Helderheid instellen
Stelt de helderheid in en zorgt voor minder overbelichte en minder
onderbelichte gebieden.
Hooglichtcorrectie
Vergroot het dynamisch bereik, maakt een breder toonbereik door
de CMOS-sensor mogelijk en zorgt voor minder overbelichte gebieden.
1
Druk op de knop M in opnamemodus.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
2
Selecteer [Hooglichtcorrectie] met de vierwegbesturing
(2345) en druk op de knop 4.
Het scherm [Hooglichtcorrectie] verschijnt.
3
Selecteer [Auto], [Aan] of [Uit]
met de vierwegbesturing (45)
en druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
• Wanneer [Hooglichtcorrectie] op [Aan] is ingesteld, is de minimale
gevoeligheid ingesteld op ISO 200.
• Het aantal selecteerbare items is in de volgende opnamestanden beperkt:
- l (Nachtsnapshot) of n (Podiumbelichting)
van de stand H (Scène)
- a Stand (Handm. belichting)
Hooglichtcorrectie
Hooglichtcorrectie
Auto
Auto
Annul.
Annul.
MENU
Vast ingesteld op [Aan]
[Auto] niet beschikbaar
141
5
OK
OK
OK