12
Kort en bondig
28 Lichtschakelaar .................. 120
Koplampverstelling ............ 122
Mistlampen ......................... 126
Mistachterlicht .................... 126
Instrumentenverlichting ...... 127
Rijverlichting
Lichtschakelaar draaien
AUTO = automatische verlichting:
rijverlichting wordt auto‐
matisch in- en uitgescha‐
keld
= activering of deactivering
m
van de automatische ver‐
lichting
= zijmarkeringslichten
8
= dimlicht
9
Druk op de lichtschakelaar
> = mistlampen
r = mistachterlicht
Verlichting 3 120.