Tastcycli: Scheve ligging van het werkstuk automatisch registreren | Basisprincipes van tastcycli 14xx
Overdracht van een actuele positie
U kunt de werkelijke positie vooraf bepalen en de tastcyclus
als actuele positie definiëren. Aan het object wordt zowel de
nominale positie als de actuele positie doorgeven. De cyclus
berekent basis van het verschil de vereiste correcties en past de
tolerantiebewaking aan.
Hiertoe plaatst u een "@" achter de benodigde nominale positie. Dit
kunt u via de softkey TEKST INVOEREN doen. Achter de "@" kunt u
dan de actuele positie vermelden.
Programmeer- en bedieningsinstructies:
Als u @ gebruikt, wordt niet getast. De besturing
verrekent alleen de actuele en nominale posities.
U moet voor alle drie assen (hoofd-, neven- en
gereedschapsas) de actuele posities definiëren.
Wanneer u slechts één as met de actuele positie
definieert, toont de besturing een foutmelding.
De actuele posities kunnen ook met Q-parameters
Q1900-Q1999 worden gedefinieerd.
Voorbeeld:
Met deze mogelijkheid kunt u bijv.:
Cirkelpatroon uit verschillende objecten bepalen
Tandwiel via tandwielmidden en de positie van een tand uitlijnen
5 TCH PROBE 1410 TASTEN KANT
QS1100= "10+0.02@10.0123"
;1.PUNT HOOFDAS
QS1101="50@50.0321"
;1E PUNT NEVENAS
QS1102= "-10-0.2+0.02@Q1900"
;1.PUNT WZ-AS
...
;
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021
Nominale positie 1 hoofdas met tolerantiebewaking en
actuele positie
Nominale positie 1 nevenas met tolerantiebewaking en
actuele positie
Nominale positie 1 gereedschapsas met tolerantiebewaking
en actuele positie
4
65