De geselecteerde opnamestand wordt
weergegeven op de monitor
(Hulpdisplay).
• Stel de tijd van het hulpdisplay in bij [Hulpdisplay] in het menu
[R Instellen 1]. (p.212)
• Het selectiescherm voor de scènestand wordt getoond als de functiekiezer
is ingesteld op H (p.82).
Auto Picture-standen
Wanneer de camera ingesteld is op de n (Auto Picture)-stand,
selecteert deze automatisch voor het onderwerp de optimale stand
uit de volgende opnamestanden.
Stand
U Standaard
c
Portret
s
Landschap
Macro
b
Portret bij nacht
.
K Zonsondergang
Dit wordt geselecteerd als geen van de volgende standen
van toepassing is.
Voor het maken van portretten. Laat de huid er helder
en gezond uitzien.
Voor het maken van landschapsopnamen. Vergroot
kleurverzadiging, en zorgt voor levendige kleuren.
Voor het opnemen van kleine onderwerpen op een
scherpstelafstand dichtbij, zoals bloemen, muntstukken,
juwelen, etc.
Voor het maken van opnamen van mensen bij weinig
licht zoals in schemering of 's nachts.
Zelfs in de stand 1 zal de camera, ook al wordt
de flitser gebruikt, lange sluitertijden gebruiken zodat
de achtergrond buiten het bereik van de flitser
ook correct belicht op de opname komt (p.236).
Gebruik de functie Shake Reduction of een statief
om te voorkomen dat de camera beweegt.
Opnamen van zonsopgang of zonsondergang in mooie,
levendige kleuren.
Programma
Programma
Automatische belichting
Automatische belichting
10/10/2012
10/10/2012
Kenmerken
79
10:30 AM AM
10:30
4