiezer ingesteld is op C om het menu [C Video 1] op te roepen. Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt de opnameresolutie of de grootte Resolutie van de film in.
Items van het menu van de persoonlijke instellingen Geef instellingen op in de menu’s [A Pers.instelling 1-2] om optimaal te profiteren van de functies van deze camera. Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt in of de belichtingswaarde moeten 1. AE-L met AF lock worden vergrendeld nadat scherp p.94 gesteld is.
Pagina 79
Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt in of het AF-hulplicht moet worden 8. AF-hulplicht gebruikt tijdens automatische p.99 scherpstelling op donkere locaties. Stelt in of autofocus moet worden 9. AF met gebruikt bij het maken van opnamen p.114 afstandsbediening met de afstandsbediening. 10.
Selecteren van de juiste opnamestand Deze camera beschikt over verschillende opnamestanden, zodat u foto’s kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. De camera is uitgerust met de volgende opnamestanden. Opnamestand Stand Pagina Selecteert automatisch de optimale n (Auto Picture)-stand p.79 opnamestand voor het onderwerp.
De geselecteerde opnamestand wordt weergegeven op de monitor (Hulpdisplay). Programma Programma Automatische belichting Automatische belichting 10/10/2012 10/10/2012 10:30 10:30 AM AM • Stel de tijd van het hulpdisplay in bij [Hulpdisplay] in het menu [R Instellen 1]. (p.212) • Het selectiescherm voor de scènestand wordt getoond als de functiekiezer is ingesteld op H (p.82).
Stand Kenmerken Voor het maken van opnamen van een blauwe hemel. d Blauwe hemel Zorgt voor een indrukwekkend diep blauw. Versterkt kleuren van bomen en zonnestralen x Bos door het gebladerte en levert levendige kleuren op. Scènestanden Als u de functiekiezer op H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende scènestanden.
Pagina 83
Stand Kenmerken Levert een enkel HDR-beeld op met minder ruis uit Z HDR-nachtbeeld 3 opnamen (-3 LW, Standaard en +3 LW) in zwak licht. Het bestandsformaat is ingesteld op [JPEG]. Voor het maken van opnamen onder slechte l Nachtsnapshot belichtingsomstandigheden. Voor het maken van opnamen van voedsel.
Een scènestand selecteren Zet de functiekiezer op H. De camera wisselt naar de H stand, het scènestand keuzescherm wordt geopend. Selecteer een scènestand met Portret Portret de vierwegbesturing (2345) of e-knop en druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken Voor portretopnamen.
Pagina 85
Zet de functiekiezer op u. De camera gaat over op de stand u. 37 ] 37 ] 2000 2000 F2.8 F2.8 1600 1600 Draai aan de e-knop. Selecteer het vervagingsniveau uit drie niveaus. Controleer het wazigheidseffect in de opname door deze te bekijken in de weergavestand.
Belichtingsstanden Gebruik de belichtingsstanden om de sluitertijd en diafragmawaarde aan te passen, zodat u opnamen kunt maken. Stand Kenmerken Pagina Stelt automatisch de sluitertijd en Programma diafragmawaarde in voor de juiste Automatische belichting in overeenstemming Belichting met de Programmalijn. Automatische Instelling van de gewenste sluitertijd belichting met voor het vastleggen van bewegende...
Instelling van de belichting Instelling van de gevoeligheid U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [ISO AUTO] of binnen een gevoeligheidsbereik dat gelijk is aan ISO 100 tot 6400 in stappen van 1/3 LW.
• Als de opnamestand ingesteld is op Z (HDR-nachtbeeld)/ l (Nachtsnapshot)/p (HDR)/n (Podiumbelichting) van de stand H (Scène), dan wordt de gevoeligheid vast ingesteld op [ISO AUTO] en kan deze niet worden gewijzigd. • [ISO AUTO] is niet beschikbaar in de stand a. Als de functiekiezer is ingesteld op a wanneer de gevoeligheid is ingesteld op [ISO AUTO], dan werkt de camera in de stand L.
Pagina 89
Zet de functiekiezer op e, b, c of a. Draai aan de e-knop om de waarde aan te passen. 5 wordt op de monitor getoond naast de waarde die gewijzigd kan worden. De volgende parameters kunnen afhankelijk van de geselecteerde belichtingsstand gewijzigd worden.
Indien ingesteld op de stand a, druk dan op de knop mc (1), en draai vervolgens aan de e-knop (2) om de diafragmawaarde te wijzigen. De belichtingscorrectiewaarde kan met deze handeling aangepast worden in de stand e/b/c. (p.90) • De juiste belichting wordt met de geselecteerde sluitersnelheid en diafragmawaarde wellicht niet verkregen als de gevoeligheid niet ingesteld is op de vaste waarde (p.85).
Gebruik van tijdopname (Bulb) Deze instelling is geschikt voor het maken van nacht- en vuurwerkopnamen met een lange belichting. Zet de functiekiezer op a. Draai de e-knop naar links (f) en stel de sluitertijd in op h. h wordt weergegeven na de langste sluitertijd.
Correctie van de belichting Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere) opnamen maken. De correctiewaarde kan in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW tussen -3 en +3 ingesteld worden, afhankelijk van het gebruikte objectief. Stapinterval Belichtingswaarde ±0.3, ±0.7, ±1.0, ±1.3, ±1.7, ±2.0, ±2.3, ±2.7, ±3.0 1/3 LW ±0.5, ±1.0, ±1.5, ±2.0, ±2.5, ±3.0...
Pagina 93
Belichting automatisch wijzigen tijdens het maken van opnamen (Belichtingsbracketing ) U kunt drie opeenvolgende opnamen maken met drie verschillende belichtingsniveaus wanneer u de ontspanknop indrukt. Er worden bij elke keer loslaten drie opnamen opgeslagen. Standaardbelichting Onderbelichting Overbelichting U kunt de bracketingvolgorde wijzigen bij [3. Volgorde A Bracketing] in het menu [A Pers.instelling 1].
Pagina 94
Druk op de vierwegbesturing (3) Belichtingsbracketing Belichtingsbracketing en gebruik de vierwegbesturing (45) om l of c te selecteren. Annul. Annul. MENU l Belichtingsbracketing Maakt opnamen met de ontspanknop. Maakt opnamen met een optionele afstandsbediening. De afstandsbediening werkt volgens de instelling voor opnamen met Belichtingsbrack.
• Wanneer [Autofocusstand] (p.99) is ingesteld op [Selecteren AF (25 pnt)], [Selecteren] of [Spot] wordt de scherpstellingspositie vergrendeld bij de eerste opname en wordt deze gebruikt voor de volgende opnamen. • Kies een andere stand dan l of c in het instelscherm van de transportstand om de belichtingsbracketing te annuleren.
Pagina 96
Stel de belichting in en druk op de knop d/i. De camera vergrendelt de belichting van dat moment. @ wordt op de monitor getoond als het belichtingsgeheugen ingeschakeld is. • De belichting blijft in het geheugen zolang de knop d/i ingedrukt blijft of als de ontspanknop half ingedrukt blijft.
De methode voor lichtmeting selecteren Selecteer het gedeelte van de zoeker dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. De sensor meet de helderheid in meerdere zones. (standaardinstelling) Zelfs bij locaties met tegenlicht wordt bij deze functie L Meervlaks automatisch bepaald welk helderheidsniveau elk gedeelte van het beeld heeft en wordt de belichting...
• U kunt de instelling ook wijzigen vanuit het [A Opnamemodus 1] menu. • Bij [2. Koppelt belicht.+ AF] in het menu [A Pers.instelling 1] kunt u de belichting koppelen aan het AF-punt tijdens meting in meerdere segmenten. De belichting voor de meting van meerdere segmenten wordt bepaald ongeacht het AF-punt.
Pagina 99
Druk op de knop 3. De camera is gereed voor het maken van een opname. Tijdens ruisonderdrukking knippert de kaarttoegangslamp en kan de camera niet gebruikt worden.
Scherp stellen De focusmethode instellen U kunt op de volgende manieren scherp stellen. De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp Autofocus wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt. Handmatige Stel handmatig scherp. scherpstelling Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
• U kunt de instelling ook wijzigen bij [Focusinstellingen] in het menu [A Opnamemodus 1]. • [Focusmethode] wordt vast ingesteld op = wanneer de opnamestand is ingesteld op de stand n (Auto Picture) of u (Vervagingscontrole), of c (Portret)/ \ (Beweg. onderwerp)/. (Portret bij nacht)/ l (Nachtsnapshot)/w (Quick Macro)/Z (Huisdier)/R (Kinderen)/ n (Podiumbelichting) van de stand H (Scène).
