gevallen, bijvoorbeeld als u achter
een vrachtwagen of een bus rijdt,
moet u meer afstand laten tot het
voertuig voor u.
A. Dode hoeken van andere voertuigen
Uur van de dag en het weer
Als er minder licht is, zoals 's
nachts, bij zonsopgang en -onder-
gang, of in slecht weer, zoals bij
regen of mist, kunt u minder goed
zichtbaar zijn. Verblindend licht bij
zonsopgang en -ondergang of stra-
lend zonlicht kan u voor andere au-
tomobilisten
eveneens
goed zichtbaar maken.
Kleding
Lichte kleuren of reflecterende
kledij kunnen u beter zichtbaar ma-
ken.
Wees voorzichtig, zelfs als
automobilisten u zien
Zelfs als automobilisten u schijn-
baar hebben opgemerkt, kunnen
ze nog zo rijden dat er gevaar be-
staat op een aanrijding. Rij defen-
sief, en reken er niet op dat andere
automobilisten veilig zullen rijden.
Positie op het rijvak
Normaal rijdt u met dit voertuig in
het midden van het rijvak. In deze
positie blijven uw voorwielen in het
rijvak. Zo houdt u ook afstand van
voertuigen in andere rijvakken zo-
dat u minder last hebt van de wind
die grote voertuigen veroorzaken
en ook minder risico loopt om in
botsing te komen met andere
voertuigen die hun rijvak verlaten.
In die positie blijven uw voorwielen
ook uit het gladde terrein in het
midden van het rijvak zodat u beter
kunt remmen en sturen. Als u ge-
wend bent om in een auto te rijden,
denk er dan aan dat u bij dit voer-
tuig in het midden zit en uw per-
spectief anders is.
U kunt zich naar de linkerkant of de
rechterkant van het rijvak verplaat-
sen om risico's te vermijden, af-
stand te houden van andere voer-
tuigen of bochten te nemen. U kunt
ook iets links of rechts uitwijken in
uw rijvak om een beter zicht op de
weg te krijgen of beter zichtbaar te
zijn voor andere voertuigen. Door
uw centrale zitpositie en de breed-
te van dit voertuig, is het iets
moeilijker om voorbij voertuigen te
kijken, zelfs wanneer u aan de rand
van uw rijvak rijdt. Houd daarom
minder
meer afstand van brede of hoge
voertuigen. Rij zo weinig mogelijk
met uw wiel buiten uw rijvak om
voorbij voorliggers te kijken. Voor-
liggers kunnen u alleen zien wan-
neer u hun spiegels ziet. Wanneer
u wordt gevolgd door een groot
voertuig, kunnen inhalende voertui-
gen u niet goed zien, tenzij u links
in het rijvak gaat rijden.
VERKEERSSTRATEGIEËN
69