Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Opel Insignia 2017 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Insignia 2017:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Opel Insignia 2017

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ......... 2 Kort en bondig ....... 6 Sleutels, portieren en ruiten ..19 Stoelen, veiligheidssystemen ..44 Opbergen ........73 Instrumenten en bedieningsorganen ...... 88 Verlichting ........139 Klimaatregeling ......153 Rijden en bediening ....165 Verzorging van de auto ....247 Service en onderhoud ....
  • Pagina 4: Inleiding

    Inleiding Inleiding...
  • Pagina 5 "Service en onder‐ een werkplaats in te roepen, raden wij krijgt u een beknopt overzicht. houd" en "Technische gegevens", uw Opel Service Partner aan. Voor alsmede op het typeplaatje. ● De inhoudsopgave aan het begin gasauto's raden wij een door Opel van de handleiding en in de erkende reparateur aan voor onder‐...
  • Pagina 6 I. 9 Waarschuwing Paginaverwijzingen en lemma's in de index verwijzen naar de ingespron‐ Teksten met de vermelding gen koppen in de inhoudsopgave. 9 Waarschuwing wijzen op een We wensen u vele uren autorijplezier. mogelijk gevaar voor ongelukken Adam Opel GmbH...
  • Pagina 7 Inleiding...
  • Pagina 8: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Auto ontgrendelen Stoelverstelling Verstelling in de lengterichting Basisinformatie Druk op c om de portieren en de bagageruimte te ontgrendelen. Open Aan handgreep trekken, stoel de portieren door aan de handgrepen verschuiven, handgreep loslaten. te trekken. Druk om de achterklep te Probeer de stoel heen en weer te openen op het merkembleem en schuiven om er zeker van te zijn dat...
  • Pagina 9 Kort en bondig Hoek van rugleuning Zithoogte Zithoek Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐ Pompbeweging van de hendel Druk op de schakelaar len de rugleuning niet belasten. omhoog : stoel omhoog boven : voorkant omhoog Stoelpositie 3 46, handmatige omlaag : stoel omlaag onder : voorkant omlaag stoelverstelling 3 47, elektrische Stoelpositie 3 46, handmatige...
  • Pagina 10: Hoofdsteunverstelling

    Kort en bondig Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordel Spiegelverstelling Binnenspiegel Ontgrendelingsknop indrukken, Veiligheidsgordel afrollen en in hoogte instellen, vastklikken. gordelslot vastmaken. De veiligheids‐ U verstelt de spiegel door het spie‐ gordel mag niet gedraaid zitten en Hoofdsteunen 3 44. gelhuis in de gewenste richting te moet strak tegen het lichaam aanlig‐...
  • Pagina 11 Kort en bondig Buitenspiegels Stuurwiel instellen Selecteer de betreffende buitenspie‐ Hendel omlaagbewegen, stuurwiel gel door op de toets voor de spiegel instellen, hendel omhoogbewegen en links of rechts te drukken. De LED in vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij de toets geeft de selectie aan. stilstaande auto en ontgrendeld stuurslot verstellen.
  • Pagina 12 Kort en bondig Overzicht instrumentenpaneel...
  • Pagina 13 Kort en bondig Elektrische ruitbediening ..39 10 Wis-/wasinstallatie 21 Handgeschakelde voorruit, versnellingsbak ....183 Buitenspiegels ...... 36 koplampsproeiers, wis-/ Centrale vergrendeling ..21 Automatische wasinstallatie achter ..... 90 versnellingsbak ....179 Zijdelingse luchtroosters ..163 11 Middelste luchtroosters ..163 22 Elektrische handrem ...
  • Pagina 14: Rijverlichting

    Kort en bondig Rijverlichting Lichtsignaal, grootlicht en dimlicht Richtingaanwijzers Automatisch dimlicht Lichtsignaal : Hendel naar u toe Hendel : Rechter richting‐ trekken omhoog aanwijzer AUTO : Automatische verlichting Grootlicht : Hendel van u af Hendel omlaag : Linker richtingaan‐ schakelt automatisch duwen wijzer tussen dagrijlicht en...
  • Pagina 15: Voorruitwissers

    Kort en bondig Alarmknipperlichten Claxon Wis-/wasinstallatie Voorruitwissers Om in te schakelen ¨ indrukken. j indrukken. Alarmknipperlichten 3 146. : snel : langzaam INT : intervalwissen of automatisch wissen met regensensor OFF : uit Hendel omlaag in de stand 1x duwen om wissers één slag te laten maken wanneer de voorruitwisser uitgescha‐...
  • Pagina 16 Kort en bondig Voorruitsproeiers Achterruitwisser Achterruitsproeier Hendel naar u toe trekken. Verdraai de buitenste dop om de Hendel van u af duwen. achterruitwisser in te schakelen: Voorruitsproeiers en koplampsproei‐ Er wordt sproeiervloeistof op de ers 3 90, sproeiervloeistof 3 252. OFF : uit achterruit gespoten en de ruitenwis‐...
  • Pagina 17: Klimaatregeling

    Kort en bondig Klimaatregeling Verwarmde voorruit Ruiten ontwasemen en ontdooien, airconditioning Verwarmbare achterruit , indrukken om de verwarming in te schakelen. ● á indrukken: aanjager schakelt b indrukken om de verwarming in te automatisch over op hogere snel‐ Verwarmde voorruit 3 42. schakelen.
  • Pagina 18 Kort en bondig Ruiten ontwasemen en Versnellingsbak Automatische versnellingsbak ontdooien, elektronische Handgeschakelde klimaatregeling versnellingsbak P : parkeerstand R : achteruitversnelling N : vrij (neutraal) ● Druk op à. Temperatuur en D : Automatische modus Achteruit: breng de auto tot stilstand, luchtverdeling worden automa‐...
  • Pagina 19: Voordat U Wegrijdt

    Kort en bondig Voordat u wegrijdt Stop-startsysteem Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en -staat 3 272, 3 310. ● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 250. ● Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en gebruiksklaar. ● Juiste positie van spiegels, stoe‐ ●...
  • Pagina 20 Kort en bondig Parkeren Als de auto op een aflopende Voorzichtig helling staat, dan vóór het 9 Waarschuwing uitschakelen van het contact de Na een rit waarbij met hoge motor‐ achteruitversnelling inschake‐ toerentallen of met hoge motorbe‐ ● Parkeer de auto niet op een len of de keuzehendel in stand lasting werd gereden, de motor licht ontvlambaar oppervlak.
  • Pagina 21: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren Sleutels, sloten Ruiten .......... 39 Voorruit ........39 en ruiten Elektronisch sleutelsysteem Elektrisch bediende ruiten ..39 Achterruitverwarming ....41 Voorruitverwarming ....42 Zonnekleppen ......42 Sleutels, sloten ......19 Dak ..........42 Elektronisch sleutelsysteem ..19 Zonnedak ........
  • Pagina 22 Sleutels, portieren en ruiten Let op Vervangen: Leg de elektronische sleutel niet in de bagageruimte. Batterij elektronische sleutel vervangen Batterij meteen vervangen zodra het systeem niet meer goed werkt of het bereik ervan afneemt. Een bericht op het Driver Information Center geeft aan dat de batterij moet worden vervangen 3 127.
  • Pagina 23: Opgeslagen Instellingen

    Sleutels, portieren en ruiten 2. Steek het sleutelblad ongeveer 6 ● Overbelasting van de centrale De opgeslagen instellingen in het mm in de behuizing en verdraai de vergrendeling door herhaalde, geheugen van de elektronische sleu‐ sleutel om de behuizing te snel opeenvolgende activering tel 3 19 worden automatisch toege‐...
  • Pagina 24 Sleutels, portieren en ruiten Door aan de binnenste portierhand‐ Werking elektronisch Ontgrendelen greep te trekken wordt het desbetref‐ sleutelsysteem fende portier ontgrendeld. Door nog eens aan de handgreep te trekken gaat het portier open. Let op Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden, wordt het voertuig automatisch ontgrendeld.
  • Pagina 25 Sleutels, portieren en ruiten ontgrendeld. Om alle portieren te Het systeem vergrendelt als een van de elektronische sleutel in de buurt is. ontgrendelen, drukt u tweemaal de volgende dingen gebeurt: De portieren blijven vergrendeld. op de toets. Achterklep 3 27. ●...
  • Pagina 26 Sleutels, portieren en ruiten ● Alle portieren, de bagageruimte Bevestiging Bediening met de sleutel bij een en de tankklep worden met één De werking van de centrale vergren‐ storing in de centrale druk op c ontgrendeld. deling wordt bevestigd door de alarm‐ vergrendeling knipperlichten.
  • Pagina 27 Sleutels, portieren en ruiten U ontgrendelt het bestuurdersportier op e in het paneel van het bestuur‐ handmatig door de sleutelbaard in de dersportier. Sluit vervolgens het slotcilinder te steken en te draaien. bestuurdersportier en vergrendel deze vanaf de buitenkant door de U kunt de andere portieren openen sleutel in het slotcilinder te draaien.
  • Pagina 28: Automatisch Vergrendelen

    Sleutels, portieren en ruiten Automatisch vergrendelen Automatische hervergrendeling Als de elektronische sleutel in de auto blijft zitten of als het contact niet wordt na ontgrendeling Automatisch vergrendelen na uitgezet, is passieve vergrendeling Deze functie kan geconfigureerd niet mogelijk. wegrijden worden om automatisch alle portie‐ Als er twee of meer elektronische Deze beveiligingsfunctie kan gecon‐...
  • Pagina 29: Kindersloten

    Sleutels, portieren en ruiten Portieren Info-Display 3 122. Zet de pen weer naar achteren om het kinderslot uit te schakelen. Persoonlijke instellingen 3 129. Bagageruimte U kunt de instelling opslaan voor de elke elektronische sleutel 3 21. Achterklep Kindersloten Openen Grand Sport 9 Waarschuwing Druk na het ontgrendelen op het...
  • Pagina 30 Sleutels, portieren en ruiten Sports Tourer, Country Tourer Sluiten de bediening niets bekneld raakt en dat er niemand in het bewe‐ gingsgebied staat. U kunt de elektrische achterklep als volgt bedienen: ● Door tweemaal op X van de elektronische sleutel te drukken. Om onbedoeld openen van de achterklep te voorkomen, moet X langer worden ingedrukt dan...
  • Pagina 31 Sleutels, portieren en ruiten De richtingaanwijzers knipperen en u Bediening met de elektronische Handsfree bediening met behulp van sleutel de bewegingssensor onder de hoort een geluidssignaal wanneer de elektrische achterklep in werking is. achterbumper Let op De bediening van de elektrische achterklep heeft geen invloed op de centrale vergrendeling.
  • Pagina 32 Sleutels, portieren en ruiten de elektronische sleutel zich buiten Bediening met de schakelaar aan de 9 Gevaar binnenzijde van het de auto bevinden, binnen ongeveer één meter van de achterklep. bestuurdersportier Raak tijdens de handsfree bedie‐ ning geen voertuigonderdelen onder de auto aan. Er bestaat dan gevaar voor verwonding vanwege hete motoronderdelen.
  • Pagina 33 Sleutels, portieren en ruiten ● druk op C op de geopende ● Normale modus MAX: Elektri‐ sche achterklep opent tot maxi‐ achterklep, of male hoogte. ● druk op C aan de binnenzijde ● Tussenmodus 3/4: Elektrische van het bestuurdersportier. achterklep opent tot een vermin‐ De bewegingsrichting wordt omge‐...
  • Pagina 34 Sleutels, portieren en ruiten Wanneer u het stelwiel in het bestuur‐ De beveiligingsfunctie wordt kenbaar Algemene tips voor de dersportier naar de tussenmodus gemaakt door een geluidssignaal. achterklepbediening 3/4 draait, zal de elektrische achter‐ Verwijder alle obstakels voordat u klep opengaan tot aan de nieuw inge‐ verdergaat met de elektrische bedie‐...
  • Pagina 35: Antidiefstalbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Antidiefstalbeveiliging Let op Inschakelen De elektrische achterklep wordt gedeactiveerd wanneer de accu Vergrendelingssysteem bijna ontladen is. In dit geval is het mogelijk dat de achterklep zelfs niet 9 Waarschuwing met de hand kan worden bediend. Let op Niet inschakelen als er zich perso‐...
  • Pagina 36: Inschakelen Zonder Interieur- En Hellingshoekbewaking

    Sleutels, portieren en ruiten Inschakelen Let op 1. Sluit de achterklep, de motorkap, Wijzigingen in het interieur, zoals het de ruiten en het zonnedak. Alle portieren moeten gesloten zijn en aanbrengen van stoelhoezen en het 2. Druk op o. De led in de knop de elektronische sleutel of het elek‐...
  • Pagina 37: Uitschakelen

    Sleutels, portieren en ruiten Status tijdens de eerste Uitschakelen Alarm 30 seconden na het activeren van het Bij het activeren klinkt de alarmclaxon alarmsysteem: en gaan de alarmknipperlichten tege‐ LED aan : test, inschakel‐ lijkertijd knipperen. Het aantal en de vertraging duur van de alarmsignalen zijn voor‐...
  • Pagina 38: Startbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Buitenspiegels Als de accu van de auto moet worden Let op losgekoppeld (bijv. voor onderhouds‐ De startbeveiliging vergrendelt de werkzaamheden), moet u de alarmsi‐ portieren niet. Vergrendel daarom Bolle vorm rene als volgt deactiveren: schakel steeds na het verlaten van de auto De bolle buitenspiegel aan de het contact in en uit en koppel de accu de portieren en schakel het diefstal‐...
  • Pagina 39: Inklapbare Spiegels

    Sleutels, portieren en ruiten Selecteer de betreffende buitenspie‐ Elektrisch inklappen Inklapbare spiegels met gel door op í voor de spiegel links of elektronische sleutel ì voor de spiegel rechts te drukken. De LED in de toets geeft de selectie aan. Beweeg daarna de knop om de spie‐...
  • Pagina 40: Verwarmde Spiegels

    Sleutels, portieren en ruiten Binnenspiegel Verwarmde spiegels Parkeerhulp Bij spiegels met een standgeheugen Handmatige dimfunctie worden de buitenspiegels als hulp‐ middel bij het parkeren automatisch op de achterbanden gericht zodra u de achteruitversnelling inschakelt, behalve wanneer een aanhanger is aangekoppeld. Geheugenplaats 3 49.
  • Pagina 41: Automatische Dimfunctie

    Opel plaatsvindt. Anders Ruiten tijdens het sluiten goed in werken deze systemen wellicht de gaten houden. Ervoor zorgen niet goed en bestaat het risico van dat niets of niemand bekneld onverwacht gedrag en/of berich‐...
  • Pagina 42: Beveiligingsfunctie

    Sleutels, portieren en ruiten Schakel het contact in om de elek‐ Beveiligingsfunctie Kinderbeveiliging voor trisch bediende ruiten te bedienen. achterportierruiten Stuit de ruit tijdens het automatisch Behouden stroom uit 3 168. sluiten boven de middelste stand op weerstand, dan stopt het sluiten onmiddellijk en beweegt de ruit weer omlaag.
  • Pagina 43: Overbelasting

    Sleutels, portieren en ruiten Elektrisch bediende ruiten Achterruitverwarming initialiseren Als u de ruiten niet automatisch kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen van de accu), verschijnt er een waarschu‐ wingstekst op het Driver Information Center. Boordinformatie 3 127. Activeer de ruitelektronica als volgt: 1.
  • Pagina 44: Voorruitverwarming

    Sleutels, portieren en ruiten Voorruitverwarming Onderweg moeten de spiegelkappen gesloten zijn. Zonnedak Aan de achterkant van de zonneklep zit een kaartjeshouder. 9 Waarschuwing Wees voorzichtig bij het gebruik van het zonnedak. Er bestaat verwondingsgevaar, met name voor kinderen. Bewegende onderdelen tijdens de bediening goed in de gaten houden.
  • Pagina 45 Sleutels, portieren en ruiten Openen of sluiten Algemene tips Druk * of r tot aan de eerste klik Beveiligingsfunctie in: zonnedak wordt geopend of geslo‐ Stuit het zonnedak tijdens het auto‐ ten zolang u de schakelaar bedient. matisch sluiten op een obstakel, dan Druk * of r stevig tot de tweede stopt het meteen en gaat het weer open.
  • Pagina 46: Stoelen, Veiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Stoelen, Hoofdsteunen Kinderveiligheidssystemen ..64 Inbouwposities kinderveilig‐ veiligheidssysteme heidssystemen ......67 Stand Voetgangersbeschermingssys‐ teem ..........71 9 Waarschuwing Actieve motorkap ....... 71 Alleen met correct ingestelde Hoofdsteunen ......44 hoofdsteunen rijden. Voorstoelen ........46 Stoelpositie ........ 46 Handmatige stoelverstelling ..47 Elektrische stoelverstelling ..
  • Pagina 47 Stoelen, veiligheidssystemen stand zetten (bij zeer kleine personen Horizontale verstelling Hoofdsteunen van achterbank de hoofdsteun juist in de laagste stand zetten). Instellen Hoofdsteunen van voorstoelen Hoogteverstelling Druk op de ontgrendelingsknop, trek Hoogteverstelling het kussen van de hoofdsteun lang‐ Hoofdsteun omhoogtrekken of borg‐ zaam naar voren.
  • Pagina 48: Voorstoelen

