Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of
gaspeil in de tank, afhankelijk van de
geselecteerde brandstof.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp i. Meteen tanken
wanneer deze knippert.
Tijdens rijden op vloeibaar gas scha‐
kelt het systeem automatisch naar rij‐
den op benzine als de gastanks leeg
zijn 3 89.
Tank nooit leegrijden.
Instrumenten en bedieningsorganen
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Brandstofkeuzeschake‐
laar
Door toets LPG in te drukken kunt u
wisselen tussen het gebruik van ben‐
zine en vloeibaar gas. De status-LED
1 toont de huidige werkingsmodus.
1 uit
= rijden op benzine
1 brandt
= rijden op vloeibaar
gas
1 knippert = omschakelen is niet
mogelijk, een van de
brandstofsoorten is
op
Zodra de LPG-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van het contact
automatisch op benzine overgescha‐
keld.
Nadat de motor is gestart, is de LED
1 soms uit. Als de toets LPG in deze
situatie tweemaal wordt ingedrukt,
begint de LED 1 te knipperen.
Brandstof voor het rijden op vloeibaar
gas 3 186.
89