82
Instrumenten en bedieningsorganen
Wis-/wasinstallatie voorruit
Voorruitwissers
2
= snel
1
= langzaam
P = intervalwissen
§ = uit
Hendel omlaag duwen om wissers
één slag te laten maken wanneer de
voorruitwisser uitgeschakeld is.
Niet inschakelen wanneer de voorruit
bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Instelbaar wisinterval
Wisserhendel in stand P.
Draai aan het stelwiel om het gewen‐
ste wisinterval in te stellen:
kort
= stelwiel omhoog‐
interval
draaien
lang
= stelwiel omlaag‐
interval
draaien
Automatische wisfunctie met
regensensor
P = automatische wisfunctie met
regensensor
De regensensor registreert de hoe‐
veelheid neerslag op de voorruit en
stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwisser aan.