    Stoelen, veiligheidssystemen Voorstoelen Stoelpositie 9 Waarschuwing Alleen met een correct ingestelde stoel rijden. 9 Gevaar Altijd op minstens 25 cm afstand Druk beide pallen in, trek de hoofd‐ ● Uw zitvlak zo dicht mogelijk naar van het stuurwiel zitten zodat de steun omhoog en verwijder deze.
  • Pagina 49: Handmatige Stoelverstelling

    Stoelen, veiligheidssystemen ● Uw schouders zo dicht mogelijk Handmatige stoelverstelling Hoek van rugleuning naar de rugleuning schuiven. Stel Zorg bij het rijden dat de stoelen en de hoek van de rugleuning zo in rugleuningen altijd vastgeklikt zijn. dat u het stuurwiel gemakkelijk met licht gebogen armen kunt Verstelling in de lengterichting vastpakken.
  • Pagina 50 Stoelen, veiligheidssystemen Zithoogte Zithoek Lendensteun Pompbeweging van de hendel Druk op de schakelaar Stel de lendensteun op uw persoon‐ lijke wens af met de vierwegschake‐ omhoog : stoel omhoog boven : voorkant omhoog laar. omlaag : stoel omlaag onder : voorkant omlaag Lendensteun omhoog en omlaag: duw de schakelaar omhoog of omlaag.
  • Pagina 51: Elektrische Stoelverstelling

    Stoelen, veiligheidssystemen Verstelbare dijbeensteun Zithoogte Houd de stoelen tijdens het verstellen goed in de gaten. Inzit‐ tenden dienen hierover ingelicht te worden. Verstelling in de lengterichting Trek aan de hendel en verschuif de Duw de schakelaar omhoog/omlaag. dijbeensteun. Zithoek Elektrische stoelverstelling Duw de schakelaar naar voren/ 9 Waarschuwing achteren.
  • Pagina 52 Stoelen, veiligheidssystemen Kantel het voorste gedeelte van scha‐ Lendensteun Verstelbare dijbeensteun kelaar omhoog/omlaag. Hoek van rugleuning Stel de lendensteun naar uw Trek aan de hendel en verschuif de persoonlijke wens af met de vierweg dijbeensteun. schakelaar. Kantel de schakelaar naar voren/ Lendensteun omhoog en omlaag: achteren.
  • Pagina 53 Stoelen, veiligheidssystemen Zijkussen Geheugenstanden automatisch opvragen Geheugenstanden worden toegewe‐ zen aan de bestuurder (1 of 2) die de betreffende sleutel gebruikt en worden bij het inschakelen van het contact automatisch opgeroepen. Daarbij geeft een bericht op het Driver Information Center met behulp van de gebruikte sleutel het bestuurders‐...
  • Pagina 54: Armsteun

    Stoelen, veiligheidssystemen Selecteer de betreffende instelling in Deze functie kan worden geactiveerd Let op het menu Voertuig op het Info- of gedeactiveerd in de Persoonlijke Na een ongeluk waarin de airbags Display. instellingen. zijn geactiveerd, worden de geheu‐ genfunctie van elke positieknop Info-Display 3 122.
  • Pagina 55: Verwarming

    Stoelen, veiligheidssystemen Verwarming Stop/Start-systeem 3 170. Als de passagiersstoel niet bezet is, schakelt de automatische stoelver‐ Automatische stoelverwarming warming de verwarming voor die stoel niet in. Afhankelijk van de apparatuur, kunt u U kunt de stoelverwarmingstoetsen de automatische stoelverwarming in op ieder willekeurig moment indruk‐...
  • Pagina 56: Massage

    Stoelen, veiligheidssystemen Achterbank Afhankelijk van de gewenste ventila‐ Druk nogmaals op c om de functie uit tie, A van de desbetreffende stoel te schakelen. De huidige massage‐ een of meerdere malen indrukken. De functie wordt beëindigd, dit kan Armsteun controlelamp in de toets geeft de enkele seconden duren.
  • Pagina 57: Verwarming

    Stoelen, veiligheidssystemen Veiligheidsgordels Verwarming 9 Waarschuwing Veiligheidsgordel vóór elke rit omdoen. Inzittenden die geen gebruik maken van de veiligheidsgordel brengen bij eventuele aanrijdin‐ gen medepassagiers en zichzelf in gevaar. Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor gebruik door slechts één persoon tegelijk. Kinderveiligheidssysteem 3 64.
  • Pagina 58: Driepuntsgordel

    Stoelen, veiligheidssystemen Let op veiligheidsgordels achterin worden Driepuntsgordel Zorg dat de veiligheidsgordels niet met één gordelspanner per stoel door schoenen of voorwerpen met gespannen. Omdoen scherpe randen beschadigd raken klem komen te zitten. Oprolautoma‐ 9 Waarschuwing ten vrijhouden van vuil. Onjuist handelen (bijv.
  • Pagina 59 Stoelen, veiligheidssystemen Losmaken Gebruik van de veiligheidsgordel tijdens de zwangerschap Loszittende kleding belemmert het strak trekken van de gordel. Geen Om de gordel los te maken, de rode voorwerpen zoals handtassen of knop van het gordelslot indrukken. mobiele telefoons tussen de gordel 9 Waarschuwing en uw lichaam leggen.
  • Pagina 60: Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Airbagsysteem tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ nadelig worden beïnvloed door het tingen, handgrepen en de stoelen wijzigen van onderdelen van de worden vervangen. voorstoelen, de veiligheidsgor‐ Het airbagsysteem bestaat uit meer‐ Geen aanpassingen in het airbag‐ dels, de airbagsensor- en diagno‐ dere afzonderlijke systemen afhanke‐...
  • Pagina 61 Stoelen, veiligheidssystemen EN: NEVER use a rearward-facing оборудованном фронтальной det kan føre til at BARNET utsettes for child restraint on a seat protected by подушкой безопасности, если LIVSFARE og fare for ALVORLIGE an ACTIVE AIRBAG in front of it; ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это SKADER.
  • Pagina 62 Stoelen, veiligheidssystemen może być przyczyną ŚMIERCI lub SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun POWAŻNYCH OBRAŻEŃ u varnostnega sedeža, obrnjenega v pentru copil îndreptat spre partea din DZIECKA. nasprotni smeri vožnje, na sedež z spate a maşinii pe un scaun protejat AKTIVNO ČELNO ZRAČNO de un AIRBAG ACTIV în faţa sa;...
  • Pagina 63: Frontaal Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen DROŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā Airbag deactiveren 3 63. De opgeblazen airbags vangen de gadījumā BĒRNS var gūt SMAGAS schok op waardoor het gevaar voor TRAUMAS vai IET BOJĀ. letsel aan het bovenlichaam en hoofd Frontaal airbagsysteem van de inzittenden voorin de auto ET: ÄRGE kasutage tahapoole Het frontairbagsysteem bestaan uit aanzienlijk afneemt.
  • Pagina 64: Zijdelings Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Zijdelings airbagsysteem Gordijnairbagsysteem De hoofdairbags bestaan uit een airbag aan weerskanten in het dakframe. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de dakstij‐ len. Het gordijnairbagsysteem treedt in werking bij een voldoende krachtige zijdelingse aanrijding. Het contact moet ingeschakeld zijn.
  • Pagina 65: Airbag Deactiveren

    Stoelen, veiligheidssystemen Gebruik de sleutelbaard in de elek‐ 9 Waarschuwing tronische sleutel om de stand te kiezen: Lichaamsdelen of voorwerpen uit : airbag van voorpassagier is het werkingsgebied van de airbag gedeactiveerd en gaat niet houden. af bij een aanrijding. Contro‐ De haken aan de handgrepen van lelampje *OFF brandt het dakframe zijn alleen geschikt...
  • Pagina 66: Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Kinderveiligheidssyste‐ Raadpleeg onmiddellijk een werk‐ plaats indien geen van beide contro‐ lelampjes brandt. Verander de status alleen tijdens stil‐ stand terwijl de ontsteking is uitge‐ 9 Gevaar schakeld. Status blijft actief tot de volgende Bij gebruik van een achterwaarts verandering.
  • Pagina 67: Bevestigingsriemogen

    Stoelen, veiligheidssystemen Houd u altijd aan de plaatselijke of ISOFIX-steunen Alle i-size kinderveiligheidssystemen landelijke voorschriften. In sommige kunnen worden op alle stoelen landen is het gebruik van kindervei‐ worden geplaatst die geschikt zijn ligheidssystemen op bepaalde voor i-size, i-size tabel 3 67. zitplaatsen verboden.
  • Pagina 68 Stoelen, veiligheidssystemen Geschikt zijn veiligheidssystemen die Let op voldoen aan de geldende UN ECE- Kinderveiligheidssystemen niet regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐ beplakken of met andere materialen lijke wetgeving en richtlijnen voor het afdekken. verplichte gebruik van kinderveilig‐ Een kinderveiligheidssysteem dat heidssystemen. tijdens een aanrijding werd belast De volgende kinderveiligheidssyste‐...
  • Pagina 69: Inbouwposities Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane opties voor het bevestigen van een kinderveiligheidssysteem met een driepuntsgordel Op passagiersstoel gedeactiveerde Op buitenste zitplaatsen Op middelste Gewichtsklasse geactiveerde airbag airbag achterin zitplaats achterin Groep 0: tot 10 kg Groep 0+: tot 13 kg Groep I: 9 tot 18 kg Groep II: 15 tot 25 kg U Groep III: 22 tot 36 kg U...
  • Pagina 70 Stoelen, veiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met ISOFIX- beugels Op passagiersstoel Op buitenste Op middelste geactiveerde gedeacti‐ zitplaatsen zitplaats Gewichtsklasse Maatklasse Bevestiging airbag veerde airbag achterin achterin Groep 0: tot 10 kg ISO/L2 ISO/L1 ISO/R1 Groep 0+: tot 13 kg ISO/R1 ISO/R2 ISO/R3...
  • Pagina 71 Stoelen, veiligheidssystemen : geschikt voor bepaalde ISOFIX-veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐ seel'. Het ISOFIX-veiligheidssysteem moet voor het specifieke voertuigtype zijn goedgekeurd (raadpleeg de voer‐ tuigtypelijst van het kinderveiligheidssysteem) IUF : geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd voor deze gewichtsklasse : geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse : zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de hoek van de rugleuning naar een verticale stand brengen om...
  • Pagina 72 Stoelen, veiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een i-Size-kinderveiligheidssysteem met ISOFIX-beugels Op passagiersstoel gedeactiveerde Op buitenste Op middelste geactiveerde airbag airbag zitplaatsen achterin zitplaats achterin i-Size- i - U kinderveiligheidssystemen i - U : geschikt voor 'universele' i-Size voorwaarts of achterwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen : stoelpositie niet geschikt voor 'universele' i-Size kinderveiligheidssystemen...
  • Pagina 73: Voetgangersbeschermingssys- Teem

    Stoelen, veiligheidssystemen Voetgangersbescher‐ Motorkap handmatig laten 9 Waarschuwing zakken mingssysteem Rijd niet met de motorkap 9 Waarschuwing Actieve motorkap omhoog. Het voetgangersbeschermingssys‐ Na het activeren van het systeem 9 Waarschuwing teem vermindert mogelijk de ernst zijn de scharnieren van de motor‐ van het letsel aan voetgangers bij een kap heet.
  • Pagina 74 Stoelen, veiligheidssystemen 9 Waarschuwing Blijf uit de buurt van de rand van de motorkap om letsel te voorko‐ men. 5. Controleer of de motorkap achter‐ aan vastgeklikt is. 6. Sluit de motorkap aan de voorkant en controleer of deze is vastge‐ klikt 3 249.
  • Pagina 75: Bekerhouders

    Opbergen Opbergen Opbergruimten Het handschoenenkastje tijdens het rijden gesloten houden. Opbergvakken Bekerhouders Opbergruimten ......73 9 Waarschuwing Opbergvakken ......73 Handschoenenkastje ....73 Berg geen zware of scherpe Bekerhouders ......73 objecten in de opbergruimten op. Opbergruimte voor ....74 Anders kan de klep van de Zonnebrilhouder ......
  • Pagina 76: Opbergruimte Voor

    Opbergen Opbergruimte voor Zonnebrilhouder In de armsteun achter bevinden zich nog meer bekerhouders. Klap de In de middenconsole zit een opberg‐ Neerklappen en openen. armleuning neer. vak. Druk de afdekking naar voren. Geen zware voorwerpen in het opbergvakje leggen.
  • Pagina 77: Armsteun Met Opbergruimte

    Opbergen Bagageruimte Armsteun met opbergruimte Opbergruimte in voorste Afhankelijk van de uitrusting is de armsteun achterbank in twee of drie delen verdeeld. U kunt alle delen neerklap‐ pen. Voer zo nodig onderstaande stappen uit voordat u de achterbank neerklapt: ● Bagagerolhoes bagageruimte verwijderen 3 78.
  • Pagina 78 Opbergen Verlenging bagageruimte (tweedelige achterbank) De rugleuningen zijn goed Bij het te snel opklappen van de vergrendeld wanneer het rode rugleuning kan de veiligheidsgordel merkteken dichtbij de ontgrende‐ van de middelste zitplaats geblok‐ lingshendel niet meer zichtbaar ● Trek aan één kant of beide keerd raken.
  • Pagina 79 Opbergen ● Trek aan één kant of beide ● Of klap de rugleuning neer vanuit ● Trek aan de lus en klap de buitenste kanten aan de ontgren‐ de bagageruimte: trek aan de rugleuning van de middelste delingshendel en klap de rugleu‐ hendel in de linker of rechter zitplaats neer.
  • Pagina 80: Bagageruimte-Afdekking

    Opbergen De rugleuning wordt met aanzien‐ lingshendel niet meer zichtbaar keerd raken. Ontgrendel het oprolme‐ lijke kracht neergeklapt. Er bestaat chanisme door de veiligheidsgordel in verwondingsgevaar, met name te steken of door deze ongeveer voor kinderen. 9 Waarschuwing 20 mm naar buiten te trekken en vervolgens los te laten.
  • Pagina 81 Opbergen Rolscherm openen Rolscherm openen in laadstand Til de afdekking achteraan en voor‐ aan omhoog. Trek de rolschermhendel naar Druk op de rolschermhendel. Verwijder het deksel. achteren en omlaag. Deze rolt auto‐ De achterkant van het rolscherm matisch op. wordt automatisch naar boven geleid. De afdekking plaatsen Steek de hoedenplank in de zijgelei‐...
  • Pagina 82: Vloerafdekking Bagageruimte

    Opbergen Rolscherm verwijderen Vloerafdekking bagageruimte Grand Sport Trek aan de handgreep en klap het achterste deel van de afdekking naar Open het rolscherm. voren. Trek de ontgrendelingshendel aan de rechterkant omhoog en houd deze vast. Til het rolscherm eerst aan de De vloerplaat van de bagageruimte rechterzijde op en verwijder het uit de kan worden verwijderd.
  • Pagina 83: Opbergruimte Achter

    Opbergen Plaats de opgevouwen afdekking Sjorogen Sledes in de rail monteren achter de rugleuning van de achter‐ bank. Opbergruimte achter Opbergvak Steek sledes in de rails op de baga‐ De sjorogen dienen om voorwerpen geruimtevloer. Gebruik daarbij de vast te zetten, bijv. met spanbanden uitsparing in de rail en druk bij het erin of een bagagenet.
  • Pagina 84: Veiligheidsnet

    Opbergen Gebruik de sjorogen zitplaatsen achterin zijn opgeklapt, wijzen, om de cassette te kan het veiligheidsnet achter de voor‐ vergrendelen. stoelen worden aangebracht. Het is niet toegestaan om personen achter het veiligheidsnet te vervoe‐ ren. Achter de achterbank Monteren Druk op de knop op een slede en ●...
  • Pagina 85 Opbergen drukken. Verwijder de andere Achter de voorstoelen kant van de stang veiligheidsnet Monteren uit de montageopening. ● Rol het veiligheidsnet op. ● Bevestig de cassette van het veiligheidsnet met de haken in de sjorogen in de vloer vóór de ●...
  • Pagina 86: Gevarendriehoek