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Autofocusstand] te selecteren, en druk op de knop 4. Het scherm [Autofocusstand] verschijnt. Selecteer een autofocusmethode Autofocusstand Autofocusstand met de vierwegbesturing (45) Selecteren AF (25 pnt) Selecteren AF (25 pnt) en druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel.
Pagina 103
Druk op de knop 4. Op de monitor verschijnt een zwarte rechthoek, en het AF-gebied kan worden ingesteld door de positie en grootte van deze rechthoek te wijzigen. Selecteer het AF-gebied. Einde Einde MENU Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing Wijzigt de positie van het AF-gebied. (2345) E-knop naar rechts Vergroot de grootte van het AF-gebied...
Scherp stellen met de knop d/i U kunt de camera zo instellen dat er wordt scherp gesteld wanneer u op de knop d/i drukt. Gebruik deze instelling als u geen behoefte hebt aan automatisch scherp stellen als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
• Indien “AF activeren” is toegewezen aan de knop d/i, dan wordt de autofocus door het half indrukken van de ontspanknop uitgeschakeld. • Als “AF activeren” is toegewezen aan de knop d/i wanneer de opnamestand is ingesteld op u (Vervagingscontrole) of w (Quick Macro) van de stand H (Scène), gebruik dan de knop d/i om ervoor te zorgen dat een onderwerp scherp is voordat de opname wordt gemaakt.
Pagina 106
Breng het onderwerp op de monitor in het midden en druk de ontspanknop tot halverwege in. Het AF-kader wordt groen bij scherpstelling. De scherpstelling wordt in het geheugen opgeslagen als 37 ] 37 ] 2000 2000 F2.8 F2.8 1600 1600 het AF-kader groen is.
Handmatige regeling van de scherpstelling (Handmatige scherpstelling) Stel handmatig scherp. Stel [Focusmethode] in op \. Zie “De focusmethode instellen” (p.98) voor bijzonderheden. Draai aan de scherpstelring terwijl u naar de monitor kijkt. De sluiter kan worden ontspannen door de ontspanknop geheel in te drukken, zelfs als het onderwerp niet scherp is.
Pagina 108
Druk twee keer op de knop 3. De functie MF-hulp wordt ingesteld en de camera is gereed voor het maken van een opname. Draai de scherpstelring, of druk op de knop 4. De opname op de monitor wordt vergroot. Controleer of het onderwerp is scherp gesteld.
Controle van de scherptediepte (Preview) U kunt de scherptediepte controleren door de opening van het objectief te verlagen naar de feitelijk ingestelde waarde. Wijs eerst de Voorbeeld-functie toe aan de knop d/i. Selecteer [Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Knop Snelinstelling] verschijnt.
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabewegingen te voorkomen Opnamen maken met de functie Shake Reduction De functie Shake Reduction vermindert het schudden van de camera tijdens het indrukken van de ontspanknop. De functies Shake Reduction werkt effectief bij het maken van opnamen in de volgende situaties: - Bij het maken van opnamen op slecht verlichte locaties, bijvoorbeeld binnenshuis, bij nacht, op bewolkte dagen en in de schaduw...
Pagina 111
Selecteer Q of R met de Shake Reduction Shake Reduction vierwegbesturing (45) en druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel. Annul. Annul. MENU Maakt gebruik van Shake Reduction. (standaardinstelling) Maakt geen gebruik van Shake Reduction. Druk de ontspanknop tot halverwege in. k wordt weergegeven op de monitor en de functie Shake Reduction wordt ingeschakeld.
Wacht tot de functie Shake Reduction stabiel en goed werkt, en druk de ontspanknop vervolgens rustig en beheerst in. • De functie Shake Reduction is beschikbaar voor elk PENTAX-objectief met Q-vatting dat compatibel is met deze camera. Stel de brandpuntsafstand echter handmatig in wanneer de brandpuntsafstand niet automatisch kan worden verkregen, bijvoorbeeld wanneer een vattingadapter wordt gebruikt.
Pagina 113
Selecteer g met de vierwegbesturing (45). Druk op de vierwegbesturing (3) Zelfontspanner (12sec) Zelfontspanner (12sec) en selecteer g of Z met de vierwegbesturing (45) terwijl u op de knop 4 drukt. De camera is gereed voor het maken van een opname. Annul.
Opnamen maken met de afstandsbediening (los verkrijgbaar) De sluiter kan met een optionele afstandsbediening op afstand worden ontspannen. De sluiter wordt ontspannen onmiddellijk nadat Afstandsbediening de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt. Afstandsbed. 3 sec. De sluiter wordt ontspannen na circa 3 seconden nadat vertraging de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
Pagina 115
Druk op de vierwegbesturing (3), Afstandsbediening Afstandsbediening gebruik de vierwegbesturing (45) om h, i of i te selecteren en druk op de knop 4. Het zelfontspannerlampje op de voorzijde van de camera gaat knipperen en Annul. Annul. MENU de camera is de standby-stand. Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Pagina 116
Waterproof O-RC1 kan het autofocussysteem worden geregeld met de knop S. De knop { kan niet worden gebruikt. • De afstandsbediening F kan ongeveer 30.000 keer een afstandsbedieningssignaal verzenden. Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor het vervangen van de batterij (hier zijn kosten aan verbonden).
Continuopnamen maken Continuopname U kunt diverse opnamen achter elkaar maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Bij JPEG-opnamen van E/C kunt u tot maximaal 5 frames per seconde continu opnemen. Continuopname U kunt tot maximaal 5 frames tegelijk opnemen. (snel) Niet beschikbaar als de [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW] of [RAW+].
Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. Druk de ontspanknop helemaal in. Opnamen worden continu gemaakt als de ontspanknop geheel ingedrukt is. Haal om te stoppen uw vinger van de ontspanknop. • De transportstand wordt vast ingesteld op g wanneer de opnamestand is ingesteld op \ (Beweg.
Pagina 119
• Intervalopname is niet beschikbaar in de volgende situaties. - wanneer de opnamestand is ingesteld op u (Vervagingscontrole) of C (Video), of Z (HDR-nachtbeeld)/w (Quick Macro)/p (HDR) van de stand H (Scène) - wanneer de sluitertijd ingesteld is op h - wanneer belichtingsbracketing, dubbelopnamen of digitaal filter is geselecteerd •...
Pagina 120
Selecteer [Begintijd] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer uren of minuten met de vierwegbesturing (45) en stel de tijd in met de vierwegbesturing (23). Druk op de knop 4 om de instelling te voltooien. Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
• Gebruik bij intervalopnamen de netvoedingsadapterset (los verkrijgbaar) of plaats een volledig opgeladen batterij. Als de batterij niet voldoende opgeladen is, kan deze tijdens de intervalopname leeg raken waardoor het opnemen stopt. • Er worden niet langer intervalopnamen gemaakt als de SD-geheugenkaart vol is.
Pagina 122
Selecteer [Auto LW-instelling] met de vierwegbesturing (23) en selecteer O of P met de vierwegbesturing (45). Als u O (Aan) kiest, wordt de belichting automatisch aangepast aan het aantal opnamen. Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De camera is klaar om een reeks intervalopnamen te maken.
Video-opnamen maken U kunt met deze camera video-opnamen in het volgende formaat maken. • Opnamesnelheid 30 fps • Geluid Mono • Bestandsindeling MPEG-4 AVC/H.264 (Bestandsextensie: .MOV) Wijziging van de instellingen voor video-opnamen U kunt de instellingen voor video-opnamen wijzigen in het menu [C Video] of het bedieningspaneel.
Pagina 124
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Geluid] te selecteren, en druk op de vierwegbesturing (5). Gebruik de vierwegbesturing (23) om g of Z te selecteren, en druk op de knop 4. Neemt geluid op. (Standaardinstelling) Neemt geen geluid op. Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Belichtingsvoorkeur] te selecteren, en druk op de vierwegbesturing (5).
Video-opnamen maken Zet de functiekiezer op C. Het scherm video-opname verschijnt. Bekijk het onderwerp op de monitor. Pas de belichting aan als Geluid Video SR [Belichtingsvoorkeur] ingesteld is op [Manual]. 10'30" 10'30" Beschikbare opnametijd Beschikbare bewerkingen E-knop Niet beschikbaar (als [Belichtingsvoorkeur] ingesteld is op [Auto]).
Pagina 126
Druk de ontspanknop helemaal in. Video-opname start. Tijdens het opnemen van de video flikkert een rood P bovenaan rechts op het scherm. Tijdens het opnemen van video kunnen de volgende handelingen worden verricht. Beschikbare bewerkingen Voert autofocus uit. 4-knop Vergrendelt de belichting (als [Belichtingsgeheugen] is toegewezen aan de knop d/i bij [Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 3]).
