Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 141
Starten en bediening ................. 141
bak ............................................. 152
Remmen .................................... 153
temen ......................................... 160
Brandstof ................................... 185
Trekken ...................................... 193
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
In deze toestand werken veel syste-
men niet (bijv. rembekrachtiging,
stuurbekrachtiging). Wanneer u op
deze manier rijdt, vormt u een gevaar
voor uzelf en anderen. Tijdens een
Autostop blijven alle systemen wer-
ken, maar de stuurbekrachtiging
werkt beperkt en de rijsnelheid wordt
verlaagd.
Stop-startsysteem 3 143.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Rijden en bediening
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Rem tijdens de eerste ritten niet te
krachtig.
Bij de eerste rit kunnen was- en olie-
dampen van het uitlaatsysteem rook-
vorming veroorzaken. Parkeer de
auto na de eerste rit een tijdje in de
open lucht en adem de dampen niet
in.
Tijdens het inrijden kunnen het brand-
stof- en motorolieverbruik hoger zijn
en wordt het dieselpartikelfilter wel-
licht vaker gereinigd.
Roetfilter 3 146.
141