    Opbergen Demonteren Gevarendriehoek Sports Tourer, Country Tourer Grand Sport ● Trek aan beide zijden aan de flap Berg de gevarendriehoek op met de bij de spanner om de spanning bevestigingsbanden van het plaat‐ van de banden te halen. Leg de gevarendriehoek in de ruimte werk achterklep binnen.
  • Pagina 87: Verbanddoos

    Opbergen Dakdragersysteem Verbanddoos Sports Tourer, Country Tourer Grand Sport Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐ gersysteem te gebruiken. Neem contact op met uw werkplaats voor meer informatie. Dakdrager monteren Grand Sport Berg de verbanddoos op met de bevestigingsbanden van het plaat‐...
  • Pagina 88: Beladingsinformatie

    Opbergen Beladingsinformatie Zet de dakdrager volgens de ● Losse voorwerpen in de bagage‐ montage-instructies vast. ruimte vastzetten om glijden tegen te gaan. Dakdrager wegnemen als deze niet wordt gebruikt. ● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen Sports Tourer, Country Tourer de rugleuningen van de achter‐...
  • Pagina 89 Opbergen door het hogere zwaartepunt. 9 Waarschuwing Lading gelijkmatig verdelen en goed met spanbanden vastzet‐ Controleer altijd of de lading in het ten. Bandenspanning en rijsnel‐ voertuig goed vastgezet is. Als dat heid aan de beladingstoestand niet het geval is, kunnen voorwer‐ aanpassen.
  • Pagina 90: Instrumenten En Bedieningsorganen

    Instrumenten en bedieningsorganen Instrumenten en Richtingaanwijzer ....107 Mistlamp ........113 Gordelverklikker ...... 108 Mistachterlicht ......113 bedieningsorganen Airbag en gordelspanners ..108 Cruise control ......113 Airbag-deactivering ....109 Adaptieve cruise control ..113 Laadsysteem ......109 Voorligger gedetecteerd ..113 Storingsindicatielamp ....
  • Pagina 91: Bedieningsorganen

    Instrumenten en bedieningsorganen Bedieningsorganen teem en een aangesloten mobiele telefoon bedienen met de knoppen op het stuurwiel. Stuurwielverstelling Driver Information Center 3 114. Bestuurdersondersteuningssyste‐ men 3 192. De illustraties tonen verschillende Meer informatie staat in de handlei‐ Hendel omlaagbewegen, stuurwiel versies.
  • Pagina 92: Verwarmd Stuurwiel

    Instrumenten en bedieningsorganen Verwarmd stuurwiel Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Voorruitwissers met verstelbaar wisinterval Druk op * om verwarming te active‐ j indrukken. ren. De activering wordt aangeduid door de LED in de toets. : snel De verwarming werkt bij een draai‐ : langzaam ende motor en tijdens een Autostop.
  • Pagina 93 Instrumenten en bedieningsorganen Instelbaar wisinterval Voorruitwisser met regensensor Niet inschakelen wanneer de voorruit bevroren is. Uitschakelen in wasstraten. Instelbare gevoeligheid van de regensensor Wisserhendel in stand INT. : snel : langzaam Draai aan het stelwiel om de wisfre‐ AUTO : Automatische wisfunctie quentie in te stellen.
  • Pagina 94: Wis-/Wasinstallatie Achterruit

    Instrumenten en bedieningsorganen Voorruitsproeiers Wis-/wasinstallatie achterruit Achterruitwisser Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs. Regensensorfunctie kan worden Hendel naar u toe trekken. Er wordt geactiveerd of gedeactiveerd in de sproeiervloeistof op de voorruit Persoonlijke instellingen. gespoten en de ruitenwisser maakt Selecteer de betreffende instelling in een paar slagen.
  • Pagina 95: Buitentemperatuur

    Instrumenten en bedieningsorganen Als de voorruitwisser aanstaat, wordt De achteruitsproeier wordt gedeacti‐ de achterruitwisser bij het inschake‐ veerd wanneer het vloeistofpeil te len van de achteruitversnelling auto‐ laag is. matisch ingeschakeld. Sproeiervloeistof 3 252. U kunt deze functie in- of uitschakelen in het menu Instellingen op het Buitentemperatuur Info-display.
  • Pagina 96 Instrumenten en bedieningsorganen 7'' Colour-Info-Display Automatisch Selecteer Automatisch om aan te Druk op ; en selecteer vervolgens geven of de datum en tijd automatisch Instellingen. of handmatig worden ingesteld. Selecteer Tijd en datum om het Selecteer Aan - RDS om de datum en betreffende submenu weer te geven.
  • Pagina 97: Elektrische Aansluitingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Let op Elektrische aansluitingen Sports Tourer, Country Tourer: Er Is de datum automatisch geregeld, bevindt zich een 12 volt-aansluiting dan is deze menu-optie niet beschik‐ op de linkse zijwand van de bagage‐ baar. ruimte. Het maximaal opgenomen vermogen Selecteer Auto inst.
  • Pagina 98: Inductief Opladen

    Instrumenten en bedieningsorganen USB-laadpoort Raadpleeg vóór gebruik van een inductieve oplader zo nodig een arts. 9 Waarschuwing Haal vóór het opladen van een mobiele telefoon alle metalen objecten van de oplader, aange‐ zien deze voorwerpen zeer heet zouden kunnen worden. Aan de achterkant van de midden‐...
  • Pagina 99: Asbakken

    Instrumenten en bedieningsorganen Een mobiel toestel opladen: Een beschermkap voor de mobiele telefoon kan het inductief opladen in 1. Haal alle voorwerpen van de de weg staan. oplaadsleuf, omdat het systeem anders niet oplaadt. Asbakken 2. Steek het mobiele toestel met het display naar achteren in de Voorzichtig oplaadsleuf.
  • Pagina 100: Waarschuwingslampen, Meters En Controlelampen

    Instrumenten en bedieningsorganen Waarschuwingslam‐ pen, meters en controlelampen Instrumentengroep Afhankelijk van de versie zijn er drie instrumentengroepen verkrijgbaar: ● Baselevel ● Midlevel ● Uplevel Instrumentengroep Uplevel kan worden weergegeven als Sportmo‐ dus of Tourmodus.
  • Pagina 101 Instrumenten en bedieningsorganen Instrumentengroep Baselevel...
  • Pagina 102 Instrumenten en bedieningsorganen Instrumentengroep Midlevel...
  • Pagina 103 Instrumenten en bedieningsorganen Instrumentengroep Uplevel, Sportmodus...
  • Pagina 104 Instrumenten en bedieningsorganen Instrumentengroep Uplevel, Tourmodus...
  • Pagina 105: Overzicht

    Instrumenten en bedieningsorganen Overzicht k Traction Control-systeem uit L Snelheidsbegrenzer 3 114 3 111 L Verkeersbordherkenning 3 114 O Richtingaanwijzer 3 107 W Koelvloeistoftemperatuur Portier open 3 114 X Gordelverklikker 3 108 3 111 v Airbags en gordelspanners ! Voorverwarmen 3 111 Snelheidsmeter 3 108 Y AdBlue 3 111...
  • Pagina 106: Kilometerteller

    Instrumenten en bedieningsorganen Kilometerteller Instrumentengroep Baselevel Instrumentengroep Midlevel Selecteer ; door op Menu op de Selecteer Info pagina J op het De totale geregistreerde afstand richtingaanwijzerhendel te drukken. hoofdmenu. Kies Reis A of Reis B wordt weergegeven in km. Draai het stelwiel op de richtingaan‐ door op het stuurwiel op o te druk‐...
  • Pagina 107: Toerenteller

    Instrumenten en bedieningsorganen Instrumentengroep Uplevel Toerenteller Brandstofmeter Selecteer Info pagina op het hoofd‐ Geeft het motortoerental aan Geeft het peil in de brandstoftank menu. Kies Reis A of Reis B door op aan. In elke versnelling zo veel mogelijk het stuurwiel op o te drukken. met een laag toerental rijden.
  • Pagina 108: Koelvloeistoftemperatuurme- Ter

    Instrumenten en bedieningsorganen Koelvloeistoftemperatuur‐ Let op De resterende levensduur van de olie Als de motorkoelvloeistof oververhit wordt weergegeven op het Driver meter is, moet u de auto stoppen en de Information Center 3 114. motor stationair laten draaien. Gevaar voor motor. Controleer het koelvloeistofpeil.
  • Pagina 109: Terugzetten

    Instrumenten en bedieningsorganen Druk op het Mid- of Uplevel-display uitrusting kan de positie van de op é op het stuurwiel om de submap controlelampen verschillen. Bij het inschakelen van de ontsteking lichten te openen. Selecteer Reset en beves‐ de meeste controlelampen korte tijd tig dit door gedurende enkele secon‐...
  • Pagina 110: Gordelverklikker

    Instrumenten en bedieningsorganen Snel knipperen: richtingaanwijzer of Brandt Status veiligheidsgordel op bijbehorende zekering defect, rich‐ Na het inschakelen van de ontste‐ zitplaatsen achterin (auto's met tingaanwijzer aanhanger defect. king, totdat de veiligheidsgordel is Mid- of Uplevel-display) omgedaan. Gloeilamp vervangen 3 256, zeke‐ X brandt groen of grijs of knippert ringen 3 265.
  • Pagina 111: Airbag-Deactivering

    Instrumenten en bedieningsorganen De airbags en gordelspanners gaan Airbag voorpassagier is gedeacti‐ Bij dieselmotoren is reinigen van het mogelijkerwijs niet af tijdens een veerd. roetfilter wellicht niet mogelijk. ongeval. Airbag deactiveren 3 63. Onmiddellijk hulp van een werkplaats Geactiveerde gordelspanners of inroepen.
  • Pagina 112: Elektrische Handrem Defect

    Instrumenten en bedieningsorganen Brandt Schakelen 9 Waarschuwing R of S met het getal van een hogere Elektrische handrem is aangetrokken 3 185. Oorzaak van de storing onmiddel‐ of lagere versnelling verschijnt lijk door een werkplaats laten wanneer wordt aanbevolen om Knippert verhelpen.
  • Pagina 113: Elektronische Stabiliteitsregeling Uit

    Instrumenten en bedieningsorganen Brandt geel Brandt Brandt bij een draaiende motor Het systeem nadert een waargeno‐ Er zit een storing in het systeem. Stoppen, motor afzetten. men rijstrookmarkering, zonder dat Verder rijden is mogelijk. De rijstabili‐ de richtingaanwijzer naar die kant is teit kan echter afhankelijk van de Voorzichtig ingeschakeld.
  • Pagina 114: Bandenspanningscontrolesys- Teem

    Instrumenten en bedieningsorganen AdBlue 3 175. Brandt bij een draaiende motor De sleutel niet uitnemen voordat de auto helemaal stilstaat, omdat Bandenspanningscontrole‐ Voorzichtig het stuurslot anders plotseling kan worden geactiveerd. systeem Motorsmering wordt mogelijk w brandt of knippert geel. onderbroken. Dit kan aanleiding Controleer het oliepeil voordat u de geven tot motorschade en/of tot hulp van een werkplaats inroept...
  • Pagina 115: Rijverlichting

    Instrumenten en bedieningsorganen Storing in de startbeveiliging. De Knippert Brandt groen motor kan niet worden gestart. Systeem wordt overgeschakeld op De cruise control is ingeschakeld. De Startbeveiliging 3 36. symmetrisch dimlicht. ingestelde snelheid wordt in het Driver Information Center aangege‐ Controlelampje f knippert gedurende Rijverlichting ven.
  • Pagina 116: Voetgangersdetectie

    Instrumenten en bedieningsorganen Informatiedisplays Brandt geel Verkeersbordherkenning L geeft gedetecteerde verkeersbor‐ De afstand tot een voorligger wordt te Driver Information Center kort of wanneer u een ander voertuig den als controlelampje weer. te snel nadert. Het Driver Information Center is Verkeersbordherkenning 3 231.
  • Pagina 117 Instrumenten en bedieningsorganen Baselevel-display Hoofdmenusymbolen verschijnen op de bovenste regel van het display: ● Rit-/brandstofinformatie, weer‐ gegeven door ;, zie beschrij‐ ving hieronder. ● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door ?, zie beschrijving hieronder. ● Eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐ onder.
  • Pagina 118 Instrumenten en bedieningsorganen Stuurbedieningsknoppen Eventueel verschijnt er boord- en ● Telefooninformatie, weergege‐ De menu's en functies kunnen onderhoudsinformatie op het Driver ven door Telefoon, zie beschrij‐ worden geselecteerd met de knoppen Information Center. Bevestig berich‐ ving hieronder. rechts op het stuurwiel. ten door op 9 te drukken.
  • Pagina 119 Instrumenten en bedieningsorganen Druk op 9 om een functie te selecte‐ ren en te bevestigen. Na het selecteren van een hoofdme‐ nupagina blijft deze selectie opgesla‐ gen totdat er een andere hoofdmenu‐ pagina wordt geselecteerd. U veran‐ dert de subpagina's door op å of ä te drukken.
  • Pagina 120 Instrumenten en bedieningsorganen Enkele van de weergegeven functies Selecteer een hoofdmenupagina met Informatiemenu Dagteller/ zijn verschillend bij een rijdende of ä of å. brandstof, ; of Info stilstaande auto en bepaalde functies Bevestig een hoofdmenupagina met De onderstaande lijst bevat alle zijn alleen actief als met de auto wordt mogelijke pagina's van het menu Info.
  • Pagina 121 Instrumenten en bedieningsorganen ● afstand tot voorligger Gemiddeld brandstofverbruik 1/A of Actieradius brandstof De actieradius wordt op basis van het ● lege pagina Weergave van het gemiddelde aanwezige tankpeil en het momen‐ Op het Baselevel-display worden de verbruik. De meting kan altijd tane verbruik berekend.
  • Pagina 122 Instrumenten en bedieningsorganen Bandenspanning Eco-informatiemenu, @ Zuinig rijden Controleert de bandenspanning van ● Grootste verbruikers alle banden onderweg 3 274. ● Zuinigheidstrend Timer ● Eco-index Druk voor starten en stoppen op 9. Op het Mid- en Uplevel-display Druk voor terugzetten op é en beves‐ verschijnen de pagina's Grootste tig Terugzetten.
  • Pagina 123 Instrumenten en bedieningsorganen Tegelijkertijd wordt de gemiddelde Afhankelijk van het display zijn Deze instelling is alleen beschikbaar verbruikswaarde weergegeven. sommige functies weergegeven als bij een Uplevel-display. symbool. Menu Audio Infopagina's Draai aan het stelwiel of druk op ä of Druk tijdens het weergeven van Info‐ å...
  • Pagina 124: Info-Display

    Instrumenten en bedieningsorganen wordt overschreden, verschijnt er een Druk tijdens het weergeven van de ● Olietemperatuur pop-upwaarschuwing en klinkt er een metertjes op é. Selecteer het meter‐ Geeft olietemperatuur in graden geluidssignaal. tje voor links of rechts door op é of Celsius weer.
  • Pagina 125 Instrumenten en bedieningsorganen Op de Info-Displays kan het volgende 8 inch Colour-Info-Display worden aangegeven: Menu's en instellingen selecteren ● tijd 3 93 Het display werkt op drie manieren: ● buitentemperatuur 3 93 ● via toetsen onder het display ● datum 3 93 ●...
  • Pagina 126: Valetmodus

    Instrumenten en bedieningsorganen Druk op BACK om een menu af te Spraakherkenning Afhankelijk van de uitrusting kan het sluiten zonder een instelling te wijzi‐ Raadpleeg de handleiding Infotain‐ head-updisplay aangeven: gen. ment voor de beschrijving. ● algemene rij-informatie Raadpleeg de handleiding Infotain‐ Persoonlijke instellingen 3 129.
  • Pagina 127 Instrumenten en bedieningsorganen Displayschermen Scherm Prestaties Controlelampen actieve veiligheid Geeft aan Op alle schermen verschijnen contro‐ Op het head-updisplay kunt u lelampen van de volgende bestuur‐ ● snelheidsmeter: digitale snel‐ verschillende schermen selecteren dersondersteuningssystemen op de heidsaanduiding door op de toets / te drukken. Bij bovenste regel van het display elke druk verandert het display‐...
  • Pagina 128: Uitschakelen

    Instrumenten en bedieningsorganen ● waarschuwing op-/terugschake‐ Eenheden zicht belemmeren als het buiten donker is. Houd het scherm van U wijzigt de eenheden in het instellin‐ ● inkomend gesprek het head-updisplay gedimd en genmenu van het Driver Information laag in uw gezichtsveld geplaatst. Waarschuwingen met een lagere Center 3 114.
  • Pagina 129: Boordinformatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie ● Het beeld niet op de juiste hoogte afgesteld is. ● De bestuurder een zonnebril met Berichten worden weergegeven op gepolariseerde glazen draagt. het Driver Information Center (DIC); in sommige gevallen samen met een Neem als het beeld van het head- waarschuwingszoemer.
  • Pagina 130: Geluidssignalen