• Bij het opnemen van video wordt, ongeacht de instelling van de scherpstelmethode, de opname gestart als de ontspanknop volledig word ingedrukt, ook als het onderwerp niet scherp is gesteld. • U kunt een video opnemen van maximaal 4 GB of 25 minuten. Als de SD-geheugenkaart vol is, stopt het opnemen en wordt de video opgeslagen.
Pagina 128
Selecteer [Intervalvideo] in het menu [C Video 1] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Intervalvideo] verschijnt. Selecteer [Interval] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer het opname-interval met Intervalvideo Intervalvideo de vierwegbesturing (23) en druk Opnamen starten Opnamen starten op de knop 4.
Pagina 129
Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De camera is gereed voor het opnemen van een intervalfilm. Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. Druk de ontspanknop helemaal in. Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], wordt de opname onmiddellijk gemaakt.
Video's afspelen U kunt opgenomen video weergeven in de weergavestand, op dezelfde manier als opgeslagen foto-opnamen. Selecteer met de vierwegbesturing (45) een video om weer te geven. Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor. Druk op de vierwegbesturing (2). 100-0001 100-0001 De weergave van de video wordt gestart.
Pagina 131
• U kunt gebruikmaken van de optionele netvoedingskabel of een commercieel verkrijgbare HDMI-kabel om op een tv-scherm of andere audiovisuele apparaten video-opnamen weer te geven. (p.182) • QuickTime is nodig voor het afspelen van video's die overgezet zijn op een computer. (p.228) Een beeldje uit een video isoleren als foto U kunt een enkel beeldje isoleren uit een video-opname en opslaan als JPEG-foto.
Video bewerken Video-opnamen kunnen worden gesplitst en ongewenste segmenten kunnen worden gewist. Gebruik in de weergavestand de vierwegbesturing (45) om een video die wilt bewerken te selecteren. Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor. Druk op de vierwegbesturing (3). Het weergavepalet verschijnt.
Pagina 133
Houd de Snel achteruit spoelen. vierwegbesturing (4) ingedrukt E-knop Past het volume aan (6 niveaus). Bevestigt/annuleert een splitspunt. mc-knop Ga verder naar stap 8 als u geen segment(en) wilt verwijderen. Druk op de knop d/i. Het scherm verschijnt waarin de segmenten kunnen worden geselecteerd die u wilt verwijderen.
Pagina 134
• Geef de splitspunten op in chronologische volgorde vanaf het begin van de video-opname. Als u de geselecteerde splitspunten annuleert, annuleer ze dan elk in omgekeerde volgorde (vanaf het einde van de video tot het begin). U kunt de beelden niet als splitspunten selecteren en de selectie van de splitspunten niet annuleren in een andere volgorde dan de gespecificeerde volgorde.
Opname-instellingen Dit hoofdstuk beschrijft de beeldbestandsindelingen en de gebruiksinstellingen voor de camera in de opnamestand. Een bestandsindeling instellen ......134 Instelling van de witbalans ........138 Helderheid instellen ..........141 Afwerking van de opname ........145 De functies van de knop Snelinstelling en e-knop instellen ..........159 De Objectieffuncties instellen .......163...
Een bestandsindeling instellen Bepaal de verhoudingen, bestandsindeling, opnameresolutie, kwaliteitsniveau, en kleurruimte van foto’s. Selecteer [Opname-instellingen] in het menu [A Opnamemodus 1], en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Opname-instellingen] verschijnt. Selecteer [Verhoudingen], Opname-instellingen Opname-instellingen [Bestandsindeling], [JPEG- Verhoudingen Verhoudingen Bestandsindeling Bestandsindeling resolutie], [JPEG kwaliteitsniveau] JPEG-resolutie...
Verhoudingen Kies de horizontale en verticale verhouding van opnamen uit K, J, I (standaard instelling) of L. De verhouding van de cameramonitor is J zodat als een andere verhouding geselecteerd wordt, de monitorweergave wijzigt naar de ingestelde verhouding. Het aantal bij continu-opnamen beschikbare opnamen is lager als de verhouding is ingesteld op K, J, of L in plaats van I.
JPEG-resolutie Stelt de opnamegrootte van beelden in als [Bestandsindeling] is ingesteld op [JPEG]. De groottes waar u uit kunt kiezen zijn afhankelijk van de instelling bij [Verhoudingen]. Verhoudingen Resolutie Pixels 4000×2248 (standaardinstelling) 3456×1944 2688×1512 1920×1080 4000×2664 (standaardinstelling) 3456×2304 2688×1792 1920×1280 4000×3000 (standaardinstelling) 3456×2592 2688×2016...
JPEG-kwaliteitsniveau U kunt het kwaliteitsniveau (compressieverhouding) van de opname instellen. De standaardinstelling is C (Best). C Best Kwaliteit: duidelijker Bestandsgrootte: groter Beter Goed Kwaliteit: korreliger Bestandsgrootte: kleiner Kleurruimte U kunt een kleurruimte selecteren die u wilt gebruiken. Vooral gebruikt voor apparaten zoals computers. sRGB (standaardinstelling) AdobeRGB bestrijkt een grotere kleurruimte dan sRGB...
Instelling van de witbalans Past de kleur van een beeld aan gebaseerd op het omgevingslicht zodat witte voorwerpen wit lijken. Onderdeel Instelling Kleurtemperatuur Wijzigt automatisch de witbalans. Ca. 4.000 tot Auto (standaardinstelling) 8.000K Daglicht Voor het maken van opnamen bij zonlicht. Ca.
Pagina 141
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (3). Het instelscherm van de witbalans verschijnt. Op de achtergrond wordt de opname getoond die het laatst werd gemaakt nadat de camera werd ingeschakeld. Gebruik de vierwegbesturing (45) Automatische witbalans Automatische witbalans om de witbalans te selecteren. Wanneer J (Neonlicht) is geselecteerd, druk dan op de vierwegbesturing (3) en gebruik de vierwegbesturing (45)
Omdat de lichtbron verandert wanneer een flitser afgaat, kunt u de witbalans instellen voor wanneer de flits afgaat. Selecteer [Autom. Witbalans], [Onveranderd] of [Flitser] bij [5. WB bij flitsen] in het menu [A Pers.instelling 1]. Witbalans handmatig aanpassen U kunt deze instelling gebruiken voor het bij opnamen handmatig aanpassen van de witbalans aan het licht.
Helderheid instellen Stelt de helderheid in en zorgt voor minder overbelichte en minder onderbelichte gebieden. Hooglichtcorrectie Vergroot het dynamisch bereik, maakt een breder toonbereik door de CMOS-sensor mogelijk en zorgt voor minder overbelichte gebieden. Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Schaduwcorrectie Vergroot het dynamisch bereik, maakt een breder toonbereik door de CMOS-sensor mogelijk en zorgt voor minder of onderbelichte gebieden. Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Selecteer [Schaduwcorrectie] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4. Het scherm [Schaduwcorrectie] verschijnt.
HDR-opname Maakt het mogelijk opnamen te maken met een groot dynamisch bereik. Er worden drie opnamen gemaakt (-3 LW onderbelicht, standaard (correcte belichting) en +3 LW overbelicht) waarmee één samengesteld beeld wordt gemaakt. • HDR-opname is niet beschikbaar in de volgende situaties. - als [Bestandsindeling] ingesteld is op [RAW] of [RAW+] - wanneer de sluitertijd ingesteld is op h - als de opnamestand is ingesteld op u (Vervagingscontrole), C (Video),...
Pagina 146
Gebruik de vierwegbesturing (45) HDR-opname HDR-opname om [Uit], [Auto], [HDR 1] of [HDR 2] te selecteren, en druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel. Annul. Annul. MENU • [HDR-opname] wordt vast ingesteld op [Auto] wanneer de opnamestand is ingesteld op Z (HDR-nachtbeeld) of p (HDR) van de stand H (Scène).
Afwerking van de opname Opnamen maken met instellingen die aangepast zijn aan uw creatieve fotografische visie. Instelling van Aangepaste opname Selecteer de gewenste opnamestijl uit de volgende standen en maak foto’s met een creatieve afwerking. Beeldtint Opname Verzadiging, tint, en contrast zal vrij hoog zijn zodat een Helder heldere, scherpe opname ontstaat.
Pagina 148
Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Aangepaste opname] te selecteren, en druk op de knop 4. Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt. Op de achtergrond wordt de opname getoond die het laatst werd gemaakt nadat de camera werd ingeschakeld.
