Tanken
9 Gevaar
Zet voor het tanken de motor en
alle hulpverwarmingen met ver‐
brandingskamers uit. Zet alle mo‐
biele telefoons uit.
Bij het tanken de gebruiks- en vei‐
ligheidsvoorschriften van het tank‐
station in acht nemen.
9 Gevaar
Brandstof is brandbaar en explo‐
sief. Niet roken. Geen open vuur
of vonken.
Wanneer u brandstof in de auto
kunt ruiken, dient u de oorzaak
daarvan onmiddellijk door een
werkplaats te laten verhelpen.
Voorzichtig
Wanneer u foute brandstof hebt
getankt, mag u het contact niet
aanzetten.
De tankklep zit achteraan aan de
rechterzijde van de auto.
Rijden en bediening
De tankklep kan alleen bij een ont‐
grendelde auto worden geopend.
Trek bij de uitsparing aan de klep en
open deze.
Draai de dop langzaam naar links om
hem te openen.
Benzine en dieselbrandstof
tanken
Draai de dop langzaam naar links om
hem te openen.
189