    Instrumenten en bedieningsorganen Berichten op het ● Wanneer u met aangetrokken Bij het parkeren van de auto en/of handrem een bepaalde snelheid Colour-Info-Display het openen van het overschrijdt. bestuurdersportier Sommige belangrijke berichten ● Wanneer de adaptieve cruise kunnen tevens verschijnen op het ●...
  • Pagina 131: Persoonlijke Instellingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Persoonlijke Het waarschuwingsbericht verdwijnt nadat de motor twee keer is gestart instellingen zonder een spanningsval. Als de accu niet kan worden opgela‐ U kunt het gedrag van de auto op uw den, moet u de oorzaak van de wensen afstemmen door de instellin‐...
  • Pagina 132 Instrumenten en bedieningsorganen instellingen en de automatische Waarschuwing verkeer achter: Volume geluidssignaal: Veran‐ aircomodus. Activeert of deactiveert de waar‐ dert het volume van geluidssig‐ schuwing kruisend verkeer nalen. Autom. achterruitontwaseming: achter. De achterruitverwarming wordt Bij achteruit kantelende spiegel: automatisch geactiveerd. Parkeerhulp: Activeert of deacti‐...
  • Pagina 133 Instrumenten en bedieningsorganen Uitstapverlichting: Activeert of Op afst. ontgrendelen lamp passieve vergrendelingsfunctie. deactiveert en verandert de duur feedback: Activeert of deacti‐ Met deze functie wordt de auto van de uitstapverlichting. veert het alarmknipperlichtsig‐ na enkele seconden automatisch naal bij het ontgrendelen. vergrendeld als alle portieren zijn Links- of rechtsrijdend verkeer: gesloten en een elektronische...
  • Pagina 134 Instrumenten en bedieningsorganen In de bijbehorende submenu's kunt u Automatische voorbereiding ringsfunctie van de adaptieve de volgende instellingen veranderen: botsing: Activeert of deactiveert cruise control. de automatische remwerking van Waarschuwing dode hoek: Acti‐ Voertuig de auto in geval van dreigend veert of deactiveert het blinde‐...
  • Pagina 135 Instrumenten en bedieningsorganen Ruitenwisser met regensensor: Automatisch deur vergrendelen: grendeling na het ontgrendelen Activeert of deactiveert automa‐ Activeert of deactiveert de auto‐ zonder de auto te openen. tisch wissen met regensensor. matische portiervergrendelings‐ Afstandsbediening ramen: Acti‐ functie na inschakelen van het Automatisch ruitenwissen in veert of deactiveert de werking contact.
  • Pagina 136: Telematicaservice

    Instrumenten en bedieningsorganen Telematicaservice Afhankelijk van de uitrusting in de OnStar knoppen auto, zijn de volgende services beschikbaar: OnStar ● Noodhulpdiensten en ondersteu‐ OnStar is een persoonlijke connecti‐ ning bij pech onderweg viteits- en servicehulp met een geïn‐ ● Wi-Fi Hotspot tegreerde Wi-Fi Hotspot.
  • Pagina 137: Onstar-Services

    Instrumenten en bedieningsorganen SOS knop lekke band of een lege brandstoftank Let op op Z om contact met een adviseur te De functionaliteit voor Wi-Fi Druk op [ om een noodoproep te hotspots is niet voor alle markten leggen. plaatsen naar een speciaal opgeleide verkrijgbaar.
  • Pagina 138 Instrumenten en bedieningsorganen Let op ● Auto op een map lokaliseren. contact op met een adviseur. U vindt Druk op Z en spreek met een advi‐ het betreffende OnStar-telefoonnum‐ ● Wi-Fi-instellingen beheren. mer op de landspecifieke website. seur of log in bij uw account als u de Download voor het bedienen van SSID of het wachtwoord wilt wijzi‐...
  • Pagina 139: Onstar-Instellingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Diagnoserapport De adviseur kan elk adres en elke Let op nuttige plaats opzoeken en deze naar Informeer OnStar onmiddellijk over De auto stuurt automatisch diagnose‐ het ingebouwde navigatiesysteem de wijzigingen als de auto wordt gegevens naar OnStar. U en uw verzenden.
  • Pagina 140 Instrumenten en bedieningsorganen Let op OnStar wordt in een noodsituatie altijd geïnformeerd over de voertuig‐ locatie. Ga naar het document met het priva‐ cybeleid in uw account. Software-updates OnStar kan op afstand software- updates uitvoeren, zonder dat zij u daarover van tevoren inlichten of om uw toestemming vragen.
  • Pagina 141: Verlichting

    Verlichting Verlichting Rijverlichting Instapverlichting ...... 150 Uitstapverlichting ..... 151 Ontlaadbeveiliging accu ..151 Lichtschakelaar Rijverlichting ......139 Lichtschakelaar ....... 139 Automatische verlichting ..140 Grootlicht ......... 140 Grootlichtassistentie ....140 Lichtsignaal ......142 Koplampverstelling ....142 Koplampinstelling in het buitenland ....... 142 Dagrijlicht .........
  • Pagina 142: Automatische Verlichting

    Verlichting Achterlichten Automatische Duw tegen de hendel om van dimlicht op grootlicht over te schakelen. koplampinschakeling De achterlichten branden samen met Trek aan de hendel om het grootlicht het dim-/grootlicht en de zijmarke‐ Wanneer het omgevingslicht zwak is, uit te schakelen. ringslichten.
  • Pagina 143: Inschakelen

    Verlichting Zodra er geen beperkingen meer Richtingaanwijzerhendel met f- Als u tegen de richtingaanwijzerhen‐ worden herkend, schakelt het del duwt om het groot licht handmatig knop systeem het groot licht weer in. te activeren, wordt de grootlichtassis‐ tentie gedeactiveerd. De functie Inschakelen wordt ook gedeactiveerd, wanneer u de mistlampen inschakelt.
  • Pagina 144: Lichtsignaal

    Verlichting Lichtsignaal Koplampverstelling Koplampinstelling in het buitenland Handmatige koplampverstelling Het asymmetrische dimlicht biedt meer zicht op de rand van de weg aan de passagierskant. Stel bij het rijden in landen met links‐ rijdend verkeer de koplampen bij om tegenliggers niet te verblinden. Auto's met halogeenkoplampen De koplampen moeten niet worden afgesteld.
  • Pagina 145: Dagrijlicht

    Verlichting Voor de deactivering volgt u dezelfde pen automatisch aan de situatie aan symmetrisch. Er is een speciaal licht‐ procedure als hierboven. f knippert voor een optimale lichtverdeling voor straalpatroon ontworpen dat verblin‐ de bestuurder. ding van andere weggebruikers voor‐ niet wanneer de functie is gedeacti‐...
  • Pagina 146: Afbuigverlichting

    Verlichting Er gaan, afhankelijk van de stuurhoek Achteruitparkeerfunctie en de snelheid, extra leds branden Als hulp bij het parkeren, gaan beide die de verlichting van bochten verbe‐ afbuigverlichtingen en het achteruit‐ teren. Deze functie wordt geactiveerd rijlicht branden wanneer de koplam‐ bij snelheden tussen 40 km/u en 70 pen zijn ingeschakeld en de achter‐...
  • Pagina 147 Verlichting Inschakelen Richtingaanwijzerhendel met f Als u eenmaal op de richtingaanwij‐ zerhendel drukt, wordt het grootlicht Richtingaanwijzerhendel met MENU toets handmatig en zonder grootlichtassis‐ toets tentie ingeschakeld. De grootlichtassistentie schakelt automatisch op dimlicht over wanneer: ● In stadsverkeer wordt gereden. ●...
  • Pagina 148: Dynamische Automatische Koplampverstelling

    Verlichting Ook als u twee keer tegen de rich‐ Lichtsignaal in combinatie met groot‐ Storing in led-koplampsysteem tingaanwijzerhendel duwt om het lichtassistentie Wanneer het systeem een storing in grootlicht handmatig te activeren, Als u een lichtsignaal geeft door een het led-koplichtsysteem opmerkt, wordt de grootlichtassistentie keer aan de richtingaanwijzerhendel selecteert het een voorkeuze-instel‐...
  • Pagina 149: Richtingaanwijzers

    Verlichting Richtingaanwijzers Activeer tijdelijk knipperen door de Lichtschakelaar in stand AUTO: bij hendel net voor het weerstandspunt het inschakelen van de mistlampen te houden. De knipperlichten knippe‐ worden de koplampen automatisch ren tot de hendel wordt losgelaten. ingeschakeld. Voor het activeren van drie knipper‐ Mistachterlicht signalen, tikt u kort tegen de hendel zonder voorbij het weerstandspunt te...
  • Pagina 150: Parkeerlichten

    Verlichting Binnenverlichting Het mistachterlicht is gedeactiveerd Bevestiging door een geluidssignaal wanneer er een aanhanger of een en de bijbehorende controlelamp van stekker op het contact is aangesloten, de richtingaanwijzer. Regelbare bijv. wanneer een fietsdrager is instrumentenverlichting geplaatst. Achteruitrijlichten Het achteruitrijlicht gaat branden Parkeerlichten wanneer het contact aanstaat en de auto in de achteruitversnelling staat.
  • Pagina 151: Leeslampen

    Verlichting Binnenverlichting druk op : interieurverlichting Leeslampen wordt handmatig in- of De voorste en achterste interieurver‐ uitgeschakeld lichting worden bij het in- en uitstap‐ druk op : interieurverlichting pen vanzelf ingeschakeld en doven wordt niet automatisch met enige vertraging. ingeschakeld bij het openen van een portier.
  • Pagina 152: Verlichting Zonneklep

    Verlichting Verlichtingsfuncties Afbeelding toont leeslampje achter. De verlichting wordt meteen uitge‐ schakeld zodra het contactslot wordt ingeschakeld. Wegrijden 3 17. Verlichting zonneklep Verlichting middenconsole Deze functie kan worden geactiveerd Brandt wanneer u het klepje opent. De spot in de binnenverlichting gaat of gedeactiveerd in de Persoonlijke aan wanneer de koplampen worden instellingen.
  • Pagina 153: Uitstapverlichting

    Verlichting Uitstapverlichting Inschakelen Led-koplampen De padverlichting wordt geactiveerd, Halogeenkoplampen De volgende verlichtingsfuncties wanneer u na uitschakeling van het worden ingeschakeld bij uitschake‐ contact het bestuurdersportier opent. ling van het contact: Deze functie kan worden geactiveerd ● binnenverlichting of gedeactiveerd in de Persoonlijke ●...
  • Pagina 154 Verlichting Om te voorkomen dat de accu onder het rijden leegraakt, worden de volgende systemen automatisch in twee fasen afgebouwd en ten slotte uitgeschakeld: ● hulpverwarming ● achter- en voorruitverwarming ● verwarmd stuurwiel ● verwarmde spiegels ● stoelverwarming ● aanjager In de tweede fase ziet u op het Driver Information Center een bericht dat de activering van de ontlaadbeveiliging...
  • Pagina 155: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen ● Verwarmbare achterruit en buitenspiegels b Airconditioning ● Voorruitverwarming , ● Stoelverwarming ß Klimaatregelsystemen ....153 Sommige wijzigingen van instellingen Airconditioning ......153 worden kort aangegeven op het Info- Elektronisch Display. Geactiveerde functies klimaatregelsysteem ....157 worden aangegeven door de LED in Hulpverwarming ......
  • Pagina 156 Klimaatregeling Koeling werkt alleen bij een draai‐ Ruiten ontwasemen en Luchtverdeling w x y ende motor en ingeschakelde venti‐ ontdooien á Indrukken: lator van de klimaatregeling. w : naar de voorruit en de voorste Druk opnieuw op A/C om koeling uit zijruiten te schakelen.
  • Pagina 157 Klimaatregeling ● Zijdelingse luchtroosters openen Luchtrecirculatiesysteem n 9 Waarschuwing naar wens en op de zijruiten rich‐ ten. Als het luchtrecirculatiesysteem is ● Voor maximaal ontwasemen en ingeschakeld, vermindert de lucht‐ ontdooien luchtdebiet op hoogste verversing. Bij het gebruik zonder stand zetten. koeling neemt de luchtvochtigheid toe waardoor de ruiten van Let op...
  • Pagina 158 Klimaatregeling Buitenluchtmodus 5 Maximale koeling Versie met voorruitverwarming , Druk op 5 om de buitenluchtmodus Ruiten kortstondig openen zodat de warme lucht snel kan ontsnappen. te activeren, de LED licht op. Als de auto is uitgerust met voorruit‐ verwarming, wordt toets 5 vervan‐ ●...
  • Pagina 159: Elektronisch Klimaatregelsysteem

    Klimaatregeling Elektronisch Bedieningsorganen voor: Menu Klimaatinstelling CLIMATE klimaatregelsysteem ● Draaiknop voor temperatuur aan bestuurderszijde Dankzij de twee zones van de ● Draaiknop voor temperatuur aan klimaatregeling kunt u de tempera‐ passagierszijde tuur aan de bestuurders- en passa‐ gierskant voorin afzonderlijk regelen. ●...
  • Pagina 160 Klimaatregeling Het menu Klimaatinstelling verschijnt ● Activeer koeling in het menu Luchtdebiet ( ) ook door aanraken van de toets ã op Klimaatinstelling voor optimale koeling en ontwaseming. Druk op het Info-Display 3 122. Climate om naar het menu te Wijzigingen in instellingen via de gaan en volg de tiptoets om de knoppen verschijnen als pop-up op...
  • Pagina 161 Klimaatregeling Temperatuur selecteren Als de minimumtemperatuur Lo is Luchtverdeling w, x, y ingesteld, levert de klimaatregeling maximale koeling, als de koeling A/C wordt ingeschakeld. Wanneer u de maximumtemperatuur Hi instelt, zorgt het klimaatregelsys‐ teem voor een maximale verwarming. Let op Als A/C wordt ingeschakeld, kan door het verlagen van de ingestelde temperatuur de motor vanuit een...
  • Pagina 162 Klimaatregeling Airconditioning A/C Handmatig bediende binnenuit kunnen aandampen. De luchtrecirculatie n kwaliteit van de binnenlucht neemt na verloop van tijd af, wat tot vermoeidheidsverschijnselen bij de inzittenden kan leiden. Wanneer de omgevingslucht warm en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer er koude lucht naartoe stroomt.
  • Pagina 163 Klimaatregeling Ruiten ontwasemen en ontdooien à ● Voorruitverwarming , inscha‐ Elektronisch klimaatregelsysteem deactiveren of activeren ON/OFF kelen, mits beschikbaar. ● Om terug te gaan naar de vorige modus: à weer indrukken, om naar de automatische modus terug te gaan, AUTO indrukken. Let op Als à...
  • Pagina 164: Basisinstellingen

    Klimaatregeling Versie met Basisinstellingen Hulpverwarming voorruitverwarming , De volgende instellingen kunnen in Luchtverwarming het menu Persoonlijke instellingen op het Info-Display worden gewijzigd: Quickheat is een elektrische hulpver‐ warming die de lucht in de passa‐ ● regeling luchtdebiet in de auto‐ giersruimte automatisch sneller matische modus.
  • Pagina 165: Luchtroosters

    Klimaatregeling Luchtroosters Door de roosters te kantelen en te draaien de richting van de luchttoe‐ voer instellen. Verstelbare luchtroosters Zwenk om het rooster te sluiten de Wanneer de koeling ingeschakeld is, lamel opzij. moet er minimaal een luchtrooster open staan. 9 Waarschuwing Geen voorwerpen bevestigen aan de roosters van de ventilatieope‐...
  • Pagina 166: Onderhoud

    Klimaatregeling Onderhoud Airconditioning regelmatig aanzetten Luchtinlaat Om te zorgen dat het systeem goed blijft werken, moet de koeling eenmaal per maand, ongeacht de weersgesteldheid of het seizoen, enkele minuten worden ingescha‐ keld. Bij te lage buitentemperaturen kan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
  • Pagina 167: Rijden En Bediening

    Rijden en bediening Rijden en bediening Remassistentie ......186 Brandstof ........238 Hellingrem ....... 187 Brandstof voor Rijregelsystemen ....... 187 benzinemotoren ..... 238 Traction Control ....... 187 Brandstof voor dieselmotoren . 239 Rijtips ......... 166 Elektronische stabiliteitsregeling Tanken ........240 Controle over de auto ....
  • Pagina 168: Rijtips

    Rijden en bediening Rijtips Starten en bediening Gebruik alleen vloermatten die goed passen en met de houders aan bestuurderszijde bevestigd zijn. Controle over de auto Nieuwe auto inrijden Tijdens de eerste ritten niet onnodig Sturen Nooit met afgezette motor rijden hard remmen.
  • Pagina 169: Aan/Uit-Knop