Pagina 149
De volgende parameters kunnen gewijzigd worden volgens de geselecteerde afwerking voor het beeld. Beeldtint Parameter Kleurverzadiging: -4 tot +4 Tint: -4 tot +4 Helder/Natuurlijk/Portret/ Landschap/Levendig/ Hoog/laag stemming: -4 tot +4 Schitterende kleur Contrast: -4 tot +4 Scherpte/Fijne scherpte: -4 tot +4 Kleurverzadiging: -4 tot +4 Kleur aanpassen: Uit/Groen/Geel/Oranje/ Rood/Magenta/Paars/Blauw/Cyaan...
Pagina 150
Druk op de knop 4. Opnieuw verschijnt het scherm dat werd weergegeven bij stap 3. Druk op de knop 4. U keert terug naar het bedieningspaneel. U kunt tevens de instellingen wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1]. De Kruisverwerking-instellingen van een gemaakte opname opslaan Het resultaat van Kruisverwerking varieert telkens wanneer een opname is gemaakt.
Gebruik de e-knop om een opname 100-0001 100-0001 te selecteren die met Slaat de Cross-processing- Slaat de Cross-processing- instellingen van deze instellingen van deze Kruisverwerking is uitgevoerd. opname op opname op Opslaan als Favoriet 1 Opslaan als Favoriet 1 Opslaan als Favoriet 2 Opslaan als Favoriet 2 Opslaan als Favoriet 3 Opslaan als Favoriet 3...
Pagina 152
Filternaam Effect Parameter Kleur Keert de kleuren OFF/ON inverteren in de opname om. Onttrokken kleur 1: Rood/Magenta/ Blauw/Cyaan/Groen/Geel Voor onttrekking van twee Onttrekbaar kleurbereik 1: 1 tot 5 specifieke kleuren en om Kleurextractie Onttrokken kleur 2: OFF/Rood/ de rest van de opname Magenta/Blauw/Cyaan/Groen/ zwart-wit te maken.
Pagina 153
Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Selecteer [Digitaal filter] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4. Het scherm voor selectie van een filter verschijnt. Op de achtergrond wordt de opname getoond die het laatst werd gemaakt nadat de camera werd ingeschakeld.
• U kunt tevens de instellingen wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1]. • Selecteer [Geen toepassing van filters] bij stap 3 om het maken van opnamen met een digitaal filter te beëindigen. • JPEG- en RAW-opnamen kunnen worden verwerkt met digitale filters in de weergavestand.
Pagina 155
Druk op de vierwegbesturing (45) om de gewenste instelling te selecteren. Druk op de knop mc om gedetailleerde instellingen in te voeren voor Smart effect. Herhaal stap 3 en 4. Wijs de instellingen voor de andere posities op dezelfde manier toe. Druk op de knop 4.
Instelling van Smart effect U kunt opnamen maken en instellen met een scala aan effecten. Selecteer uit de volgende effecttypes. • Kleurglans • Tintuitbreiding • Vet één kleur • Vet zwart-wit • Verouderd effect • Aquarel • Kruisverwerking • Fellere kleuren •...
Pagina 157
Druk op de knop 4. De geselecteerde effecten worden toegewezen aan positie 1-4 van het snelkeuzewiel. Druk op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. Opnamen maken met Smart effect • Het bestandsformaat is ingesteld op [JPEG]. •...
De volgende parameters kunnen, afhankelijk van het geselecteerde effect, gewijzigd worden. Effect Parameter Kleurglans/Cross-processing/ Warme kleuren/Tintuitbreiding/Vet Intensiteit: 2 niveaus zwart-wit/Aquarel/Fellere kleuren Onttrokken Kleur: Rood/Magenta/ Vet één kleur Blauw/Cyaan/Groen/Geel Verouderd effect Type: 3 types Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname. De camera-instellingen opslaan U kunt de huidige camera-instellingen opslaan en deze later via het snelkeuzewiel weer oproepen.
Pagina 159
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Instellingen opslaan] te Instellingen opslaan Instellingen opslaan selecteren, en druk op de knop 4. Miniatuur opslaan Miniatuur opslaan Reset Reset MENU Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Opsl] te selecteren, en druk op Huidige instellingen opslaan Huidige instellingen opslaan in USER 1 in USER 1...
Pagina 160
Draai aan de e-knop om 100-0001 100-0001 een opname te selecteren. Selectie opslaan als Selectie opslaan als U kunt kiezen uit alle opnames. miniatuur voor USER 1 miniatuur voor USER 1 Opsl Opsl Annuleren Annuleren MENU Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Opsl] te selecteren, en druk op de knop 4.
De functies van de knop Snelinstelling en e-knop instellen Werking van de knop Snelinstelling instellen U kunt aan de knop d/i een van de volgende functies toewijzen en de toegewezen functie activeren door tijdens het maken van opnamen op de knop te drukken. Voert een reset uit van de waarden die worden gewijzigd.
Instelling van 1x indrukken voor bestandsindeling Als [1x voor bestandsform.] is toegewezen aan de knop d/i, dan kunt u de instellingen aanpassen. Selecteer [1x voor bestandsform.] bij stap 2 op p.159. Selecteer [Stop na 1 opname] met de vierwegbesturing (23) en gebruik de vierwegbesturing (45) om O of P te selecteren.
Instellen van de werking van de e-knop in de stand e Stel in welke waarde met de e-knop wordt gewijzigd als de opnamestand in de stand e (Programma Automatische Belichting) staat. Selecteer [Knop Snelinstelling] bij stap 2 op p.159. Gebruik de vierwegbesturing (23) om [E-knop in Programma] te selecteren, en druk op de vierwegbesturing (5).
Instellen van de werking van de knop Snelinstelling in de stand a U kunt instellen welke functie de knop d/i heeft als de opnamestand op a (Handm. belichting) staat. Selecteer [Knop Snelinstelling] bij stap 2 op p.159. Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Actie in M-modus] te selecteren, en druk op de vierwegbesturing (5).
De Objectieffuncties instellen U kunt de objectieffuncties instellen. De beschikbare functies zijn afhankelijk van het geplaatste objectief. Instelling van ND-filter Instellen of de ND Filter die in het objectief ingebouwd is, gebruikt wordt. Druk op de knop M in opnamemodus. Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Objectiefvervorming corrigeren Vermindert objectiefvervormingen die het gevolg zijn van objectiefeigenschappen. Selecteer [Vervormingscorrectie] in het menu [A Opnamemodus 2], en druk op de vierwegbesturing (5). Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Aan] of [Uit] te selecteren, HDR-opname HDR-opname Dubbelopnamen Dubbelopnamen en druk op de knop 4. Intervalopname Intervalopname Instelling D-range...
Weergavefuncties In dit hoofdstuk worden de verschillende weergavefuncties besproken. Bediening van weergavefuncties ......166 De weergavemethode instellen ......168 Vergroten van opnamen ........169 Weergave van meerdere opnamen ......170 Weergave van geroteerde opnamen ....178 Wissen van Meerdere opnamen ......179 De camera aansluiten op een audiovisueel toestel ..............182...
Bediening van weergavefuncties Instellingen voor weergave van opnamen geeft u op in het weergavepalet of het menu [Q Weergeven]. Zie “De menu's gebruiken” (p.35) voor meer informatie over het werken met de menu's. Palet van de weergavestand items Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand om het weergavepalet op te roepen.
Onderdeel Functie Pagina Slaat als Favoriet de instellingen op van s Kruisverwerking een opname die is gemaakt in de stand p.148 opslaan Kruisverwerking of Aangepaste opname. Converteert RAW-opnamen naar h RAW-ontwikkeling p.198 JPEG-indeling. Verdeelt een film en wist ongewenste [ Video bewerken p.130 segmenten.
De weergavemethode instellen U kunt de aanvankelijke vergroting instellen voor wanneer opnamen worden vergroot, en instellen of in de weergavestand de waarschuwing voor lichte/donkere gebieden moet worden weergegeven. Selecteer [Snel zoomen] in het menu [Q Weergeven 1], en druk op de vierwegbesturing (5). Gebruik de vierwegbesturing (23) om de vergroting te selecteren Diavoorstelling...
Vergroten van opnamen U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 16 keer vergroten. Selecteer in de weergavestand een opname met de vierwegbesturing (45). Draai de e-knop naar rechts (in de richting van y). De opname wordt bij elke klik vergroot (1,2 tot 16 keer).
Weergave van meerdere opnamen Het scherm voor weergave van meerdere opnamen U kunt op de monitor tegelijkertijd 4, 9, 20, 42 of 90 miniatuuropnamen weergeven. De standaardinstelling is een weergave van negen opnamen. Draai de e-knop naar links (naar f) in de weergavestand. Het scherm voor weergave van meerdere opnamen wordt weergegeven.
