5
Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | REFERENTIEPUNT MIDDEN GATENCIRKEL (cyclus 416,
DIN/ISO: G416)
Q331 Nieuw nulpunt in hoofdas ? (absoluut):
coördinaat in de hoofdas waarop de besturing
het vastgestelde midden van de gatencirkel moet
instellen. Basisinstelling = 0.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q332 Nieuw nulpunt in hulpas ? (absoluut):
coördinaat in de nevenas waarop de besturing
het vastgestelde midden van de gatencirkel moet
instellen. Basisinstelling = 0.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?: vastleggen
of het vastgelegde referentiepunt in de
nulpunttabel of in de referentiepunttabel moet
worden opgeslagen:
-1: niet gebruiken! Wordt door de besturing
ingevoerd wanneer oude NC-programma's worden
ingelezen (zie "Gemeenschappelijke kenmerken
van alle tastcycli voor het vastleggen van een
referentiepunt", Pagina 107)
0: vastgestelde referentiepunt in de actieve
nulpunttabel opslaan. Referentiesysteem is het
actieve werkstukcoördinatensysteem
1: vastgestelde referentiepunt in de
referentiepunttabel opslaan. Referentiesysteem is
het machinecoördinatensysteem (REF-systeem)
Q381 Aantasten in TS as? (0/1): vastleggen
of de besturing ook het referentiepunt in de
tastsysteemas moet vastleggen:
0: referentiepunt in de tastsysteemas niet
vastleggen
1: referentiepunt in de tastsysteemas vastleggen
Q382 Tasten TS-as: Coörd. 1e as? (absoluut):
coördinaat van de tastpositie in de hoofdas van
het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in
de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen
actief als Q381 = 1.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
Q383 Tasten TS-as: Coörd. 2e as? (absoluut):
coördinaat van de tastpositie in de nevenas van
het bewerkingsvlak waarop het referentiepunt in
de tastsysteemas moet worden ingesteld. Alleen
actief als Q381 = 1.
Invoerbereik -99999,9999 t/m 99999,9999
140
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 01/2021