    Rijden en bediening Aan/Uit-knop tor gloeit voor. De controlelampen Sommige functies blijven actief totdat branden en de meeste elektrische het bestuurdersportier wordt functies werken. geopend, op voorwaarde dat het contact aanstond. Motor starten Druk kort op Engine Start/Stop Motor noodgedwongen uitschakelen tijdens: tijdens het rijden Druk langer dan twee seconden op...
  • Pagina 170: Bediening Op Auto's Met Elektronisch Sleutelsysteem Bij Storing

    Rijden en bediening Motor uitschakelen door weer op 9 Waarschuwing Engine Start/Stop te drukken. Haal de elektronische sleutel uit het zender‐ Bij een lege accu is wegslepen, op vak. gang slepen of gebruik van hulp‐ Deze mogelijkheid is alleen bestemd startkabels niet toegestaan, voor noodgevallen.
  • Pagina 171: Motor Starten

    Rijden en bediening Motor starten Druk kort op Engine Start/Stop om de stuurbekrachtiging veroorzaken. motor uit te schakelen, wanneer de Hulp- en airbagsystemen zijn Auto's met Aan/Uit-knop auto stilstaat. Automatische versnel‐ uitgeschakeld. De verlichting en lingsbak: schakel de handrem in en remlichten gaan uit.
  • Pagina 172: Uitrol-Brandstofafsluiter

    Rijden en bediening blijven ronddraaien tot deze start. Uitrol-brandstofafsluiter Uitschakelen Vanwege de controleprocedure De brandstoftoevoer wordt automa‐ begint de motor na een korte vertra‐ tisch afgesloten bij het uitrollen, ging te lopen. d.w.z. wanneer u met een ingescha‐ Mogelijke redenen voor het niet star‐ kelde versnelling onder het rijden het ten van de motor: gaspedaal loslaat.
  • Pagina 173 Rijden en bediening U activeert een conventionele Auto‐ Tijdens een Autostop blijven de ● De zelfreinigende functie van het stop als volgt: verwarming en remmen normaal roetfilter is niet actief. werken. ● Het koppelingspedaal intrappen. ● Sinds de laatste Autostop reed de auto minstens stapvoets.
  • Pagina 174: Parkeren

    Rijden en bediening gezet. De ventilatorsnelheid van het Auto’s met automatische ● De auto reed minstens stap‐ versnellingsbak aircosysteem wordt verminderd om voets. stroom te besparen. Laat het rempedaal los of verzet de ● Het klimaatregelsysteem vereist keuzehendel van D naar N of P om de het starten van de motor.
  • Pagina 175 Rijden en bediening Let op één seconde aan schakelaar ● Sluit de ramen en het schuif‐ Bij een ongeval waarbij airbags m en ga na of controlelamp dak. worden geactiveerd, wordt de motor m oplicht. ● Schakel het contact uit met de automatisch uitgeschakeld als het aan/uit-knop.
  • Pagina 176: Uitlaatgassen

    Rijden en bediening Uitlaatgassen Roetfilter ging toelieten, wordt dit aangegeven met het oplichten van % en een waar‐ Automatische regeneratie schuwingsbericht op het Driver Infor‐ mation Center. 9 Gevaar Het dieselpartikelfilter verwijdert % licht op samen met een waarschu‐ schadelijke roetdeeltjes uit de uitlaat‐ Motoruitlaatgassen bevatten het wingsbericht wanneer het roetfilter gassen.
  • Pagina 177: Katalysator

    Rijden en bediening AdBlue Voorzichtig Voorzichtig Algemene informatie Onderbreek indien mogelijk het Het gebruik van andere brandstof‐ regeneratieproces niet. Blijf rijden kwaliteiten dan die genoemd op Selectieve katalysatorreductie totdat het regenereren is voltooid pagina 3 238, 3 303 kan aanlei‐ (BlueInjection) is een methode voor om noodzakelijk(e) onderhoud of ding geven tot schade aan de...
  • Pagina 178: Peilwaarschuwingen

    Rijden en bediening Peilwaarschuwingen ● AdBlue laag Nu bijvullen Voorzichtig ● Herstart motor verhinderd in 900 Afhankelijk van de berekende actie‐ Voorkom dat er AdBlue op het radius van de AdBlue verschijnen er Ook knippert controlelamp Y continu. lakwerk komt. verschillende berichten op het Driver Information Center.
  • Pagina 179: Waarschuwingen M.b.t. Hoge Uitstoot

    Deze beperkingen zijn pompstations en is te koop bij bijv. wettelijk vereist. Bij het bijtanken van AdBlue bij Opel dealers en andere detailhan‐ Roep de hulp in van een werkplaats. temperaturen van minder dan delaars. -11 °C wordt dit wellicht niet door het AdBlue bijvullen Controleer vóór het bijtanken van...
  • Pagina 180 Rijden en bediening Tank de AdBlue-tank helemaal vol. Let op Doe dit als het waarschuwingsbericht Voer de AdBlue-jerrycan volgens de over het voorkomen van opnieuw lokale milieuregels af. De slang kan starten van de motor al is versche‐ worden hergebruikt na doorspoelen nen.
  • Pagina 181: Automatische Versnellingsbak

    Rijden en bediening Automatische Keuzehendel versnellingsbak Met de automatische versnellingsbak kunt u zowel automatisch (automati‐ sche modus) als handmatig schake‐ len (handmatige modus). Handmatig schakelen is mogelijk in de handgeschakelde modus door de keuzehendel aan te tippen naar + of - of door aan de stuurwielpaddles te trekken.
  • Pagina 182 Rijden en bediening De motor start alleen wanneer de Parkeren hendel in stand P of N staat. Wanneer Schakel de handrem in en schakel P de stand N is geselecteerd, trapt u de rem in of schakelt u de handrem in alvorens te starten.
  • Pagina 183 Rijden en bediening De ingeschakelde versnelling Door meerdere keren te trekken kunt Algemeen verschijnt op de instrumentengroep. u versnellingen overslaan. Wordt bij een te lage snelheid een hogere versnelling geselecteerd of De ingeschakelde versnelling Stuurwielpaddles een lagere versnelling bij een te hoge verschijnt op de instrumentengroep.
  • Pagina 184 Rijden en bediening ● Bij een ingeschakelde SPORT- Oververhittingsbeveiliging Bij een lege accu hulpstartkabels modus vindt het schakelen bij gebruiken 3 287. Wanneer de transmissie oververhit hogere toerentallen plaats door hoge buitentemperaturen of een Is de accu niet de oorzaak van de (behalve wanneer cruisecontrol sportieve rijstijl, worden het koppel en storing, ontgrendel dan de keuzehen‐...
  • Pagina 185: Handgeschakelde Versnellings- Bak

    Rijden en bediening Handgeschakelde Bij bediening het koppelingspedaal helemaal intrappen. Uw voet niet op versnellingsbak het pedaal laten rusten. Wanneer het systeem gedurende een bepaalde tijd koppelingsslip waar‐ neemt, wordt het motorvermogen verlaagd. Er komt een waarschuwing in het Driver Information Center. Laat de koppeling los.
  • Pagina 186: Rijsystemen

    Rijden en bediening Rijsystemen Remmen Wanneer u een service-melding in het Driver Information Center ziet, kan de werking van het systeem All-wheel drive Het remsysteem omvat twee onaf‐ beperkt zijn (of in sommige gevallen hankelijke remcircuits. Het All-Wheel Drive-systeem verbe‐ geheel zijn uitgeschakeld, d.w.z.
  • Pagina 187: Handrem

    Rijden en bediening Zodra een wiel dreigt te blokkeren, Storing Elektrische handrem regelt het ABS de remdruk af op het desbetreffende wiel. De auto blijft ook 9 Waarschuwing bij een noodstop bestuurbaar. De ABS-regeling is merkbaar door Bij een defect aan het ABS kunnen het tikken van het rempedaal en door de wielen bij krachtig remmen de regelgeluiden.
  • Pagina 188: Remassistentie

    Rijden en bediening U kunt de elektrische handrem altijd Dynamisch remmen onder het rijden Storing activeren, zelfs wanneer de ontste‐ Wanneer u onder het rijden aan de De storingsmodus van de elektrische king is uitgeschakeld. schakelaar m blijft trekken, zal de handrem wordt aangeduid door controlelamp j en een bericht op het elektrische handrem de auto vertra‐...
  • Pagina 189: Hellingrem

    Rijden en bediening Rijregelsystemen Het werken van de remassistentie 9 Waarschuwing blijkt mogelijk uit het pulseren van het rempedaal en een grotere weerstand Traction Control Laat u door dit speciale veilig‐ bij het intrappen van het rempedaal. heidssysteem niet verleiden tot De Traction Control (TC) is een Blijf het rempedaal voor het maken een roekeloze rijstijl.
  • Pagina 190: Elektronische Stabiliteitsregeling (Esc)

    Rijden en bediening Oorzaak van de storing onmiddellijk neiging tot onderstuur en is er meer door een werkplaats laten verhelpen. grip op de weg wanneer snel bochten worden genomen. Elektronische stabiliteitsre‐ geling (ESC) De elektronische stabiliteitsregeling De controlelamp k brandt. (ESC) verbetert indien nodig de rijsta‐...
  • Pagina 191: Interactief Rijsysteem

    Rijden en bediening Uitschakelen Storing Bij een storing in het systeem licht het controlelampje b ononderbroken op en verschijnt er een bericht in het Driver Information Center. Het systeem buiten werking is. ● Druk alleen voor deactiveren van Oorzaak van de storing onmiddellijk het Traction Control-systeem door een werkplaats laten verhelpen.
  • Pagina 192 Rijden en bediening In elke rijmodus past Flex Ride de De instellingen van deze systemen TOUR-modus volgende elektronische systemen worden aangepast aan een sportie‐ aan: vere rijstijl: ● elektronische dempingsregeling ● De demping van de schokdem‐ pers wordt ingesteld op beter ●...
  • Pagina 193 Rijden en bediening AUTO-modus Als er anderzijds comfortinstellingen Op een 8" Info-Display kunt u een actief zijn in de TOUR-modus actief visualisatiemenu Flex Ride weerge‐ Alle instellingen van de systemen zijn terwijl u op een bochtige weg rijdt en ven door ê op het scherm aan te vooraf ingesteld op optimale stan‐...
  • Pagina 194: Bestuurdersondersteuningssys- Temen

    Rijden en bediening Bestuurdersondersteu‐ ● Normaal: standaardinstelling. Het visualisatiemenu Flex Ride verschijnt door de sportmodus te ● Gevoelig voor sportief: systemen ningssystemen selecteren of door ê op het 8" Info- schakelen bij sportief rijden snel‐ Display aan te raken. ler over op sportinstellingen. Selecteer Aanpassen Sportmodus en ●...
  • Pagina 195: Inschakelen

    Rijden en bediening Activeren in de eerste versnelling is Inschakelen niet mogelijk. Accelereer tot de gewenste snelheid en draai het stelwiel naar SET/-, de huidige snelheid wordt opgeslagen en vastgehouden. De controlelamp m in de instrumentengroep brandt De illustraties tonen verschillende groen.
  • Pagina 196: Snelheidsbegrenzer

    Rijden en bediening Snelheid verhogen Uitschakelen ● Handrem is ingeschakeld. ● Als u tegelijkertijd op RES/+ drukt Houd, terwijl de cruise control actief Druk op y; de controlelamp m op de en het rempedaal intrapt, wordt is, het stelwiel naar RES/+ gedraaid instrumentengroep brandt wit.
  • Pagina 197 Rijden en bediening De maximumsnelheid kan worden ingesteld op snelheden hoger dan 25 km/u tot maximaal 200 km/h. De bestuurder kan alleen accelereren tot de vooraf ingestelde snelheid. Bij het afrijden van hellingen zijn afwij‐ kingen van de snelheidslimiet moge‐ Op het Mid- en Uplevel-display wordt lijk.
  • Pagina 198: Adaptieve Cruise Control

    Rijden en bediening Gaspedaal loslaten en de functie Snelheidslimiet hervatten Adaptieve cruise control verlaagt snelheidsbegrenzing wordt na het automatisch de snelheid van de auto Draai het stelwiel naar RES/+. De bereiken van een lagere snelheid dan als deze een langzamer rijdende auto opgeslagen maximumsnelheid wordt de snelheidslimiet opnieuw geacti‐...
  • Pagina 199 Rijden en bediening aandacht bij het verkeer te houden. De bestuurder behoudt de volledige controle over de auto omdat rempedaal, gaspedaal en de onderbrekingsschakelaar voor‐ rang hebben op de adaptieve cruise control. De adaptieve cruise control gebruikt radar en camerasensoren voor de Inschakelen detectie van voorliggers.
  • Pagina 200 Rijden en bediening lagere snelheid wordt gedetecteerd, Snelheid verlagen of als de afstand tot de voorligger klei‐ Houd met ingeschakelde adaptieve ner is dan gewenst. cruise control SET/- ingedrukt om de snelheid voortdurend te verlagen. 9 Waarschuwing Druk steeds op SET/- om de snelheid in kleine stapjes te verlagen.
  • Pagina 201 Rijden en bediening Wanneer de voorligger na een korte rijden. Wees er altijd op voorbereid stop optrekt, laat de adaptieve cruise dat u zelf het rempedaal moet control de auto zonder tussenkomst intrappen om ervoor te zorgen dat van de bestuurder automatisch de auto stil blijft staan.
  • Pagina 202: Adaptieve Cruise Control In Sportmodus

    Rijden en bediening Bij auto's met Flex Ride-rijmodi kan 9 Waarschuwing de bestuurder bij adaptieve cruise control met de sportmodus iets krach‐ De bestuurder neemt de volledige tiger optrekken. U kunt deze functie verantwoordelijkheid voor het uitschakelen in het visualisatiemenu aanhouden van de juiste volgaf‐...
  • Pagina 203 Rijden en bediening Uitschakelen geen radarecho's en kan de Wanneer adaptieve cruise control sensor melden dat deze vervuild wordt gedeactiveerd, verandert De bestuurder deactiveert de adap‐ controlelamp m van groen in wit en tieve cruise control door: verschijnt er een pop-upbericht op het ●...
  • Pagina 204 Rijden en bediening ● Gebruik het systeem niet op te detecteren. Als dus een 9 Waarschuwing gladde wegen omdat het snelle nieuwe voorligger wordt gedetec‐ veranderingen in de tractie (door‐ teerd, kan het systeem de snel‐ Na het deactiveren van de adap‐ slaan) van de banden kan heid verhogen in plaats van te tieve cruise control moet de...
  • Pagina 205 Rijden en bediening Bochten voorkomen dat de auto uit de bocht aanrijdingen te vermijden met veel vliegt. De bestuurder is verantwoor‐ langzamer rijdende voorliggers of na delijk voor het verlagen van de snel‐ een rijstrookwissel.Dit geldt met heid bij het ingaan van een bocht en name bij hoge snelheden of als het in het algemeen voor het aanpassen zicht door de weersomstandigheden...
  • Pagina 206: Radareenheid

    Rijden en bediening Bij heuvels en aanhangers Let op: door te remmen deactiveert u verschoven zijn en onjuist reage‐ het systeem. ren. Overleg na een ongeluk met een werkplaats om de stand van Radareenheid de radarmodule te controleren en af te stellen. Instellingen Instellingen kunnen in het menu 9 Waarschuwing...
  • Pagina 207: Frontaanrijdingswaarschu- Wing

    Rijden en bediening Frontaanrijdingswaarschu‐ Ook wordt de bestuurder gewaar‐ genomen. Bij auto's met head-updis‐ schuwd door een knipperende rode play wordt A op de voorruit gepro‐ wing LED-strook of een pop-upsymbool op jecteerd. De frontaanrijdingswaarschuwing het head-updisplay dat in het Controlelamp A wordt geel als de kan helpen schade bij frontale aanrij‐...
  • Pagina 208: De Gevoeligheid Van Het Systeem Instellen

    Rijden en bediening verschijnt er een waarschuwingssym‐ De gevoeligheid van het systeem timing van de waarschuwingen reke‐ bool op het Driver Information Center ning met de verkeerssituatie en de instellen en wordt de bestuurder gewaar‐ weersomstandigheden. Druk op K om de waarschuwingsge‐ schuwd door een knipperende rode voeligheid op nabij, middellang of ver LED-strook of een pop-upsymbool op...
  • Pagina 209: Indicatie Afstand Tot Voorligger

    Rijden en bediening Als de waarschuwing voor een fron‐ Indicatie afstand tot De bestuurder moet onder het tale botsing werd gedeactiveerd, voorligger rijden altijd zijn of haar onver‐ wordt de gevoeligheid van het deelde aandacht aan het verkeer De volgende afstandsaanduiding systeem op "medium"ingesteld geven.
  • Pagina 210: Actieve Noodrem