Pictogrammen zoals C en ? worden niet weergeven bij de miniaturen in de weergave van 90 opnamen. Opnamen weergeven op basis van map De opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis van de mappen waarin de opnamen zijn opgeslagen. Draai in het scherm met de weergave van meerdere opnamen de e-knop opnieuw naar links (naar f).
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum (Kalenderweergave) Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis van opnamedatum. Druk in de weergave van meerdere opnamen op de knop Het scherm [Ins weerg meerd opn] wordt weergegeven. Druk opnieuw op de knop M. Het scherm Kalenderweergave Aantal opnamen dat op deze datum is gemaakt...
Druk op de knop 4. Er verschijnt een volledige schermweergave van de geselecteerde opname. Meerdere opnamen samenvoegen (Index) Voeg een aantal opnamen samen en toon ze als een indexafdruk. U kunt de camera de opnamen laten selecteren, of u kunt zelf de opnamen voor de indexafdruk selecteren.
Pagina 176
Selecteer het aantal opnamen met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. U kunt 12, 24 of 36 opnamen selecteren. Wanneer het aantal opgeslagen beelden lager is dan het aantal geselecteerde beelden, zullen lege ruimten verschijnen wanneer [Lay-out] ingesteld is op o en sommige beelden kunnen worden verdubbeld voor andere lay-outs.
Pagina 177
Selecteer [Opslaan] of [Opnieuw sorteren] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De indexopname wordt opgeslagen als een 6- Opslaan en C-bestand. Selecteert opnieuw de beelden die in het indexbeeld zullen Opnieuw worden opgenomen en geeft een nieuwe indexopname sorteren weer.
Continue weergave van beelden U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart achter elkaar in een diavoorstelling weergeven. Instelling van de weergave van de diavoorstelling Stelt in hoe opnamen worden weergegeven tijdens een diavoorstelling. Selecteer [Diavoorstelling] in het [Q Weergeven 1] menu en druk op de vierwegbesturing (5).
De diavoorstelling starten Selecteer [Starten] bij stap 2 on p.176 en druk op de knop 4. Of selecteer u (Diavoorstelling) in het palet van de weergavestand en druk op de knop 4. Het startscherm wordt weergegeven Starten Starten en de diavoorstelling begint. Beschikbare bewerkingen Last een pauze in of hervat de weergave.
Weergave van geroteerde opnamen U kunt de rotatie-informatie voor een opnamen wijzigen en opslaan. Opnamen met gewijzigde rotatie-informatie voor een opname worden met de gewijzigde rotatie weergegeven. • U kunt de rotatie-informatie van de volgende opnamen niet wijzigen. - Beveiligde opnamen - Opnamen zonder rotatie-informatietag •...
Wissen van Meerdere opnamen U kunt meerdere opgeslagen opnamen in één keer wissen. Let op dat gewiste opnamen niet meer kunnen worden teruggehaald. 1Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) (p.221) Geselecteerde opnamen wissen U kunt verscheidene opnamen tegelijk wissen in de weergave met meerdere opnamen tegelijk.
Beschikbare bewerkingen Vierwegbesturing Verplaatst het selectiekader. (2345) Bevestigt/annuleert de selectie van de te wissen 4-knop opname. E-knop De geselecteerde opname wordt met het selectiekader weergegeven op het hele scherm. (Als u de vorige of volgende opname wilt weergeven, drukt u op de vierwegbesturing (45).) Druk op de knop d/i.
Alle opnamen wissen U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen. Selecteer [Alle opnamen verwijderen] in het [Q Weergeven 1] menu en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm voor het wissen van alle opnamen wordt weergegeven. Selecteer [Alle opnamen verwijderen] op de vierwegbesturing (2) en druk op de knop 4.
De camera aansluiten op een audiovisueel toestel U kunt de camera aansluiten op een TV of een ander apparaat met een video-ingang of een HDMI-aansluiting en vervolgens opnamen weergeven. • Als uw AV-apparaat meerdere video-ingangen heeft, raadpleeg dan de handleiding van het AV-apparaat en selecteer een geschikte video-ingang waarop de camera wordt aangesloten.
Pagina 185
Open op de camera het klepje van de aansluitingen en sluit de kabel aan op het PC/AV-aansluitpunt of HDMI -aansluitpunt. Sluit de andere kant van de kabel aan op de video-ingang en audio-ingang van het audiovisuele apparaat. Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan. De camera wordt ingeschakeld in videostand of HDMI-stand en de cameragegevens worden weergegeven op het scherm van het aangesloten audiovisuele apparaat.
Het video-/HDMI-uitvoerformaat selecteren Stel het video-/HDMI-uitvoerformaat in volgens de geplaatste aansluiting. Normaal hoeft de standaardinstelling van het uitvoerformaat niet te worden gewijzigd. Indien de beelden echter niet goed worden weergegeven, moet u de instelling wijzigen. Om de instelling te wijzigen, moet u eerst de kabel verwijderen. Keuze van het video-uitvoerformaat Wanneer de thuistijd wordt ingesteld bij de eerste instellingen (p.52), dan wordt ook het video-uitvoerformaat overeenkomstig die regio ingesteld.
Pagina 187
Het HDMI-uitvoerformaat selecteren De maximale resolutie wordt standaard automatisch geselecteerd op geschiktheid voor het audiovisuele apparaat en de camera. Wijzig de instelling van het HDMI-uitvoerformaat echter indien opnamen niet goed weergegeven worden. Selecteer [HDMI uit] in het menu [R Instellen 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
Opnamen bewerken In dit hoofdstuk wordt het bewerken van opnamen besproken. De grootte van de opname wijzigen .....188 Opnamen verwerken ..........191 Ontwikkeling van RAW-opnamen ......198...
De grootte van de opname wijzigen Wijzigen van de resolutie (Formaat wijzigen) Resolutie van een opname wijzigen en het resultaat opslaan als een nieuw bestand. • Enkel JPEG-opnamen die met deze camera gemaakt werden, kunnen vergroot of verkleind worden. • U kunt het formaat van opnamen waarvan het formaat met deze camera al eerder veranderd is in S of Z, niet opnieuw wijzigen.
Uitsnijden van een deel van de opname (Uitsnijden) Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde opname uit en bewaart dit als een nieuwe opname. De verhoudingen kunnen ook worden gewijzigd. • Uitsnijden is alleen mogelijk voor JPEG- en RAW-opnamen die zijn gemaakt met deze camera.
Pagina 192
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (23) en selecteer [Opslaan als], en druk op de knop 4. De uitgesneden opname wordt als afzonderlijk bestand opgeslagen.
Opnamen verwerken Opnamen verwerken met digitale filters U kunt gemaakte opnamen bewerken met digitale filters. De volgende filters zijn beschikbaar. Filternaam Effect Parameter Filtereffect: OFF/Rood/Groen/ Voor monochrome Blauw/Infraroodfilter Monochroom opnamen zoals zwart- witopnamen. Kleur aanpassen (B-A): 7 niveaus Schaduwniveau: Zwak/Normaal/ Sterk Maakt een opname die eruitziet alsof deze...
Pagina 194
Filternaam Effect Parameter Onttrokken kleur 1: Rood/ Magenta/Blauw/Cyaan/Groen/ Geel Onttrekt één of twee Onttrekbaar kleurbereik 1: 1 tot 5 specifieke kleuren en Kleurextractie maakt de rest van de Onttrokken kleur 2: OFF/Rood/ opname zwart/wit. Magenta/Blauw/Cyaan/Groen/ Geel Onttrekbaar kleurbereik 2: 1 tot 5 Kleur: Rood/Magenta/Blauw/ Cyaan/Groen/Geel Legt een kleurfilter over...
Pagina 195
Filternaam Effect Parameter In-Focus vlak: -3 tot +3 In-Focus breedte: Smal/ Gemiddeld/Breed Maakt een deel van de Miniatuur opname onscherp om een Hoek In-Focus vlak: Horizon/ miniatuur na te bootsen. Verticaal/Positieve helling/ Negatieve helling Onscherpte: Zwak/Normaal/Sterk Soort inkadering: 1/2/3 Voegt een decoratieve lijst Beeldinkadering Breedte inkadering: Dun/Normaal/ to aan de opnamen.
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om D (Digitaal filter) te selecteren, en druk op de knop 4. Het scherm voor selectie van een filter verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing 100-0001 100-0001 (2345) om een filter te kiezen. Monochroom Monochroom Nadat u een filter hebt geselecteerd, kunt u het effect daarvan controleren op het scherm.
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Combinatie van filters Verdergaan met filters select.? Verdergaan met filters select.? gebruiken] of [Opslaan als] te selecteren, en druk op de knop 4. Combinatie van filters gebruiken Combinatie van filters gebruiken Opslaan als Opslaan als Selecteer [Combinatie van filters Annuleren Annuleren...
