Automatische verlichting
Wanneer de automatische verlichting
is ingeschakeld en de motor loopt,
wordt er automatisch gewisseld tus‐
sen dagrijlicht en dim-/grootlicht af‐
hankelijk van het omgevingslicht en
de informatie afkomstig van het re‐
gensensorsysteem.
Dagrijlicht
Het dagrijlicht maakt de auto overdag
beter zichtbaar.
Dimlicht automatisch inschakelen
Bij weinig licht wordt het dimlicht in‐
geschakeld.
Verder wordt het dimlicht ingescha‐
keld als de ruitenwissers enkele sla‐
gen geactiveerd zijn.
Tunneldetectie
Bij het inrijden van een tunnel wordt
het dimlicht onmiddellijk ingescha‐
keld.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 123.
Verlichting
Grootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Om het dimlicht in te schakelen, duwt
u nogmaals tegen de hendel of u trekt
eraan.
Lichtsignaal
Lichtsignaal activeren door de hendel
naar u toe te trekken.
121