178
Rijden en bediening
Werking
Wanneer u langs een rij auto's rijdt en
het systeem geactiveerd is, begint de
geavanceerde parkeerhulp naar een
geschikte parkeerplek te zoeken.
Wanneer een geschikte plek is ge‐
vonden, geeft het Driver Information
Center u zichtbare instructies en
hoort u geluidssignalen.
U aanvaardt de voorgestelde plek
door binnen 10 meter na de instructie
te stoppen. Het systeem berekent het
optimale traject om in te parkeren.
Daarna kunt u inparkeren door de
nauwkeurige instructies van het sys‐
teem te volgen.
U ziet de volgende instructies:
■ een waarschuwing wanneer u snel‐
ler rijdt dan 30 km/u,
■ het verzoek om te stoppen wan‐
neer een parkeerplek is gevonden,
■ de richting waarin u rijdt om in te
parkeren,
■ de stand van het stuurwiel tijdens
het inparkeren,
■ bij sommige instructies ziet u een
voortgangsbalk.
Wanneer het inparkeren is gelukt,
verschijnt er een doel-symbool.