Druk op de knop M om 100-0001 100-0001 de details van de parameters Onderst dig filters vorige Onderst dig filters vorige opname opnieuw toepassen opname opnieuw toepassen weer te geven. 1. 1. 5. 5. 9. 9. 13. 13. 17. 17. - - - - U kunt de filterparameters controleren.
Het ongewenste rode-ogeneffect wegwerken U kunt opnamen corrigeren waarop het onderwerp door het flitslicht rode ogen heeft gekregen. • Alleen JPEG-opnamen die met deze camera gemaakte zijn, kunnen voor de Rode-ogenreductie functie gebruikt worden. • De functie voor het bewerken van rode ogen kan niet worden gebruikt voor opnamen waarop rode ogen niet met de camera kunnen worden gedetecteerd.
Ontwikkeling van RAW-opnamen U kunt opgenomen RAW-opnamen omzetten naar JPEG-opnamen, en ze als nieuw bestand opslaan. U kunt alleen RAW-opnamen ontwikkelen die zijn gemaakt met deze camera. RAW-opnamen die zijn gemaakt met andere camera's, kunnen met deze camera niet worden ontwikkeld. Eén RAW-opname ontwikkelen Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Pagina 201
Gebruik de vierwegbesturing (23) 100-0001 100-0001 om een parameter te kiezen die Opname-instellingen Opname-instellingen u wilt wijzigen. U kunt een andere opname selecteren door aan de e-knop te draaien. MENU U kunt de volgende parameters wijzigen. Parameter Waarde Pagina Verhoudingen p.135 K/J/I/L Resolutie...
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De RAW-opname wordt ontwikkeld en opgeslagen als nieuw bestand. Selecteer [Doorgaan] of [Einde] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Selecteer [Doorgaan] om andere opnamen te bewerken. Opnieuw verschijnt het scherm dat werd weergegeven bij stap 4.
Pagina 203
Stel de [JPEG-resolutie] en de [JPEG kwaliteitsniveau] in met JPEG-resolutie JPEG-resolutie de vierwegbesturing (2345). Als [Opnamen ontwikkelen met aangepaste instell.] bij stap 4 geselecteerd is, zie p.199 voor MENU het wijzigen van andere parameters. Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt. Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Andere instellingen wijzigen In dit hoofdstuk wordt het wijzigen van overige instellingen besproken. Werken met het menu Instellen ......204 Camera-instellingen ..........206 Instellingen voor bestandsbeheer ......220...
Werken met het menu Instellen Verricht algemene camera-instellingen in het menu [R Instellen]. Zie “De menu's gebruiken” (p.35) voor meer informatie over het werken met de menu's. Items van het menu Instellen Voer de volgende instellingen uit in de menu's [R Instellen 1-3]. Druk op de knop 3 in de opname-/weergavestand en gebruik de vierwegbesturing (45) of de e-knop om de menu’s [R Instellen 1-3] op te roepen.
Pagina 207
Menu Onderdeel Functie Pagina Stelt het uitgangssignaal in bij aansluiting Video uit op een audiovisueel apparaat met een video- p.184 ingang. Instellen van het HDMI-uitgangssignaal bij HDMI uit aansluiting op een audiovisueel apparaat met p.185 een HDMI-ingang. Stelt de USB-aansluitfunctie in bij aansluiting USB-aansluiting p.230 op een computer.
Camera-instellingen De Geluidseffecten, Datum en Tijd en Weergavetaal instellen De geluidseffecten instellen U kunt het geluidssignaal van de camera in of uitschakelen, of het volume wijzigen. Het geluid voor de volgende items kan worden ingesteld. • Scherp gesteld • AE-L (bedieningsgeluid Belichtingsgeheugen) •...
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. De datum- en tijdweergave wijzigen U kunt de aanvankelijk ingestelde datum en tijd, en het weergaveformaat, wijzigen. Stel dit in bij [Datum instellen] in het menu [R Instellen 1]. 1De datum en tijd instellen (p.54) De wereldtijd instellen De datum en tijd die u instelt bij “Eerste instellingen”...
Pagina 210
Selecteer met de vierwegbesturing Bestemmingstijd Bestemmingstijd (45) een plaats van bestemming. Draai aan de e-knop om een andere regio te selecteren. Londen Londen 00:00 00:00 De locatie, het tijdverschil en de huidige Zomertijd Zomertijd 10:00 10:00 tijd van de geselecteerde stad Annul.
Pagina 211
Lijst met steden voor Wereldtijd Video- Video- Regio Stad Regio Stad uitvoerformaat uitvoerformaat Noord- Honolulu NTSC Afrika/West- Istanboel Amerika Azië NTSC Anchorage Caïro Vancouver NTSC Jeruzalem NTSC San Francisco Nairobi Los Angeles NTSC Jeddah NTSC Calgary Teheran Denver NTSC Dubai NTSC Chicago Karachi...
De weergavetaal instellen U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden weergegeven. Stel dit in bij [Language/u] in het menu [R Instellen 1]. 1De weergavetaal instellen (p.52) Weergave van monitor en menu's instellen Het batterijverbruik minimaliseren U kunt de monitor instellen om automatisch te dimmen en de camera uit te schakelen na een vooraf bepaalde inactiviteitsduur.
Pagina 213
De weergavemethode in de opnamestand instellen Stelt de weergavemethode in de opnamestand in. Selecteer [Beeldopties lcd] in het menu [A Opnamemodus 3], en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Beeldopties lcd] verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (5), Beeldopties lcd Beeldopties lcd gebruik de vierwegbesturing (23) Raster weergeven...
Pagina 214
De tijd van het hulpdisplay instellen Geef de tijdsduur op dat bedieningsaanwijzingen (p.79) moeten worden weergegeven op de monitor als de opnamestand gewijzigd wordt. U kunt kiezen tussen [3sec] (standaardinstelling), [10sec], [30sec] en [Uit]. Stel dit in bij [Hulpdisplay] in het menu [R Instellen 1]. Instellen welke menutab als eerste wordt weergegeven Stel in welke menutab als eerste op de monitor moet worden weergegeven als de knop 3 wordt ingedrukt.
De weergave voor momentcontrole instellen U kunt instellen hoe momentcontrole (p.59) moet worden uitgevoerd. Selecteer [Momentcontrole] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Momentcontrole] verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (5) Momentcontrole Momentcontrole en selecteer een schermtijd met de Weergavetijd Weergavetijd 1sec...
Pagina 216
Aanpassen van de helderheid en de kleur van de monitor Past de helderheid en de kleur van de monitor aan. Selecteer [Instellingen lcd-display] in het menu [R Instellen 1] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Instellingen lcd-display] verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (23) Instellingen lcd-display Instellingen lcd-display...
Corrigeren van defecte pixels in de CMOS-sensor (Pixeluitlijning) Pixeluitlijning is een functie voor het in kaart brengen en compenseren van CMOS-sensorpixels die defect zijn. Sluit een 01 STANDARD PRIME of 02 STANDARD ZOOM-objectief aan op de camera. Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Instellen 3] en druk op de vierwegbesturing (5).
Pagina 218
Functie Standaardinstelling Functie Standaardinstelling Aangepaste opname HDR-opname Display weergave- Gevoeligheid info Belichtingscorrectie Bestandsnummer Selecteer [Geheugen] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Geheugen 1] verschijnt. Gebruik de vierwegbesturing (23) Geheugen Geheugen om een item te selecteren, en Flitsinstelling Flitsinstelling Transportstand...
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. • Stel [Bestandsnummer] in op O (Aan) om de bestandsnamen doorlopend te nummeren (vier tekens), ook als er een nieuwe map wordt gemaakt. Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen in de vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map wordt gemaakt, krijgen opnamen die daarin...
Pagina 220
De volgende instellingen worden niet terug gezet. - Language/u - Datum instellen - De stad en zomertijdinstellingen voor Wereld Tijd - Flikkerreductie - Video uit - Menu [A Pers.instelling] Reset van het Aangepaste Instelling Menu De instellingen voor de items van het menu [A Pers.instelling] kunnen teruggezet worden naar de standaardwaarden.
Indien een updatebestand voor de firmware beschikbaar is, kunt u de camera bijwerken naar de meest recente firmwareversie. Kijk op de PENTAX website voor meer informatie en procedures betreffende updates. Selecteer [Info firmware-versie] in het menu [R Instellen 3], en druk op de vierwegbesturing (5).
