78
Opbergen
Beladingsinformatie
■ Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen leg‐
gen. Zorg dat de rugleuningen
goed vastklikken. D.w.z. dat de
rode merktekens dichtbij de ont‐
grendelingshendel aan de zijkant
mogen niet meer zichtbaar mogen
zijn. Bij stapelbare voorwerpen de
zwaarste voorwerpen onderop leg‐
gen.
■ Voorwerpen met spanbanden aan
de sjorogen vastzetten 3 71.
■ Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden tegen
te gaan.
■ Bij het vervoeren van voorwerpen
in de bagageruimte mogen de rug‐
leuningen van de achterbank niet
schuin naar voren geklapt zijn.
■ Bagage niet boven de rugleuningen
laten uitsteken.
■ Leg niets op de bagageruimte-
afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven op
het instrumentenpaneel niet af.
■ De bagage mag de bediening van
pedalen, handrem, schakelhendel
en de bewegingsvrijheid van de be‐
stuurder niet belemmeren. Geen
losse voorwerpen in het interieur
leggen.
■ Niet met een geopende achterklep
rijden.
9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als dat
niet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de la‐
ding of de auto veroorzaken.
■ Het nuttig draagvermogen is het
verschil tussen het maximaal toe‐
laatbare totaalgewicht van de auto
(zie typeplaatje 3 247) en het EU-
leeggewicht van de auto.
U berekent de nuttige last door de
gegevens van uw auto in de tabel
Gewichten voorin deze handleiding
in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook het
gewicht van de bestuurder (68 kg),
de bagage (7 kg) en alle vloeistof‐
fen (tank voor 90 % gevuld).
Extra uitrusting en accessoires ver‐
hogen het leeggewicht.
■ Rijden met daklading verhoogt de
zijwindgevoeligheid van de auto en
verslechtert het rijgedrag door het