    Rijden en bediening ● Door weersomstandigheden beperkt zicht, zoals bij mist, regen of sneeuw. ● De sensor is bedekt met sneeuw, ijs, slijk, modder, vuil, schade aan de voorruit of werkt slechter door vreemde voorwerpen, bijv. stic‐ kers. Actieve noodrem De actieve noodrem kan helpen om de schade en letsel door aanrijdingen Selecteer op het Mid- en Uplevel-...
  • Pagina 211 Rijden en bediening Met radarsensor werkt de actieve Het remsysteem is voorbereid op 9 Waarschuwing noodrem in vooruitversnellingen sneller remmen. boven wandeltempo bij alle snelhe‐ Indien alleen uitgerust met frontca‐ Dit systeem is niet bedoeld om de den. mera werkt het systeem tot een snel‐ verantwoordelijkheid van de Een voorwaarde is dat de Frontaan‐...
  • Pagina 212 Rijden en bediening Bij snelheden van minder dan Anticiperend verandering van rijstrook, heeft 40 km/u kan het systeem met volle remassistentiesysteem het systeem enige tijd nodig om de kracht remmen activeren. nieuwe voorligger te detecteren. Naast het anticiperend remsysteem Het automatische noodstopsysteem De bestuurder moet onder het en het automatisch noodstopsysteem remt de auto mogelijk tot stilstand af...
  • Pagina 213 Rijden en bediening remassistentie wordt pas automa‐ zijn, bijvoorbeeld in parkeergarages, ● Door weersomstandigheden tisch uitgeschakeld wanneer het als er verkeersborden in een bocht beperkt zicht, zoals bij mist, rempedaal wordt losgelaten. staan of door auto's die zich in een regen of sneeuw.
  • Pagina 214: Voetgangersbescherming Voor

    Rijden en bediening Voetgangersbescherming Voetganger vóór de auto 9 Gevaar detecteren voor Het remsysteem voor voetgan‐ Voetgangersbescherming vóór voor‐ gers vóór geeft geen waarschu‐ komt of vermindert mogelijk letsel aan wing en remt de auto niet automa‐ voetgangers in de buurt als gevolg tisch af, tenzij het een voetganger van frontale botsingen bij het rijden in detecteert.
  • Pagina 215 Rijden en bediening Bij te snel naderen van een gedetec‐ Als dit gebeurt, schakelt het automa‐ 9 Waarschuwing teerde voetganger wordt er een waar‐ tische remsysteem mogelijk de elek‐ schuwing in de vorm van een rode trische handrem in om de auto op zijn Het remsysteem voor voetgan‐...
  • Pagina 216: Parkeerhulp

    Rijden en bediening Parkeerhulp instellingen op Waarschuwen of Uit. Persoonlijke instellingen Algemene informatie 3 129. Wijzig bij het gebruik van de trekhaak Systeembeperkingen de configuratie-instellingen in het menu Persoonlijke instellingen op het In de volgende gevallen detecteert de Info-Display. Persoonlijke instellin‐ voetgangersbescherming vóór gen 3 129.
  • Pagina 217 Rijden en bediening terwijl er een vooruitversnelling is Uitschakelen Parkeerhulp voor-achter ingeschakeld, of tot 1,5 meter als de achteruitversnelling is geselecteerd. 9 Waarschuwing Afhankelijk van de kant waar de auto dichter bij een obstakel is, hoort u aan De bestuurder is zelf geheel de betreffende zijde akoestische verantwoordelijk voor het inparke‐...
  • Pagina 218 Rijden en bediening Melding Het systeem waarschuwt de bestuur‐ der met waarschuwingstonen voor mogelijk gevaarlijke obstakels voor de auto die dichterbij zijn dan 80 cm en tegen mogelijk gevaarlijke obsta‐ kels achter de auto die dichterbij zijn dan 50 cm terwijl er een vooruitver‐ snelling is ingeschakeld, of tot 1,5 meter als de achteruitversnelling is geselecteerd.
  • Pagina 219 Rijden en bediening Handmatig deactiveren is ook moge‐ Geavanceerde parkeerhulp lijk door het indrukken van de parkeerhulptoets r. 9 Waarschuwing Wanneer het systeem wordt handma‐ De bestuurder is geheel verant‐ tig gedeactiveerd, dooft de LED in de toets en verschijnt Parkeerhulp uit op woordelijk voor het accepteren van de door het systeem voorge‐...
  • Pagina 220 Rijden en bediening Bij auto's met automatische versnel‐ Werking lingsbak moet de bestuurder zelf Zoekmodus voor parkeerplekken, optrekken en schakelen maar remt en weergave in het Driver Information stuurt de auto automatisch. Center Bij het zoeken naar een parkeerplek is het systeem door kort indrukken van ( klaar voor gebruik.
  • Pagina 221 Rijden en bediening Weergave in het Info-Display Als er een plek is gevonden, wordt dit Als er een plek is gevonden, wordt dit op het Driver Information Center op het Colour-Info-Display getoond Selecteer een parallelle of haakse getoond en klinkt er een geluidssig‐ en klinkt er een geluidssignaal.
  • Pagina 222 Rijden en bediening Een korte trilling in het stuurwiel na Displayweergave Weergaveprioriteit het inschakelen van de achteruitver‐ De instructies op het display tonen: De informatie van de geavanceerde snelling geeft aan dat het systeem de parkeerhulp op het Driver Information ●...
  • Pagina 223: Algemene Opmerkingen Over Parkeerhulpsystemen

    Rijden en bediening Wanneer u het systeem deactiveert Algemene opmerkingen over Voor grotere auto's in de buurt of wanneer het zichzelf deactiveert parkeerhulpsystemen (bijv. off-roads, minivans, vans) tijdens het inparkeren, dan verschijnt gelden speciale voorwaarden. De Parkeren gedeactiveerd op het 9 Waarschuwing objectherkenning en de juiste display.
  • Pagina 224: Dodehoekdetectiesysteem

    Rijden en bediening De geavanceerde parkeerhulp Dodehoekdetectiesysteem Wanneer het systeem tijdens het reageert eventueel niet op verande‐ vooruitrijden in de blindehoekzone Het dodehoeksysteem detecteert en ringen in de beschikbare parkeer‐ een voertuig detecteert, licht er zowel meldt objecten die zich, binnen een plek nadat u met het inparkeren bent bij auto's die worden ingehaald of die specifieke "dodehoek"zone, aan...
  • Pagina 225: Detectiezones

    Rijden en bediening Als de auto wordt gestart, lichten De deactivering wordt aangegeven Het systeem werkt wellicht niet goed beide displays in de buitenspiegels met een tekst op het Driver Informa‐ wanneer: kort op om aan te geven dat het tion Centre.
  • Pagina 226: Waarschuwing Wisselen Van

    Rijden en bediening Waarschuwing wisselen Wanneer het systeem een aanzienlijk Detectiezones snellere achterligger detecteert, licht van rijstrook het gele waarschuwingssymbool Naast het dodehoekdetectiesysteem F in de betreffende buitenspiegel 3 222 herkent de waarschuwing op. Als de bestuurder vervolgens de wisselen van rijstrook snel naderende richtingaanwijzer gebruikt, gaat het achterliggers op rijstroken naast uw waarschuwingssymbool F geel...
  • Pagina 227: Panoramazichtsysteem

    Rijden en bediening Uitschakelen onbeweeglijke objecten oplichten. Dit een stuk op een rechte snelweg met is normaal bedrijf en het systeem objecten aan de kant van de weg, U kunt de waarschuwing voor het hoeft niet te worden nagekeken. bijv. vangrails en afsluitingen. wisselen van rijstrook in het menu Het systeem werkt wellicht niet goed Panoramazichtsysteem...
  • Pagina 228: Inschakelen

    Rijden en bediening Het scherm op het Info-Display is u het obstakel meer nadert verandert zicht vóór verschijnt alleen tot een verdeeld in twee delen: links ziet u het deze driehoek van geel in rood en snelheid van 11 km/u in een vooruit‐ bovenaanzicht van de auto en rechts wordt deze groter.
  • Pagina 229 Rijden en bediening Dode hoeken verschijnen als kruisend verkeer, dieren of even‐ buitenspiegels die niet in de juiste gearceerde stukken op de lichte tuele andere obstakels buiten het stand staan wordt het panorama‐ delen. Donkere stukken zijn de beel‐ zicht van de camera, bijv. onder de zicht niet goed weergegeven.
  • Pagina 230: Achteruitkijkcamera

    Rijden en bediening ● Door weersomstandigheden Werking camera en de sensoren van de beperkt zicht, zoals bij mist, parkeerhulp bevinden, bijv. onder regen of sneeuw. de bumper of onder de auto, ● De lenzen van de camera zijn worden niet getoond. bedekt met sneeuw, ijs, slijk, Gebruik niet alleen de achteruit‐...
  • Pagina 231 Rijden en bediening De camera bestrijkt slechts een Waarschuwingssymbolen Deactivering van geleidingsstrepen en waarschuwingssymbolen beperkt gebied. De afstand op het Waarschuwingssymbolen zijn op het beeld op de display, verschilt van de beeld weergegeven als driehoekjes werkelijke afstand. 9 en geven obstakels aan die door de achtersensoren van de geavan‐...
  • Pagina 232: Waarschuwing Kruisend Verkeer

    Rijden en bediening Systeembeperkingen Waarschuwing kruisend 9 Waarschuwing verkeer achter De achteruitkijkcamera werkt moge‐ lijkerwijs niet goed: De waarschuwing kruisend Naast de achteruitkijkcamera 3 228 verkeer achter vervangt niet het ● In een donkere omgeving. waarschuwt de waarschuwing krui‐ kijken door de bestuurder. Let op: send verkeer achter bij het achteruit ●...
  • Pagina 233: Verkeersbordherkenning

    Rijden en bediening Detectiezones U kunt de waarschuwing kruisend Bij een storing in het systeem of als verkeer achter in het menu Persoon‐ het systeem door tijdelijke omstan‐ lijke instellingen op het Info-Display digheden niet operationeel is, dan in- of uitschakelen. verschijnt er een melding in het Driver Information Centre.
  • Pagina 234: Displayweergave

    Rijden en bediening Onderborden ● aanvullingen op verkeersborden ● verbod op trekken van aanhan‐ gers ● beperkingen voor trekkers ● bij natheid Een uitroepteken in een kader duidt ● bij ijs erop dat er een bijkomend verkeers‐ ● tijdsbeperkingen bord is gedetecteerd dat niet duidelijk door het systeem wordt herkend.
  • Pagina 235: Waarschuwingsfunctie

    Rijden en bediening Bovendien wordt de huidige geldige snelheid permanent op de onderste regel van het Driver Information Center aangegeven. In geval van een snelheidslimiet met een onderbord verschijnt in dit gebied het symbool +. Kies op het Mid- of Uplevel-display Wanneer de functie is geactiveerd en het menu Info met de toetsen rechts de pagina met verkeersbordherken‐...
  • Pagina 236 Rijden en bediening Selecteer Waarschuw. AAN of Systeem terugstellen Waarschuw. UIT met het stelwiel en De inhoud van de verkeersbordpa‐ druk op SET/CLR. gina kan in het menu Instellingen van Druk wanneer op het Mid- of Uplevel- de pagina Verkeersbordherkenning display de pagina met de verkeers‐...
  • Pagina 237 Rijden en bediening Wissen van verkeersborden Verkeersbordherkenning samen ● Door weersomstandigheden beperkt zicht, zoals bij mist, met het navigatiesysteem Er zijn verschillende scenario's waar‐ regen of sneeuw. bij de op dit moment getoond Als de auto met een navigatiesys‐ ● De sensor in de voorruit is bedekt verkeersborden worden gewist.
  • Pagina 238: Lane Keep Assist

    Rijden en bediening wegmarkeringen waar de auto tussen Let op Voorzichtig rijdt. Wanneer de auto de markerin‐ Het systeem wordt uitgeschakeld als gen nadert, wordt het stuurwiel licht er onduidelijke markeringen zijn, Het systeem is bedoeld om de verdraaid om de auto binnen de bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhe‐...
  • Pagina 239 Rijden en bediening Als het systeem alleen wegmarkerin‐ ● Bij 's nachts rijden. gen aan één kant van de weg waar‐ ● Door weersomstandigheden neemt, is er alleen ondersteuning beperkt zicht, zoals bij mist, voor die kant. regen of sneeuw. Lane Keep Assist neemt waar ●...
  • Pagina 240: Brandstof

    Rijden en bediening Brandstof auto en moet onderweg de 9 Waarschuwing handen altijd op het stuurwiel Brandstof voor houden. Let altijd op de weg en houd de benzinemotoren auto op de juiste plaats op de Als u het systeem gebruikt terwijl rijstrook.
  • Pagina 241: Brandstof Voor Dieselmotoren

    Rijden en bediening pen werkt de emissieregeling goed. brandstofsysteem en ook schade Voorzichtig Sommige brandstoffen bevatten niet aan kunststof en rubberen onder‐ voldoende additieven om de verstui‐ delen veroorzaken. Deze schade Gebruik van brandstof die niet vers en de inlaatkleppen schoon te wordt niet gedekt door de garantie voldoet aan EN 228 of gelijkwaar‐...
  • Pagina 242: Tanken

    Rijden en bediening Er mogen brandstoffen met max. 7% niet toegestaan om dieseloliën aan te Tanken biodiesel (conform EN 14214) lengen met brandstoffen voor benzi‐ worden gebruikt (bijv. met de naam nemotoren. B7). Rijden bij lage temperaturen Bij reizen buiten de Europese Unie kunt u incidenteel euro-dieselbrand‐...
  • Pagina 243 Rijden en bediening Benzine en diesel tanken 9 Gevaar Brandstof is brandbaar en explo‐ sief. Niet roken. Geen open vuur of vonken. Wanneer u brandstof in de auto kunt ruiken, dient u de oorzaak daarvan onmiddellijk door een werkplaats te laten verhelpen. Voorzichtig De tankklep kan alleen bij een Wanneer u foute brandstof hebt...
  • Pagina 244 Rijden en bediening Voorzichtig Gemorste brandstof onmiddellijk afwassen. Klepje sluiten en vastklikken. Beveiliging tegen onjuiste brandstof 9 Waarschuwing Probeer de klep van de vulpijp bij auto's met beveiliging tegen Door de beveiliging tegen onjuiste De trechter wordt opgeborgen in de onjuiste brandstof niet met de brandstof kan de klep van de vulpijp bagageruimte.
  • Pagina 245: Trekhaak

    Rijden en bediening Trekhaak Door montage van een trekhaak Bergafwaarts dezelfde versnelling wordt de opening voor het sleepoog inschakelen als bergopwaarts en mogelijk afgedekt. Maak in dat geval ongeveer dezelfde snelheid aanhou‐ Algemene informatie gebruik van een kogelstang. den. De van fabriekswege gemonteerde Bandenspanning instellen op de trekhaak wordt onder de achterbum‐...
  • Pagina 246: Achterasbelasting

    Rijden en bediening door de lagere luchtdichtheid daalt en vooral bij zware aanhangers. Nooit 9 Waarschuwing het klimvermogen daardoor afneemt, rijden met een kogeldruk lager dan moet het maximaal toelaatbare trein‐ 25 kg. Er mag niemand in de draaicirkel gewicht voor elke 1000 meter hoog‐ van de trekhaak staan.
  • Pagina 247 Rijden en bediening Trekhaak inklappen/verbergen U hoort een waarschuwingszoemer U hoort een waarschuwingszoemer wanneer u de ontgrendelingshendel wanneer u de ontgrendelingshendel Trek de handgreep links van de uittrekt en de trekhaak is ontgrendeld. uittrekt en de trekhaak is ontgrendeld. nummerplaat onder het achterbum‐ Trek de ontgrendelde trekhaak zover perpaneel in een hoek van ongeveer omhoog dat deze vastklikt.
  • Pagina 248: Aanhangerstabilisatie

    Rijden en bediening Zwenk met een vlakke hand de totdat de slingerbeweging stopt. ontgrendelde trekhaak naar rechts Wanneer het systeem actief is moet u totdat deze onder de bodem vastklikt. het stuurwiel zo stil mogelijk houden. Zet de ontgrendelhendel terug in de Aanhangerstabilisatie maakt deel uit verborgen beginstand, anders stopt van de elektronische stabiliteitsrege‐...
  • Pagina 249: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Verzorging van de Binnenverlichting ..... 265 Verzorging van uiterlijk ....290 Instrumentenverlichting ... 265 Verzorging exterieur ....290 auto Elektrisch systeem ..... 265 Verzorging interieur ....293 Zekeringen ......265 Zekeringenkast in motorruimte 266 Zekeringenkast Algemene informatie ....248 instrumentenpaneel ....
  • Pagina 250: Algemene Informatie

