Als de aanjager wordt uitgeschakeld,
wordt ook de airconditioning gedeac‐
tiveerd.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Aanjagersnelheid Z bij
klimaatregeling met twee zones
Druk op de linker toets Z of de rechter
toets Z om de aanjagersnelheid te
verlagen resp. te verhogen. U herkent
de aanjagersnelheid aan het aantal
segmenten op het display.
Wanneer u de linker toets langer in‐
drukt, worden de aanjager en de koe‐
ling uitgeschakeld.
Wanneer u de rechtse toets langer in‐
drukt: de aanjager draait op maxi‐
mumsnelheid.
Automatische modus opnieuw in‐
schakelen: Toets AUTO indrukken.
Luchtverdeling s, M, K
Druk op de desbetreffende knop voor
de gewenste afstelling. De activering
wordt aangeduid door de LED in de
toets.
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten.
M = naar hoofdhoogte via de ver‐
stelbare luchtroosters.
K = naar de voetenruimte.
Er zijn ook combinaties mogelijk.
Om terug te keren naar de automati‐
sche luchtverdeling: De desbetref‐
fende instelling deactiveren of toets
AUTO indrukken.
Koeling n
U activeert of deactiveert de functie
met toets n.
Klimaatregeling
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) de lucht vanaf een be‐
paalde buitentemperatuur. Er kan
zich dan condens vormen en onder
de auto op de grond druppelen.
Als geen koeling of droging gewenst
is, ter besparing van brandstof de
koeling uitschakelen. Wanneer het
koelsysteem wordt uitgeschakeld,
vereist de klimaatregeling niet dat de
motor wordt herstart tijdens een Au‐
tostop. Uitzondering: de ruitontdooier
wordt geactiveerd en een buitentem‐
peratuur van meer dan 0 °C maakt
opnieuw starten noodzakelijk.
Automatische luchtrecirculatie
op klimaatregeling met twee
zones
De automatische luchtrecirculatie
heeft een luchtvochtigheidssensor
die automatisch op buitenlucht over‐
schakelt wanneer de luchtvochtigheid
in de auto te hoog wordt.
Handmatig bediende
luchtrecirculatie 4
Bediening met toets 4.
137