Als u een SD-geheugenkaart formatteert, wordt het volumelabel “Q10” aan de kaart toegewezen. Als deze camera op een computer wordt aangesloten, wordt de SD-geheugenkaart herkend als een verwisselbare schijf met de naam...
Beveiliging van opnamen tegen wissen (Beveiligen) U kunt opnamen beveiligen zodat deze niet per ongeluk kunnen worden gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart wordt geformatteerd. Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand. Het weergavepalet verschijnt. Druk op de vierwegbesturing (2345) om Z (Beveiligen) te selecteren en druk op de knop 4.
Druk op de vierwegbesturing (2) 100-0001 100-0001 om [Beveiligen] te selecteren en druk op de knop 4. Selecteer [Beveiliging opheffen] om de Beveiligen Beveiligen beveiliging van de opname te annuleren. Beveiliging opheffen Beveiliging opheffen De opname wordt beveiligd en MENU het pictogram Y wordt rechts boven in het scherm weergegeven.
Nieuwe mappen aanmaken U kunt een nieuwe map aanmaken op een SD-geheugenkaart. Er wordt een map aangemaakt met het nummer dat volgt op het nummer van de map die momenteel wordt gebruikt. Selecteer [Nieuwe map maken] in het menu [R Instellen 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
De DPOF-instellingen instellen Door DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) toe te voegen aan op de SD-geheugenkaart opgeslagen opnamen, kunt u het aantal kopieën en of u de datum van de opnamen vooraf wilt afdrukken specificeren, en gewone foto-afdrukken bestellen door deze SD-geheugenkaart te brengen naar een winkel waar ze foto’s kunnen afdrukken.
Pagina 227
Kies het aantal exemplaren met 100-0001 100-0001 de vierwegbesturing (23). U kunt maximaal 99 exemplaren instellen. Kopieën Kopieën Dat, Dat, K wordt weergegeven aan de rechterbovenzijde van het scherm Dat, Dat, MENU voor opnamen met DPOF-instellingen. Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stel het aantal exemplaren dan in op [00].
Aansluiten op een computer In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer, hoe u de bijgeleverde cd-rom installeert, enz. Gemaakte opnamen bewerken op een computer ..........228 Opnamen opslaan op een computer ....230 Gebruik van de bijgeleverde software ....232...
Gemaakte opnamen bewerken op een computer Foto- en video-opnamen kunnen worden overgezet naar een computer door de camera met een USB-kabel aan te sluiten; en RAW-opnamen kunnen worden ontwikkeld met de geleverde software “SILKYPIX Developer Studio”. We raden de volgende systeemvoorwaarden aan bij het aansluiten van de camera op de computer of bij het gebruik van de software.
Pagina 231
Macintosh Besturingssysteem Mac OS X 10.5, 10.6, of 10.7 Processor Intel processor-compatibel, Power PC 1 GB minimum (2 GB of meer aanbevolen) Voor installatie en opstarten van het programma: 100 MB minimum vrije ruimte Voor het opslaan van opnamebestanden: Ongeveer 10 MB/bestand Monitor 1024×768 dots, 24-bit meerkleuren of hoger Anders...
Opnamen opslaan op een computer De instelling voor USB-aansluiting opgeven Voor het instellen van de USB-aansluiting indien de camera aangesloten op een computer. Selecteer [USB-aansluiting] in het menu [R Instellen 2] en druk op de vierwegbesturing (5). Gebruik de vierwegbesturing (23) om [MSC] of [PTP] te selecteren en druk op de knop 4.
De camera wordt herkend als een verwisselbare schijf of een SD- geheugenkaart met een volumelabel “Q10”. Als het dialoogvenster “Q10” verschijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld, selecteer dan [Open folder to view files using Windows Explorer] en klik op [OK].
Gebruik van de bijgeleverde software “SILKYPIX Developer Studio 3.0 for PENTAX” is inbegrepen op de CD-ROM (S-SW131). Met SILKYPIX Developer Studio kunt u RAW- bestanden ontwikkelen, de kleur en andere instellingen van de opnamen aanpassen en de nieuwe opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-bestand.
Pagina 235
Klik op [SILKYPIX Developer Studio 3.0 for PENTAX]. Volg op de Macintosh de aanwijzingen op het scherm om de volgende stappen uit te voeren. Selecteer de gewenste taal in het scherm [Choose Setup Language] en klik op [OK]. Als het scherm [InstallShield Wizard] in de gewenste taal verschijnt, klikt u op [Next].
Informatie over registratie van uw product Als u even de tijd neemt om de software te registreren, kunnen wij u beter van dienst zijn. Klik op [Product Registration] (Productregistratie) in het scherm bij stap 3 op p.233. Een wereldkaart voor productregistratie via het internet verschijnt.
Werken met de flitser Dit hoofdstuk bevat meer informatie over de ingebouwde flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser. Werken met de ingebouwde flitser .......236 Een externe flitser gebruiken (Optioneel) .....240...
Werken met de ingebouwde flitser Flitseigenschappen bij elke belichtingsstand De ingebouwde flitser in b stand gebruiken • Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp kunt u de flitser gebruiken om het onscherpte-effect te veranderen. • Het diafragma wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht. De ingebouwde flitser gebruiken in de stand c •...
Gebruik van 2e sluitergordijn-synchronisatie 2e sluitergordijn-synchronisatie geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn wordt gesloten. Bij het maken van opnamen van bewegende voorwerpen bij een lange sluitertijd, zorgen 2e sluitergordijn-synchronisatie en lange-sluitertijdsynchronisatie voor verschillende effecten, afhankelijk van het moment waarop de flitser afgaat.
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting. Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit onvoldoende is. Richtgetal Richtgetal Gevoeligheid...
Berekenen van de diafragmawaarde op basis van opnameafstand Met de volgende formule berekent u de diafragmawaarde voor de opnameafstand. Diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand Voorbeeld) Wanneer de gevoeligheid ISO 200 en de opnameafstand 3 meter is, dan is de diafragmawaarde: F = 7 ÷...
Een externe flitser gebruiken (Optioneel) De optionele externe flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG en AF160FC ondersteunen diverse flitsinstellingen, zoals automatisch P-DDL-flitsen, afhankelijk van welke externe flitser wordt gebruikt. z: Beschikbaar ×: Niet beschikbaar Flitser Ingebouwde AF540FGZ AF200FG flitser AF360FGZ AF160FC Camerafunctie Flitsen met anti rode ogen Auto ontladen flitser Automatisch overgaan op...
• Het zwaartepunt van de camera verschuift aanzienlijk als een externe flitser direct op de flitsschoen van een camera aangesloten is, waardoor het moeilijker wordt om opnamen te maken. We raden aan om bij het gebruik van een externe flitser een verlengkabel te gebruiken zodat flitser en camera gescheiden zijn.
Anti rode ogen De anti rode-ogen functie is beschikbaar bij een externe flitser, net zoals bij de interne flitser. De functie anti rode-ogen werkt door de flitser twee keer te ontladen, zelfs als een externe flitser gebruikt wordt. Deze functie is echter misschien niet beschikbaar bij sommige flitsers, of het gebruik kan beperkt zijn.
Standaardinstellingen In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen. De functies in het geheugen (p.215) worden opgeslagen als de camera wordt uitgezet. Instelling resetten Ja: Met de resetfunctie herstelt u de standaardinstellingen (p.217). Nee: De instellingen wordt bewaard, zelfs na een reset. Richtingsknoppen Instelling Onderdeel...
Pagina 247
[A Opnamemodus] Menu Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Aangepaste opname Helder p.145 Geen toepassing van Digitaal filter p.149 filters Verhoudingen p.135 Bestandsindeling JPEG p.135 Opname- JPEG-resolutie E (4000×3000) p.136 instellingen JPEG kwaliteitsniveau (Best) p.137 Kleurruimte sRGB p.137 Focusmethode p.98 F (Selecteren AF Autofocusstand p.99 Focus-...
Pagina 248
Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Knop Snelinstelling Knop Snelinstelling Stop na 1 (Aan) opname p.159 1x voor JPEG/ Knop bestandsform. RAW/ Snelinstelling RAW+ voor alle RAW+- indeling Actie in M-modus P LINE p.162 E-knop in Programma P SHIFT p.161 Raster weergeven h (Uit) Beeldopties lcd Histogram...
Pagina 249
Menu [C Video] Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Resolutie (1920×1080, K) Geluid g (Aan) p.121 Belichtingsvoorkeur Auto Video SR Q (Aan) Interval [1 sec.] Opnametijd 5 sec. Intervalvideo p.125 Int opname starten Begintijd 12:00 AM / 00:00...