    Wanneer u de auto weer in gebruik aanpassingen in de elektronische neemt: ● Afdichtrubbers reinigen en regeleenheden) wordt de door Opel conserveren. ● Poolklem op de minpool van de geboden garantie mogelijk ongeldig. accu aansluiten. Elektronica voor ● Brandstoftank helemaal vullen.
  • Pagina 251: Verwerking Van Sloopauto

    Verzorging van de auto Controle van de auto ● Koelvloeistofpeil controleren. 9 Gevaar ● Zo nodig kentekenplaat monte‐ Werkzaamheden uitvoeren ren. Het ontstekingssysteem werkt met een extreem hoge spanning. Niet Verwerking van sloopauto aanraken. Eventueel wettelijk verplichte infor‐ Motorkap matie over autodemontagebedrijven en de recycling van sloopauto's vindt Openen u op onze website.
  • Pagina 252: Motorolie

    Verzorging van de auto Voorzichtig Druk de motorkap niet in het slot om deuken te voorkomen. Actieve motorkap 3 71. Motorolie Controleer het oliepeil ook regelmatig manueel om schade aan de motor te voorkomen. Gebruik olie met de juiste specificatie. Aanbevolen vloeistoffen Leg de veiligheidsgrendel links opzij Trek de oliepeilstok eruit, maak deze en smeermiddelen 3 295.
  • Pagina 253: Koelvloeistof

    Verzorging van de auto Afhankelijk van de motor worden er Inhouden 3 309. verschillende oliepeilstokken Dop recht terugplaatsen en vast‐ gebruikt. draaien. Koelvloeistof De koelvloeistof biedt vorstbescher‐ ming tot ca. -28 °C. In koude streken met zeer lage temperaturen biedt de af-fabriek bijgevulde koelvloeistof vorstbescherming tot ca.
  • Pagina 254: Sproeiervloeistof

    Verzorging van de auto Afhankelijk van de motor kan de posi‐ Sproeiervloeistof tie van het koelvloeistofreservoir verschillen. 9 Waarschuwing Vóór het openen van de dop de motor laten afkoelen. Dop voor‐ zichtig openen zodat de druk lang‐ zaam kan ontsnappen. Gebruik voor bijvullen een mengsel van een courante geconcentreerde Bij een koud koelsysteem moet de...
  • Pagina 255: Remmen

    Verzorging van de auto Remmen Wanneer de remvoering een mini‐ male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt. Verder rijden is mogelijk maar laat de remblokken zo spoedig mogelijk Batterijen horen niet in het huisvuil vervangen. thuis. Ze moeten via speciale inza‐ Na de montage van nieuwe remblok‐...
  • Pagina 256: Dieselbrandstofsysteem Ontluchten

    Verzorging van de auto Accu vervangen Starthulp gebruiken 3 287. ● Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie. Let op Waarschuwingslabel ● Er kan knalgas aanwezig zijn in Elke afwijking van de in dit hoofdstuk de buurt van de accu. gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling of versto‐...
  • Pagina 257: Wisserblad Vervangen

    Verzorging van de auto Wisserblad vervangen Wisserblad achterruit Sports Tourer, Country Tourer Grand Sport Til de ruitenwisser op. Maak het Til de wisserarm op tot deze in de wisserblad los zoals getoond in de geheven stand blijft. Til de borgclip op Til de ruitenwisserarm op tot hij illustratie en verwijder het.
  • Pagina 258: Gloeilamp Vervangen

    Verzorging van de auto Gloeilamp vervangen 1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze. Ontsteking uitschakelen en desbe‐ treffende schakelaar uitschakelen of portieren sluiten. Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐ lamp niet met blote handen aanraken. Bij vervangen altijd hetzelfde type gloeilamp gebruiken.
  • Pagina 259 Verzorging van de auto Grootlicht (2) 2. Klik de lamphouder los door de borging naar voren te drukken. Lamphouder met gloeilamp uit het reflectorhuis nemen. 3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp. 1. Draai de kap naar links en verwij‐ 4.
  • Pagina 260: Led-Koplampen

    Verzorging van de auto Zijmarkeringslichten Mistlampen Laat defecte leds door een werk‐ 1. Grand Sport, Sports Tourer plaats vervangen. Dagrijlicht Laat defecte leds door een werk‐ plaats vervangen. LED-koplampen Koplampen voor groot- en dimlicht, zijmarkeringslicht, dagrijlicht en rich‐ Draai de schroef los. tingaanwijzers zijn uitgevoerd met 2.
  • Pagina 261: Achterlichten

    Verzorging van de auto 6. Vervang de lampmodule en klik deze weer vast aan de stekker. Let op: de lamp en de fitting vormen een geheel en moeten samen worden vervangen. 7. Plaats de lampfitting in de licht‐ module door deze rechtsom te draaien en zet deze vast.
  • Pagina 262 Verzorging van de auto Grand Sport 2. Twee kunststof bevestigingsmoe‐ ren van binnen met de hand Lichtmodule in de carrosserie losdraaien. 4. Draai de lampfitting van de rich‐ tingaanwijzer linksom en haal deze uit de lampmodule. 1. Verwijder de afdekking aan de 3.
  • Pagina 263 Verzorging van de auto 6. Bevestig de lampfitting in de licht‐ 3. Trek het achterlicht compleet module. voorzichtig uit de uitsparingen en neem het eruit. De kabelgeleider 7. Bevestig de module aan de moet op zijn plaats blijven zitten. carrosserie en haal de bevesti‐ gingsmoeren aan vanaf de binnenkant van de bagageruimte.
  • Pagina 264 Verzorging van de auto Achteruitrijlicht 6. Plaats de lampfitting in het achter‐ licht compleet. Breng de lichtmo‐ dule op de achterklep aan en draai de schroef vanaf de binnen‐ kant vast. Bevestig de afdekking. Sports Tourer, Country Tourer Lichtmodule in de carrosserie Mistachterlicht 2.
  • Pagina 265 Verzorging van de auto 3. Draai de lampfitting van de rich‐ Lichteenheid in de achterklep tingaanwijzer linksom en haal deze uit de lampmodule. 3. Trek het achterlicht compleet voorzichtig uit de uitsparingen en 1. Til de afdekking in de achterklep neem het eruit.
  • Pagina 266: Zijrichtingaanwijzers

    Verzorging van de auto 4. Draai de lampfitting linksom en Zijrichtingaanwijzers haal deze uit de lampmodule. Demonteer voor het vervangen van Mistachterlicht (1) de gloeilamp de lampbehuizing: Achteruitrijlicht (2) 5. Maak de gloeilamp los van de lampfitting en vervang de lamp. Achteruitrijlicht 6.
  • Pagina 267: Kentekenverlichting

    Verzorging van de auto Elektrisch systeem 4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom. Zekeringen 5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en Controleren of het opschrift op de steek de rechterkant erin. vervangende zekering overeenkomt met dat op de defecte zekering.
  • Pagina 268: Zekeringenkast In Motorruimte

    Verzorging van de auto Zekeringenkast in motorruimte De zekeringenkast zit linksvoor in de motorruimte. Maak het deksel los en verwijder het. Zekeringtrekker van bovenaf of van Zekeringtrekker opzij op zekering steken en zekering In de zekeringenkast in de motor‐ lostrekken. ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐...
  • Pagina 269 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring – 19 Elektrisch bediende stoel, bestuurder – 20 – 21 Zonnedak – 22 Achterruitenwisser/airbag – 23 Adaptief rijlicht (AFL) Achterklep 24 – Mistlampen 25 – Geheugenmodule 26 Transmissieregelmodule Verwarmde voorruit 27 Contact/instrumentenpaneel 10 Lendensteun stoel 28 –...
  • Pagina 270 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring 36 Brandstofsysteem 55 – 74 Transmissieregelmodule 37 – 56 Startmotor 75 Motorregelmodule 38 – 57 – 76 Emissiereductiesysteem 39 – 58 – 77 – 40 Stuurslot 59 Koplamp links (LED) 78 Claxon 41 –...
  • Pagina 271: Zekeringenkast Instrumentenpaneel

    Verzorging van de auto Zekeringenkast Nr. Stroomkring instrumentenpaneel 94 – 95 Koelvloeistofpomp 96 Verwarming dieselbrandstof 97 – 98 – 99 Koelvloeistofpomp Klik na het vervangen van doorge‐ brande zekeringen het deksel van de zekeringenkast weer vast. Bij rechtsgestuurde auto's zit de zekeringenkast achter een deksel in Wanneer u het deksel van het zeke‐...
  • Pagina 272 Verzorging van de auto Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring Nr. Stroomkring Elektrisch bediende ruit links 20 Carrosserieregelmodule 40 Parkeerhulp Elektrisch bediende ruit rechts 21 Carrosserieregelmodule 41 Dakconsole Carrosserieregelmodule 22 Carrosserieregelmodule 42 Radio Aircoventilator 23 Elektrisch stuurslot Carrosserieregelmodule 24 Airbag Aanhangervoorzieningen 25 Diagnosestekker Elektrisch neerklapbare achter‐...
  • Pagina 273: Boordgereedschap

    Verzorging van de auto Boordgereedschap Auto's zonder reservewiel Auto's met audioluidsprekersysteem Gereedschap Auto's met reservewiel De schroevendraaier en het sleepoog De schroevendraaier en het sleepoog zitten onder de vloerplaat in de baga‐ zitten in een doos onder de vloerplaat geruimte, naast het ronde gedeelte in de bagageruimte.
  • Pagina 274: Velgen En Banden

    Verzorging van de auto Velgen en banden Aanduidingen op banden Prestaties 3 304. Bijv. 215/60 R 16 95 V Draairichtingsgebonden banden Conditie van banden en velgen 215 : bandbreedte in mm Draairichtingsgebonden banden 60 : hoogte-breedteverhouding moeten zo worden gemonteerd dat Zo langzaam mogelijk en onder een (bandhoogte t.o.v.
  • Pagina 275 Verzorging van de auto Zorg dat de instelling draagvermogen De bestuurder is verantwoordelijk band overeenkomt met de huidige voor het juist instellen van de banden‐ bandenspanning. Draagvermogen spanning. band 3 274. 9 Waarschuwing Een onjuiste bandenspanning beïn‐ vloedt de veiligheid, het weggedrag, Een te lage bandenspanning kan het rijcomfort en het brandstofver‐...
  • Pagina 276: Bandenspanningscontrolesys- Teem

    Verzorging van de auto op de pagina Draagvermogen band Bandenspanningscontrole‐ Selecteer de pagina op het Driver Information Center, Bandenspanningcontrole in het menu systeem 3 114. Info op het Driver Information Center Het bandenspanningscontrolesys‐ 3 114. Afhankelijkheid van temperatuur teem controleert vanaf een bepaalde snelheid eenmaal per minuut de De bandenspanning hangt af van de bandenspanning van alle vier de...
  • Pagina 277 Verzorging van de auto Afhankelijkheid van temperatuur Elke keer bij het verwisselen van de Als w bij lagere temperaturen oplicht 3 272. en na een stukje rijden dooft, kan dit banden moeten de sensoren van het bandenspanningscontrolesysteem duiden op een te lage bandenspan‐ worden gedemonteerd en onderhou‐...
  • Pagina 278: Profieldiepte

    Verzorging van de auto de referentiespanningswaarden voor Automatisch inleren Profieldiepte waarschuwingen over de banden‐ Regelmatig de profieldiepte controle‐ Nadat de wielen zijn vervangen of spanning. ren. onderling van positie zijn verwisseld Afhankelijk van het display verschijnt moet de auto ongeveer 20 minuten Om veiligheidsredenen de banden te het menu Draagvermogen band blijven stilstaan alvorens het systeem...
  • Pagina 279: Van Banden- En Velgmaat Veranderen

    Verzorging van de auto slijtage-indicatoren wordt aangeduid Auto's met stalen velgen: Bij gebruik 9 Waarschuwing door merktekens op de zijwand van van wielborgmoeren mogen de wiel‐ de band. doppen niet worden bevestigd. Rijden met ongeschikte banden of Is de slijtage voor groter dan achter, wielen kan ongevallen veroorza‐...
  • Pagina 280: Bandenreparatieset

    Verzorging van de auto 9 Waarschuwing 9 Waarschuwing Beschadigingen kunnen een klap‐ Niet sneller rijden dan 80 km/u. band veroorzaken. Niet langdurig gebruiken. Bestuurbaarheid en rijeigen‐ Sneeuwkettingen zijn alleen toege‐ schappen worden mogelijk nade‐ staan op de bandenmaten lig beïnvloed. 215/60 R16, 215/55 R17, 225/55 R17 en 235/45 R18.
  • Pagina 281 Verzorging van de auto Bij andere versies is de bandenrepa‐ ratieset opgeborgen in een tas. Draai de schroef los en verwijder de tas. 1. Verwijder de aansluitkabel en de Bij auto's met audioluidsprekersys‐ luchtslang uit de opbergvakken teem ligt de bandenreparatieset bij aan de onderkant van de het gereedschap.
  • Pagina 282 Verzorging van de auto 2. Type 1: schroef de luchtslang van heidsklep moet gesloten zijn de compressor op de aansluiting (rechtsom draaien). op de fles afdichtmiddel en breng 6. De schakelaar van de compres‐ de fles afdichtmiddel aan in de sor moet op J staan.
  • Pagina 283 Verzorging van de auto 9. De manometer van de compres‐ beschadigd. De hulp van een nog niet bereikt, dan is de band te sor geeft even max. 6 bar aan werkplaats inroepen. ernstig beschadigd. De hulp van wanneer de fles afdichtmiddel een werkplaats inroepen.
  • Pagina 284: Wiel Verwisselen

    Verzorging van de auto 15. Het op de fles met afdichtmiddel totdat de bandenspanning niet Gebruikte fles met afdichtmiddel aanwezige etiket met de maxi‐ meer afneemt. vervangen. Afvoeren volgens de maal toelaatbare snelheid in het desbetreffende wettelijke voorschrif‐ Bij een bandenspanning lager gezichtsveld van de bestuurder ten.
  • Pagina 285 Verzorging van de auto ● Reservewiel verwijderen 3 285. 2. Klap de wielsleutel uit, zet deze 9 Waarschuwing stevig op de wielmoer en draai ● Nooit meerdere wielen tegelijker‐ elke moer een halve slag los. tijd vervangen. Vet de wielbout, de wielmoer en De wielen kunnen met wielborg‐...
  • Pagina 286 Verzorging van de auto 4. Zet de krik op de vereiste hoogte. 9. Plaats de wielsleutel, en let er Zet deze zodanig onder het daarbij op dat deze stevig vastzit hefpunt dat deze niet kan en haal de wielmoeren kruislings losschieten.
  • Pagina 287: Reservewiel

    Verzorging van de auto Krikpositie voor liftplatform Stand van de voorste arm van het hefplatform midden onder het betref‐ fende krikpunt op de auto. Reservewiel Sommige auto's hebben in plaats van een reservewiel een bandenrepara‐ tieset. Bij het aanbrengen van een reserve‐ wiel met een andere maat dan de andere wielen kan het wiel worden beschouwd als een tijdelijk reserve‐...
  • Pagina 288 Verzorging van de auto vleugelmoer rechtsom terug te een botsing kunnen inzittenden draaien en de vloerafdekking te door voorwerpen worden getrof‐ sluiten. fen. 4. Leg, nadat het normale wiel weer Bewaar het wiel, de krik en het is teruggeplaatst, het reservewiel gereedschap altijd op de daarvoor met de buitenkant omhoog in de bestemde plaats en zet ze vast.
  • Pagina 289: Starthulp Gebruiken

    Verzorging van de auto Starthulp gebruiken Sneeuwkettingen 3 277. ● Een ontladen accu kan al bij een temperatuur van 0 °C bevriezen. Reservewiel met Ontdooi de bevroren accu alvo‐ Niet starten met behulp van een snel‐ draairichtingsgebonden band rens hulpstartkabels aan te slui‐ lader.
  • Pagina 290: Trekken

    Verzorging van de auto Trekken ● Ook de auto's mogen elkaar 3. Zwarte kabel op de minpool van tijdens de hulpstart niet raken. de hulpstartaccu aansluiten. Auto slepen ● Handrem aantrekken, versnel‐ 4. Sluit het andere uiteinde van de lingsbak in neutrale stand, auto‐ zwarte kabel aan op een massa‐...
  • Pagina 291: Andere Auto Slepen

    Verzorging van de auto afstand niet groter zijn dan 50 km. Is Voorzichtig de vooras opgetild, dan is de maxi‐ mumsnelheid 50 km/u. Er is geen Langzaam wegrijden. Schok‐ afstandsbeperking. kende bewegingen vermijden. De hulp van een werkplaats inroepen. Buitensporige trekkrachten Na het slepen verwijdert u het sleep‐...
  • Pagina 292: Verzorging Van Uiterlijk

