200
Verzorging van de auto
9 Gevaar
Het ontstekingssysteem en de Xe‐
nonkoplampen werken met een
zeer hoge spanning. Niet aanra‐
ken.
Motorkap
Openen
Aan de ontgrendelingshendel trekken
en in de uitgangspositie terugduwen.
Duw de windhaak naar rechts en
open de motorkap.
De motorkap wordt automatisch om‐
hoog gehouden.
Luchtinlaat 3 139.
Als de motorkap wordt geopend tij‐
dens een Autostop, wordt de motor
automatisch herstart omwille van vei‐
ligheidsredenen.
Sluiten
Motorkap laten zakken en in het slot
laten vallen. Controleer of de motor‐
kap vergrendeld is.
Motorolie
Controleer het oliepeil ook regelmatig
met de hand om schade aan de motor
te voorkomen. Vergewis u ervan dat
de gebruikte olie de juiste specificatie
heeft. Aanbevolen vloeistoffen en
smeermiddelen 3 245.
Alleen op een vlakke ondergrond
controleren. De motor moet op be‐
drijfstemperatuur zijn en minstens
5 minuten uitgeschakeld zijn ge‐
weest.
Oliepeilstok uittrekken, afvegen, tot
aan de aanslag van de handgreep
weer insteken, opnieuw uittrekken en
het motoroliepeil aflezen.
Peilstok tot aan de aanslag van de
handgreep insteken en een halve
slag draaien.
Voorzichtig
De eigenaar van de auto dient
erop te letten dat er genoeg mo‐
torolie van de juiste kwaliteit in de
motor zit.