WAARSCHUWING
Reinig de vuldop en het omrin-
gende gebied voordat de dop
wordt verwijderd om vervuiling
van het remvloeistofsysteem te
voorkomen.
3.
Verwijder de vuldop, de anti-
wrijvingsring en het mem-
braan.
1. Vuldop
2. Antiwrijvingsring
3. Membraan
4.
Voeg vloeistof toe tot het
MAX-niveau.
OPMERKING: Het vervangen van
de remblokken verhoogt het rem-
vloeistofpeil. Als deze op het MAX-
niveau worden vervangen, kan er
remvloeistof worden gemorst.
OPMERKING
gelakte oppervlakken of plastic
onderdelen beschadigen. Veeg
gemorste brandstof af.
Remvloeistof kan
ONDERHOUDSPROCEDURES
5.
Installeer de vuldop, de anti-
wrijvingsring en het mem-
braan.
6.
Plaats de voetsteun en het
rempedaal weer terug zoals
beschreven in het hoofdstuk
BESTUURDERSVOETSTEU-
NEN EN REMPEDAAL .
Remsysteem controleren
De voor- en achterremmen zijn hy-
draulische schijfremmen. Deze
remmen zijn zelfregelend en moe-
ten niet worden afgesteld.
WAARSCHUWING
Het rempedaal moet elke keer
dat de rechtervoetsteun wordt
verplaatst opnieuw worden af-
gesteld.
Om de remmen in goede conditie
te houden, controleert u het volgen-
de volgens het ONDERHOUDS-
SCHEMA :
-
Het gehele remsysteem op
vloeistoflekken
-
Het rempedaal op sponzig aan-
voelen
-
Overmatige slijtage van de
remschijven en staat van het
schijfoppervlak
-
Slijtage, beschadigingen en los-
zitten van de remblokken.
Raadpleeg een erkende Can-Am
On-Road dealer bij problemen met
het remsysteem of voor onderhoud
hieraan.
Laat het onderhoud van het remsys-
teem uitvoeren door een erkende
Can-Am On-Road dealer, reparatie-
plaats of persoon van uw keuze.
Accu
Plaats van de accu
De accu bevindt zich in het voorste
gedeelte van het voertuig, onder
het onderhoudsdeksel aan de
voorkant.
119