    Verzorging van de auto Verzorging van uiterlijk Voorzichtig Verzorging exterieur Langzaam wegrijden. Schok‐ kende bewegingen vermijden. Sloten Buitensporige trekkrachten kunnen de auto beschadigen. De sloten zijn af fabriek gesmeerd met een hoogwaardig slotcilindervet. Na het slepen verwijdert u het sleep‐ Ontdooimiddelen alleen in dringende oog.
  • Pagina 293 Verzorging van de auto Bij een bezoek aan een wasstraat, de Reinig de motorruimte niet met een Polijsten is alleen nodig als de laklaag aanwijzingen van de exploitant opvol‐ stoomcleaner of hogedrukreiniger. mat geworden is of aanslag vertoont. gen. De voorruitwisser en achterruit‐ Daarna de auto grondig afspoelen en Autopolish met siliconen vormt een wisser moeten worden uitgescha‐...
  • Pagina 294 Verzorging van de auto Verwijder achtergebleven vuil van Lakschade Vloeibaar-gassysteem wisserbladen die strepen op de ruit Geringe lakschade voordat er roest‐ veroorzaken, met een zachte doek en 9 Gevaar vorming optreedt met een lakstift ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐ herstellen.
  • Pagina 295: Verzorging Interieur

    Verzorging van de auto Verzorging interieur Voorzichtig Interieur en bekleding Klittenbandsluitingen sluiten omdat geopende klittenbandslui‐ Interieur van de auto inclusief instru‐ tingen schade aan de stoelbekle‐ mentenpaneel en bekleding alleen ding kunnen toebrengen. met een droge doek of interieurreini‐ ger schoonmaken. Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐...
  • Pagina 296: Service En Onderhoud

    Service en onderhoud Service en Algemene informatie Andorra, België, Bosnië-Herzego‐ vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, onderhoud Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Service-informatie Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐ Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ tannië, Hongarije, Ierland, IJsland, veiligheid en voor het behoud van de Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, waarde van uw auto belangrijk dat Algemene informatie ....
  • Pagina 297: Registraties

    Service en onderhoud Aanbevolen lucht, rijden op grote hoogtes en Service-interval met resterende aanzienlijke temperatuurwisselingen. levensduur van motorolie vloeistoffen, In deze zware omstandigheden smeermiddelen en De service-interval is gebaseerd op moeten bepaalde onderhoudswerk‐ diverse parameters afhankelijk van zaamheden wellicht vaker dan met onderdelen het gebruik.
  • Pagina 298 Service en onderhoud viscositeit geeft informatie over de Motoroliesoorten van verschillende Selecteer de betreffende viscositeits‐ dikte van de olie bij diverse fabrikanten en merken mogen door index afhankelijk van de minimumom‐ temperaturen. elkaar worden gebruikt, zolang ze gevingstemperatuur 3 300. voldoen aan de vereiste motoroliek‐...
  • Pagina 299 Service en onderhoud om kleine lekken te dichten kan func‐ tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐ kelijkheid voor eventuele gevolgen van het gebruik van extra koelvloei‐ stofadditieven wordt afgewezen. Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto goedgekeurde sproeiervloeistof om schade aan wisserbladen, lakwerk, kunststof en rubberen onderdelen te voorkomen.
  • Pagina 300: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische Voertuigidentificatie Typeplaatje gegevens Voertuigidentificatienum‐ Voertuigidentificatie ....298 Voertuigidentificatienummer ..298 Typeplaatje ......298 Motor-ID ........299 Autogegevens ......300 Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ....... 300 Motorgegevens ......303 Prestaties ........ 304 Het typeplaatje is aangebracht in de Voertuiggewicht .......
  • Pagina 301: Motor-Id

    Technische gegevens Gegevens op het typeplaatje: caties in de voertuigdocumenten prevaleren altijd boven die in deze 1 : fabrikant handleiding. 2 : typegoedkeuringsnummer 3 : voertuigidentificatienummer Motor-ID 4 : toegelaten totaal voertuiggewicht in kg In de tabellen met technische gege‐ 5 : toegelaten totaal treingewicht in vens wordt de motoraanduiding gehanteerd.
  • Pagina 302: Autogegevens

    Technische gegevens Autogegevens Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle landen met Europees onderhoudsinterval 3 294 Motoroliekwaliteit Benzinemotoren Dieselmotoren (met inbegrip van CNG, LPG, E85) dexos1 Gen2 ✔ – dexos2 – ✔ Alleen dieselmotoren: Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen de verversingsbeurten door maximaal één liter motorolie van de kwaliteit ACEA C3 gebruiken.
  • Pagina 303 Technische gegevens Internationaal serviceschema Vereiste motoroliekwaliteit Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 294 Motoroliekwaliteit Benzinemotoren Dieselmotoren (met inbegrip van CNG, LPG, E85) dexos1 Gen2 ✔ – dexos2 – ✔ Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken: Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 294 Motoroliekwaliteit Benzinemotoren...
  • Pagina 304 Technische gegevens Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 294 onder -25 °C SAE 0W-30 of SAE 0W-40 tot -20 °C SAE 10W-30 of SAE 10W-40 Toegestaan, maar we adviseren oliën van dexos kwaliteit te gebruiken.
  • Pagina 305: Motorgegevens

    Technische gegevens Motorgegevens Motoraanduiding B15XHL B15XHT B20NFT Verkoopaanduiding 1.5T 1.5T 2.0T Productiecode B15XHT B15XHT B20NFT 1490 1490 1998 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] bij 1/min 5600 5600 5500 Koppel [Nm] bij 1/min 2000-4100 2000-4500 3000-4000 Brandstofsoort Benzine Benzine Benzine Octaangetal RON aanbevolen mogelijk mogelijk...
  • Pagina 306: Prestaties

    Technische gegevens Motoraanduiding B16DTE B16DTH B20DTH B20DTR Verkoopaanduiding Productiecode B16DTE B16DTH B20DTH B20DTR 1598 1598 1956 1956 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] bij 1/min 3500 3500-4000 3750 Koppel [Nm] bij 1/min 1750-2000 2000-2250 1750–2500 Brandstofsoort Diesel Diesel Diesel Diesel Nog niet beschikbaar bij het ter perse gaan van deze publicatie Prestaties Grand Sport Motor...
  • Pagina 307 Technische gegevens B20DTH B20DTR Motor B16DTE B16DTH B20DTH Topsnelheid [km/u] Handgeschakelde versnellingsbak 202/205 – Automatische versnellingsbak – – Sports Tourer, Country Tourer Motor B15XHL B15XHT B20NFT Topsnelheid [km/u] Handgeschakelde versnellingsbak 207/210 218/221 – Automatische versnellingsbak – B20DTH B20DTR Motor B16DTH B20DTH Topsnelheid [km/u] Handgeschakelde versnellingsbak...
  • Pagina 308: Voertuiggewicht

    Technische gegevens Voertuiggewicht Rijklaargewicht, basisuitvoering zonder enige opties Grand Sport Motor Handgeschakelde versnellingsbak Automatische versnellingsbak [kg] B15XHL – 1440/1456 B15XHT 1441/1472 1472 B20NFT – 1649 [kg] B16DTE 1503 – B16DTH 1503 1522 B20DTH 1582 – B20DTH 1683 – Aandrijving op alle wielen Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
  • Pagina 309 Technische gegevens Sports Tourer Motor Handgeschakelde versnellingsbak Automatische versnellingsbak [kg] B16DTE 1522 – B16DTH 1537 1567 B20DTH 1633/1716 1666 B20DTR – 1772 Aandrijving op alle wielen Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht. Beladingsinformatie 3 86. Rijklaargewicht, basisuitvoering zonder enige opties Country Tourer Motor Handgeschakelde versnellingsbak...
  • Pagina 310: Afmetingen Auto

    Technische gegevens Afmetingen auto Grand Sport Sports Tourer, Country Tourer Lengte min.-max. [mm] 4897 4986-5004 Breedte met ingeklapte buitenspiegels [mm] 1941 1941 Breedte met uitgeklapte buitenspiegels [mm] 2093 2093 Hoogte (zonder antenne) [mm] 1455 1550 Hoogte van auto - Achtercompartiment open [mm] 2123 2065 Lengte vloer bagageruimte [mm]...
  • Pagina 311: Inhouden

    Technische gegevens Inhouden Motorolie Motor B15XHL B15XHT B20NFT inclusief filter [l] tussen MIN en MAX [l] Motor B16DTE B16DTH B20DTH inclusief filter [l] 5,25 tussen MIN en MAX [l] Brandstoftank Benzine/diesel, tankinhoud [I] AdBlue-tank AdBlue, tankinhoud [I]...
  • Pagina 312: Bandenspanningswaarden

    Technische gegevens ● Auto's met voorwielaandrijving Bandenspanningswaarden ● Auto's met aandrijving op alle wielen De bandenspanningswaarden verschillen afhankelijk van de model‐ Zie de tabelkop voor de juiste variant. De volgorde van de catalo‐ bandenspanning voor uw model. gusmodellen is als volgt:...
  • Pagina 313 Technische gegevens Bandenspanningen voor auto's met voorwielaandrijving Grand Sport, Sports Tourer, Country Tourer Comfort bij max. Bij maximale belading 3 inzittenden ECO bij max. 3 inzittenden Motor Banden voor achter voor achter voor achter [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] ([psi]) ([psi]) ([psi])
  • Pagina 314 Technische gegevens Bandenspanningen voor auto's met All-Wheel Drive Grand Sport, Sports Tourer, Country Tourer Comfort bij max. Bij maximale belading 3 inzittenden ECO bij max. 3 inzittenden Motor Banden voor achter voor achter voor achter [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] ([psi]) ([psi])
  • Pagina 315 Technische gegevens Comfort bij max. Bij maximale belading 3 inzittenden ECO bij max. 3 inzittenden Motor Banden voor achter voor achter voor achter [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] [kPa/bar] ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) ([psi]) B20DTR 225/55 R17, 230/2,3 (33) 230/2,3 (33) 270/2,7 (39) 270/2,7 (39)
  • Pagina 316: Inbouwmaten Trekhaak

    Technische gegevens Inbouwmaten trekhaak Grand Sport...
  • Pagina 317 Technische gegevens Sports Tourer, Country Tourer...
  • Pagina 318: Klantinformatie

    Radiofrequentie-identificatie Zender elektronische sleutel vinden: www.opel.com/conformity. (RFID) ........326 Denso Corporation Importeur is 1-1, Showa-cho, Kariya-shi, Aichi- Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz, ken 448-8661, Japan 65423 Ruesselsheim am Main, Germany. Bedrijfsfrequentie: 433,92 MHz Maximaal vermogen: -5,88 dBm Antenne Laird...
  • Pagina 319 Klantinformatie Maximum output: 42367 Wuppertal, Germany Bedrijfsfrequentie: n.v.t. 5,1 dBµA/m op 10 m Bedrijfsfrequentie: n.v.t. Maximum output: n.v.t. Maximum output: n.v.t. Infotainmentsysteem R 4.0 IntelliLink Zender bediening op afstand parkeerverwarming OnStar-module LG Electronics European Shared Webasto Thermo & Comfort SE Service Center B.V., Krijgsman 1, Friedrichshafener Str.
  • Pagina 320 Klantinformatie Robert Bosch Platz 1, 70839 Gerlin‐ gen, Germany Bedrijfsfrequentie: 433,92 MHz Maximaal vermogen: -4 dBm Afstandsbediening, ontvanger Robert Bosch GmbH Robert Bosch Platz 1, 70839 Gerlin‐ gen, Germany Bedrijfsfrequentie: n.v.t. Maximum output: n.v.t. Bandenspanningssensors Schrader Electronics Ltd. 11 Technology Park, Belfast Road, Antrim BT41 1QS, Northern Ireland, United Kingdom Bedrijfsfrequentie: 433,92 MHz...
  • Pagina 321 Klantinformatie Krik...
  • Pagina 322: Reach

    Hans-Peter Metzger Opel Exclusive lak Conformiteitsverklaring conform EG- richtlijn 2006/42/EC Engineering Group Manager Chassis Opel Exclusive lakken zijn wellicht & Structure Bij deze verklaren wij dat het product: dikker dan die op voorraad. Adam Opel AG Productaanduiding: Schaar-/schroef‐...
  • Pagina 323 Klantinformatie voor andere software van derden wise, arising from, out of or in connec‐ Kienitz, David Kirschbaum, Johnny naar http://www.lg.com/global/ tion with the software or the use or Lee, Onno van der Linden, Igor support/opensource/index. other dealings in the software. Mandrichenko, Steve P.
  • Pagina 324 Klantinformatie 2. Redistributions in binary form thereof, including, but not limited Deze software wordt "as is" verstrekt, (compiled executables) must to, different capitalizations), zonder enige vorm van garantie, reproduce the above copyright “Pocket UnZip,” “WiZ” or “MacZip” uitdrukkelijk of impliciet, inclusief notice, definition, disclaimer, and without the explicit permission of maar niet beperkt tot de garanties...
  • Pagina 325 Klantinformatie unzip Deze software wordt "as is" verstrekt, meegeleverd. De enige uitzonde‐ zonder enige vorm van garantie, ring op deze voorwaarde is Dit is versie 2005-Feb-10 van de Info- uitdrukkelijk of impliciet. Info-ZIP en herdistributie van een standaard ZIP copyright- en licentievoorwaar‐ zijn medewerkers zullen in geen binair bestand UnZipSFX (inclu‐...
  • Pagina 326: Software-Update

    Klantinformatie maar niet beperkt tot verschil‐ Internetverbinding Let op lende uitvoeringen van de hoofd‐ De stappen voor het downloaden en Voor het draadloos downloaden van letters en kleine letters), "Pocket installeren van updates kunnen per boordsoftware hebt u internetconnec‐ UnZip", "WiZ" of "MacZip", zonder auto variëren.
  • Pagina 327: Registratie Van Voertuigdata En Privacy

    Klantinformatie Registratie van EnGIS Technologies, Inc. ● reacties van de auto in bepaalde BringGo is een gedeponeerd rijsituaties (bijv. afgaan van ® voertuigdata en privacy airbag, activering van stabiliteits‐ handelsmerk van EnGIS Technolo‐ regeling) gies, Inc. Event Data Recorders ● omgevingsomstandigheden Google Inc.
  • Pagina 328: Radiofrequentie-Identificatie (Rfid)

    RFID-technologie autogegevens uit de auto mogelijk. in Opel voertuigen gebruikt geen persoonlijke informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel systemen die persoonlijke infor‐...
  • Pagina 329 Klantinformatie...
  • Pagina 330: Trefwoordenlijst

    Trefwoordenlijst Algemene informatie ....243 Algemene richtlijnen voor het Aan/Uit-knop....... 167 rijden........166 Aanbevolen vloeistoffen en All-wheel drive ......184 smeermiddelen ....295, 300 Andere auto slepen ....289 Aanduidingen op banden ..272 Antiblokkeersysteem ....184 Aanhangerkoppeling....243 Antiblokkeersysteem (ABS) ..110 Aanhangerstabilisatie ....
  • Pagina 331 Batterijspanning ......128 Controles........249 Elektronische Bedieningsorganen...... 89 Cruise control ....113, 192 stabiliteitsregeling UIT..... 111 Bekerhouders ......73 Elektronisch Bekleding........293 klimaatregelsysteem ....157 Dagrijlicht ........143 Beladingsinformatie ..... 86 Elektronisch sleutelsysteem..19 Dagteller ........104 Beslagen lampglazen ....148 Erkenning van software....
  • Pagina 332 Mistlamp ........113 Mistlampen ........ 258 Halogeenkoplampen ....256 Katalysator ......... 175 Mistlampen voor ......147 Handgeschakelde Kentekenverlichting ....265 Motorgegevens ......303 versnellingsbak ...... 183 Kilometerteller ......104 Motor-ID........299 Handmatige dimfunctie ....38 Kindersloten ......... 27 Motorkap ........249 Handmatige stoelverstelling..
  • Pagina 333 Parkeren ......18, 172 Rijgedrag en aanhangertips ..243 Stuurbedieningsknoppen ..... 89 Park pilot met ultrasoonsensoren 214 Rijregelsystemen......187 Stuurwiel instellen ......9 Partikelfilter......... 174 Rijverlichting ......12, 113 Stuurwielverstelling ...... 89 Persoonlijke instellingen .... 129 Symbolen ........4 Portieren........27 Schakelen........
  • Pagina 334 Velgen en banden ..... 272 Ventilatie........53 Waarschuwing kruisend verkeer Ventilatieopeningen....163 achter........230 Verbanddoos ....... 85 Waarschuwingslichten....103 Vergrendelingssysteem ....33 Waarschuwing wisselen van Verkeersbordherkenning..114, 231 rijstrook........224 Verlichting middenconsole ..150 Werkzaamheden uitvoeren ..249 Verlichtingsfuncties..... 150 Wieldoppen ........
  • Pagina 335 De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel GmbH voorbehouden.

Inhoudsopgave