De instellingen worden automatisch
opgeslagen voor de sleutel die wordt
gebruikt 3 22.
Elektrisch bediende ruiten 3 37.
Verwarmde spiegels
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd au‐
tomatisch uitgeschakeld.
Parkeerhulp
Bij spiegels met een standgeheugen,
wordt de buitenspiegel aan de passa‐
gierskant als hulpmiddel bij het par‐
keren automatisch op de achterban‐
den gericht zodra u de achteruitver‐
snelling inschakelt, behalve wanneer
een aanhanger is aangekoppeld.
Geheugenplaats 3 48.
U kunt deze functie in- of uitschakelen
in het menu Instellingen op het
Info-display. Persoonlijke instellingen
3 114.
Sleutels, portieren en ruiten
Binnenspiegel
Handmatige dimfunctie
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐
gelbehuizing verstellen.
35