Pagina 251
Menu [R Instellen] Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten English (Engels) p.210 Language/u Datum instellen 01/01/2012 p.207 Instelling W (Thuistijd) wereldtijd Op basis van Thuistijd (Stad) basisinstelling Thuistijd Op basis van Wereldtijd p.207 (zomertijd) basisinstelling Bestemming Gelijk aan Thuistijd (Stad) Bestemming Gelijk aan Thuistijd (zomertijd) Volume...
Pagina 252
Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten Sensor stofvrij — — Sensor maken stofvrij p.254 Bij inschakelen/Bij maken (Uit) uitschakelen Formatteren — — p.220 Info firmware-versie — — p.219 [A Pers.instelling] Menu Instelling Onderdeel Standaardinstelling Pagina resetten 1. AE-L met AF lock p.94 2.
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties 01 STANDARD PRIME A-groep 02 STANDAARD ZOOM 06 TELEPHOTO ZOOM 04 TOY BREED B-groep 05 TOY TELEPHOTO C-groep 03 FISH-EYE z : Beschikbaar ADAPTER Q VOOR K-VATTING- # : Beperkt D-groep OBJECTIEF × : Niet beschikbaar Objectieftype A-groep B-groep...
*1 Stel [13. Elektronische sluiter] in op [Activeren] in het menu [A Pers.instelling 2]. U kunt met de elektronische sluiter sneller opnamen maken dan met de objectiefsluiter. Ex.) Met een 01 STANDAARD PRIME objectief Opnamen maken met 1/2000 sec. of langzamer met de objectiefsluiter en 1/2000 sec.
Pagina 255
Gebruik de vierwegbesturing 15.0 15.0 (2345) om de Inv brandp afstand Inv brandp afstand 21.0 21.0 35.0 35.0 brandpuntsafstand in te voeren. 55.0 55.0 0000.0 0000.0 77.0 77.0 mm mm Selecteer de brandpuntsafstand voor 135.0 135.0 het objectief dat wordt aangesloten. 200.0 200.0 300.0...
De CMOS-sensor reinigen Als de CMOS-sensor vuil of stoffig wordt, kunnen er in bepaalde situaties schaduwen in de opname optreden, bijvoorbeeld als opnamen worden gemaakt tegen een witte achtergrond. Dit duidt erop dat de CMOS-sensor moet worden gereinigd. Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden (Stof verwijderen) Door de CMOS-sensor te schudden, wordt opgehoopt stof verwijderd.
Foutberichten Foutberichten Beschrijving De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of verwijder niet- Geheugenkaart vol benodigde opnamen. (p.47, p.179) U kunt meer opnamen opslaan als u de opname- instellingen wijzigt. (p.134) Er zijn 65.535 bestanden op de SD- geheugenkaart opgeslagen en er kunnen geen Er kan geen afbeelding/film...
Pagina 258
Foutberichten Beschrijving U probeert een beveiligde opname te wissen. Deze opname is beveiligd Maak eerst de beveiliging van de opname ongedaan. (p.221) Dit bericht verschijnt tijdens pixeluitlijning Onvoldoende wanneer de batterij onvoldoende stroom heeft. batterijvermogen voor het Plaats een volledig opgeladen batterij of gebruik activeren van pixeluitlijning de los verkrijgbare netvoedingsadapterset.
Pagina 259
Foutberichten Beschrijving Wordt weergegeven als u de functie Formaat wijzigen (p.188), Uitsnijden (p.189), Digitaal filter (p.191), Bewerken rode ogen (p.197) of RAW- Deze opname kan niet ontwikkeling (p.198) probeert uit te voeren voor worden verwerkt opnamen die zijn gemaakt met andere camera’s, of als u probeert de functie Formaat wijzigen of Uitsnijden te gebruiken voor opnamen met een minimale bestandsgrootte.
Problemen oplossen De camera kan, in zeldzame gevallen, niet werken vanwege statische elektriciteit. Dit kunt u oplossen door de batterij te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Er is geen reparatie nodig als na deze handelingen de camera weer correct werkt. We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van de volgende tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een servicecentrum.
Pagina 261
Probleem Oorzaak Oplossing De autofocus kan niet goed scherpstellen op onderwerpen met een laag contrast (de lucht, witte muren), donkere kleuren, ingewikkelde patronen, onderwerpen Er kan moeilijk die snel bewegen of landschappen die worden door een raam of netpatroon worden scherpgesteld op gefotografeerd.
Pagina 262
Probleem Oorzaak Oplossing Het functie Belichtingsgeh De sluitertijd is Stel de sluitertijd in op een andere stand eugen werkt ingesteld op h dan h. (p.89) niet Wanneer de flitser is ingesteld op C of Stel de flitser in op b (Flitser aan) of D C , gaat de flitser (Flitser aan + Anti Rode Ogen).
Belangrijkste Specificaties Modelbeschrijving Type SL digitale camera met verwisselbaar objectief Objectiefvatting PENTAX Q-bajonetvatting Compatibel objectief Q-vatting-objectieven Beeldopslagunit Type: CMOS-sensor met een filter voor primaire kleuren, Beeldsensor Grootte: 1/2,3-inch Effectief aantal pixels Ca. 12,4 megapixels Totaal aantal pixels Ca. 12,76 megapixels Sensor stofvrij maken Reiniging beeldsensor via ultrasonische vibraties “DR II”...
Pagina 264
Grootte 3,0 inches Punten Circa 460.000 punten Bewerken Helderheid en kleuren instelbaar Gezichtsveld: circa 100%, Rasterweergave (Raster 4 × 4, Scherm Gulden snede, Schaal), Waarschuwing lichte/donkere gebieden, Histogram Witbalans Auto DDL-methode door CMOS-beeldsensor Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht (D: Daglicht kleuren, Voorkeuze N: Daglicht wit, W: Koelwit, L: Warmwit), Lamplicht, Flitser, f, Manual...
Pagina 265
Belichtingscorrectie ±3 LW (1/3 LW-stap) Belichtingsgeheugen Kan vanuit het menu worden toegewezen aan de knop d/i. Objectiefsluiter: 1/2000 - 30 seconden (1/3 LW stap, 1/8000 - 30 seconden met elektronische sluiter geactiveerd), Tijdopname Sluiter *Opnamen met 1/8000 – 2 seconden met de elektronische sluiter is beschikbaar bij het gebruik van een objectief zonder objectiefsluiter, Tijdopnamen zijn niet beschikbaar.
Pagina 266
Speels, Sterk contrast, Schaduw aanbrengen, Vlak, Kleur Digitaal filter inverteren, Kleurextractie, Kleur, Aquarel, Posterisatie, Fish- HDR-opname Auto, HDR 1, HDR 2 Dubbelopnamen Aantal opnamen: 2-9, Belichting automatisch aangepast. Opname-interval: 1 sec. tot 24 uur., Start Intervalinstelling: Intervalopname onmiddellijk, vanaf de ingestelde tijd, Aantal opnamen: tot 999 opnamen Kleurglans, Vet één kleur, Verouderd effect, Smart effect...
Pagina 268
180 gr (alleen behuizing) Accessoires USB-kabel I-USB7, riem O-ST131, oplaadbare lithium- ionbatterij D-LI68, batterijlader D-BC68P, netsnoer, software Inhoud van het pakket (CD-ROM) S-SW131 <Aangesloten op de camera> Flitsschoenbeschermer F , dop cameravatting Software SILKYPIX Developer Studio 3.0 for PENTAX...
Pagina 269
Geschatte Beeldopslagcapaciteit en weergavetijd Bij gebruik van een volledig opgeladen batterij Flitsfotografie Normale Batterij Temperatuur Weergavetijd 100% Opnamen gebruik gebruik D-LI68 23°C 160 minuten De beeldopslagcapaciteit (normale opnamen en flitsergebruik van 50%) is gebaseerd op meetcondities die in overeenstemming zijn met de CIPA-normen, terwijl andere gegevens gebaseerd zijn op onze meetcondities.
Pagina 270
JPEG-kwaliteitsniveau Verhoudingen Resolutie k (2992×2992) 1067 1797 P (2592×2592) 1607 2708 – g (2016×2016) 1263 2402 4046 – i (1440×1440) 2115 4020 6772 – * Het maximum aantal opnamen is 65.535 opnamen, ongeacht de hoeveelheid beschikbare ruimte op de SD-geheugenkaart. * De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren al naar gelang het onderwerp, de opnameomstandigheden, de geselecteerde opnamestand en de SD-geheugenkaart, enz.
Indien de garantie verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening gebracht. De verzendkosten zijn voor rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX gekocht is in een ander land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten...
Pagina 280
Indien u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar. Om de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, dient u het garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste één jaar te bewaren.
Pagina 281
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen 1. In de Europese Unie Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden verwerkt.