DIAGNOSTISCHE RICHTLIJNEN
OPMERKING
niet slepen als het moet worden
vervoerd. Slepen kan het voer-
tuig zware schade toebrengen.
HET
Raadpleeg
TRANSPORTEREN in dit onder-
deel voor gedetailleerde instruc-
ties.
Dit voertuig is voorzien van een
stekker voor het BOORDDIAGNO-
SESYSTEEM (OBD). Dit maakt
zelfdiagnose van het voertuig en
melding van storingen in het elek-
tronische systeem mogelijk.
Raadpleeg de instructies van de
OBD-fabrikant voor de aansluitings-
en diagnoseprocedures.
HET VOERTUIG PIEPT CONTINU
NADAT DE MOTOR IS GESTOPT EN
DE RF D.E.S.S.-SLEUTEL IS VERWIJ-
DERD.
1. Parkeerstandhendel niet inge-
schakeld.
Zet de hendel in de vergren-
-
delde stand.
2. Schakelhendel is niet in stand F
of R gezet.
-
Zet de schakelhendel in de
stand F of R.
DE MOTOR DRAAIT NIET
1. Een schuivende veiligheidsmel-
ding op het multifunctionele in-
strumentenbord werd niet be-
vestigd. (zelfs als de veiligheids-
melding niet meer verschijnt).
Open het onderhoudsdeksel
-
aan de rechterkant en lees
de veiligheidskaart.
Draai de gashendel van u
-
weg (til uw pols omhoog)
om de veiligheidsmelding te
bevestigen.
2. Motorstopschakelaar op UIT.
Zorg ervoor dat de motor-
-
stopschakelaar op AAN
staat.
132
Laat het voertuig
VOERTUIG
3. Accu leeg of een slechte aanslui-
ting op de accu.
-
Controleer de lading van de
accu. Herlaad indien nodig
(zie ONDERHOUDSPROCE-
DURES).
-
Controleer de accuaansluitin-
gen (zie ONDERHOUDSPRO-
CEDURES).
4. Gesprongen zekering.
-
Controleer de toestand van
de zekering (zie ZEKERING
VERVANGEN).
5. De RF D.E.S.S.-sleutel wordt
niet uitgelezen.
-
Breng de D.E.S.S.-sleutel
correct aan.
-
Probeer een andere
D.E.S.S.-seutel die reeds
voor dit voertuig geprogram-
meerd is.
MOTOR DRAAIT MAAR START NIET
1. Brandstof bijna op.
-
Vul de brandstoftank (zie
BASISPROCEDURES).
2. Accu bijna leeg.
Controleer de lading van de
-
accu. Herlaad indien nodig
(zie ONDERHOUDSPROCE-
DURES).
Controleer de accukoppelin-
-
gen in het opbergvak voor-
aan.
3. Probleem met het motormana-
gement.
Controleer of het motorindi-
-
catorlichtje BRANDT tijdens
het starten. Neem voor on-
derhoud en reparatie contact
op met een erkende Can-Am
On-Road dealer, reparatiebe-
drijf of iemand anders van
uw keuze.